Eerste Kamer wil eigen verkiezing aanpassen
4 februari 2009
De Eerste Kamer wil de eigen wijze van verkiezing door leden van
Provinciale Staten op drie praktische punten aangepast zien: de
voorkeursdrempel moet omhoog van 50 naar 100% van de kiesdeler, de
lijstverbindingen van afzonderlijke partijen moeten voor provinciale
verkiezingen bekend zijn gemaakt en niet daarna en de uitslag van de
verkiezingen in de twaalf provincies moeten op hetzelfde tijdstip
gehouden worden. Dit bleek dinsdag 3 februari 2009 tijdens een debat
met staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties in het kader van de behandeling van de Begroting
Staten-Generaal 2008 ( 31.200 IIA ). De staatssecretaris zegde toe de
breed gesteunde opvattingen met een positieve grondhouding bij het
kabinet aanhangig te zullen maken. Ook wil zij ervoor zorgen dat de
genoemde knelpunten voor de volgende provinciale verkiezingen in 2011
zijn weggewerkt.
Fractievoorzitter Noten van de PvdA diende met steun van de meeste
andere fracties drie moties ( EK 31.200 IIA, E , EK 31.200 IIA, F en
EK 31.200 IIA, G ) in waarin de regering werd uitgenodigd deze drie
punten wettelijk te regelen. Aanleiding voor het debat en de
voorgestelde aanpassingen waren de provinciale verkiezingen in 2007
die ertoe hebben geleid dat uiteindelijk vijf leden van de Eerste
Kamer met voorkeursstemmen werden gekozen met doorbreking van de
lijstvolgorde die de partijen hadden opgesteld. Dit leidde tot een
andere samenstelling van de fracties van PvdA, CDA en SP dan de
ledencongressen hadden vastgesteld.
Senator Koffeman van de Partij voor de Dieren deed uit de doeken dat,
als gevolg van berekeningen van Hylke ten Cate inzake
lijstverbindingen die waren aangegaan nadat de uitslag van de
provinciale verkiezingen bekend waren, er een andere verdeling van
restzetels uit de bus kwam dan vermoedelijk het geval geweest zou zijn
als er geen berekeningen gemaakt hadden kunnen worden. "Zo kon het
gebeuren dat de Partij voor de Dieren met meer stemmen dan D66 maar de
helft van het aantal zetels behaalde (een tegenover twee)", meldde
Koffeman. Volgens hem zou zonder de adviezen van Ten Cate en zonder
lijstverbindingen achteraf de kans groot zijn geweest dat D66 en SGP
elk een zetel minder hadden gekregen en CDA en VVD elk een zetel meer.
Tijdens de eerste algemene politieke beschouwingen in de Eerste Kamer
na de verkiezing in 2007 stelde fractievoorzitter Noten de wijze van
verkiezing aan de orde. Op verzoek van de senaat verkende de regering
een aantal mogelijkheden voor aanpassing. Naar aanleiding van een
schriftelijke gedachtewisseling tussen regering en Kamer werden
dinsdag tijdens een mondeling debat spijkers met koppen geslagen. De
overgrote meerderheid van de Eerste Kamer kon zich vinden in de aanpak
van Noten om te koersen op praktische wijzigingen en radicale
aanpassingen die een wijziging van de grondwet nodig zouden maken
achterwege te laten.
Wel werd door VVD-woordvoerder Hermans , tevens voorzitter van de
Kamercommissie voor BZK/AZ, voorgesteld om in commissieverband nog
eens taken, bevoegdheden en wijze van verkiezing van de Eerste Kamer
te debatteren. Van CDA en OSF hoefde dit niet, maar zij gaan een debat
niet uit de weg. Hermans deed zijn suggestie naar aanleiding van een
voorstel van GroenLinks-fractievoorzitter Thissen om het electoraat
van de Eerste Kamer aanmerkelijk te verbreden.
Noten wees in zijn bijdrage aan het debat op het opmerkelijke
verschijnsel dat in de huidige Eerste Kamer 14% van de leden met
voorkeurstemmen is gekozen, terwijl in de Tweede Kamer maar een lid
zit dankzij voorkeurstemmen (0,7%). Volgens de PvdA-fractievoorzitter
hebben gekozen statenleden min of meer de politieke en morele plicht
om bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer de kandidatenlijst van de
partij te volgen. Dit zou volgen uit de getrapte wijze van verkiezing
(kiezers kiezen Provinciale Staten en leden van Provinciale Staten
kiezen de leden van de Eerste Kamer). De senatoren van de
Onafhankelijke Senaatsfractie en D66 deelden deze visie niet volledig.
Zij vonden dat statenleden een eigen verantwoordelijkheid houden.
Noten zei dat het uitbrengen van voorkeursstemmen mogelijk blijft,
maar de eis om gekozen te worden moet worden verhoogd tot de volledige
kiesdeler (voorkeurdrempel naar 100%).
Senator Hermans bleek het eens met de voorstellen van de PvdA-fractie.
Hij wees er nog op dat de lijstencombinaties in de jaren zeventig zijn
geïntroduceerd om te bevorderen dat gelijkgezinde partijen bij de
verdeling van de restzetels meer kans maakten. Hij noemde dit een
aantasting van de evenredige vertegenwoordiging. De praktijken die met
lijstverbindingen worden toegepast nadat de uitslagen van de
provinciale verkiezingen bekend zijn en er met bizarre
lijstverbindingen wordt gewerkt om restzetels in de wacht te kunnen
slepen, karakteriseerde Hermans als 'perverse rekenarij'. Noten zei
hierover: 'opportunisme kent zijn grenzen'. Met het op hetzelfde
tijdstip in alle provincies laten stemmen voor de Eerste Kamer wilde
Noten het strategisch stemmen uitbannen.
Senator Dölle van de CDA-fractie was het ook eens met de praktische
voorstellen van de PvdA. Hij wees erop dat het van belang is dat de
politieke partijen als vereniging de regie houden bij de samenstelling
van de fracties in de Eerste Kamer. Als gevolg van het beperken van
het aantal leden van Provinciale Staten is het relatief gemakkelijker
geworden om als lid van de Eerste Kamer met voorkeurstemmen gekozen te
worden. Zo kunnen twee leden van de staten van Zuid-Holland al een lid
van de Eerste Kamer kiezen. Een verhoging van de kiesdrempel vond de
CDA-senator daarom niet onredelijk.
Senator Vliegenthart van de SP-fractie herinnerde eraan dat zijn eigen
partij een zetel heeft moeten opgeven in de senaat, nadat een met
voorkeurstemmen gekozen SP'er weigerde het primaat van de democratisch
samengestelde kandidatenlijst te erkennen. Het betreft Zwollenaar
Yildirim die als nummer 18 op de SP-lijst werd gekozen omdat hij op
zichzelf had gestemd samen met vier college Statenleden in Overijssel
en een Statenlid uit Drenthe. De SP heeft Yildirim geroyeerd als lid.
Sindsdien heeft de SP nog maar elf zetels in de Eerste Kamer. Yildirim
opereert als eenmansfractie. Hij liet weten tegen verhoging van de
voorkeurdrempel te zijn, want dat zou de democratie geweld aandoen.
Senator Engels van D66 wees erop dat afspraken in partijverband over
het stemgedrag van statenleden rechtens niet afdwingbaar zijn. Hij zag
er een vorm van politieke zelfbinding in die een zekere politieke
moraliteit oplevert.
Senator Ten Hoeve van de Onafhankelijke Senaatsfractie (die steunt op
enkele regionale partijen) pleitte voor een directere
vertegenwoordiging van provincies in de Eerste Kamer. Hij haalde een
enquête aan van de Stichting het Nieuwe Stemmen waar 28% van de
ondervraagden meende dat de senaat een echte vertegenwoordiging van de
provincies zou moeten worden.
Fractievoorzitter Thissen van GroenLinks hield een pleidooi voor
verbreding van het electoraat van de Eerste Kamer. Ook alle leden van
gemeenteraden zouden aan de Eerste-Kamerverkiezingen moeten meedoen en
misschien zelfs de leden van de Tweede Kamer.
Namens de fracties van CU en SGP zei senator Holdijk dat de kans om
met voorkeurstemmen gekozen te worden niet verkleind moet worden.
Holdijk vond de moties van de senaat teveel gaan in de richting van
een partijendemocratie, terwijl hij voorrang wil blijven geven aan een
kiezersdemocratie.
---
* stenogram 3 februari 2009
Eerste Kamer der Staten Generaal