4. Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten over het niet
ontvangen van thuiszorg
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten over het niet ontvangen
van thuiszorg
Kamerstuk, 4 februari 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ/K-U-2907122
4 februari 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten
(SP) over het niet ontvangen van thuiszorg (2009z00306 / 208090390).
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Wat vindt u van het bericht dat mevrouw H. al 21 dagen geen thuiszorg
heeft ontvangen ondanks het feit dat zij voor deze zorg is
geïndiceerd?
Antwoord 1
Iedere cliënt met een indicatie heeft recht op zorg. In sommige
situaties kan hier niet op de gewenste manier aan voldaan worden en is
er, tijdelijk, sprake van `overbruggingszorg'.
Vraag 2
Deelt u de mening dat mevrouw H. niet het slachtoffer had mogen worden
van het conflict tussen haar familie en de instelling Vivent?
Antwoord 2
In beginsel mag geen enkele cliënt ooit het slachtoffer worden van een
conflict. Er was hier sprake van een complexe situatie, waardoor
mevrouw geen zorg kon worden geleverd.
De thuiszorgorganisatie is verantwoordelijk voor het leveren van goede
zorg, maar is ook verantwoordelijk voor de veiligheid van de
medewerkers. De medewerkers hebben aangegeven zich niet veilig te
voelen in de thuissituatie bij de cliënt. Er is contact opgenomen met
de familie om de situatie te bespreken. Dit heeft echter geen
verbetering in de situatie kunnen brengen. Voor de
thuiszorgorganisatie werd het daardoor onmogelijk om kwalitatief goede
zorg te verlenen aan de cliënt. De thuiszorgorganisatie zag zich
daarom gedwongen om eenzijdig de thuiszorg op te zeggen. Zij heeft
daarover vooraf de cliënt en familie en zorgkantoor geïnformeerd.
Vraag 3
Wie heeft de verantwoording voor het organiseren van zorg indien een
thuiszorginstelling eenzijdig de zorg opzegt?
Antwoord 3
De zorgaanbieder die de zorg opzegt is verantwoordelijk voor het
zoeken naar een andere zorgaanbieder. Dit kan gebeuren in samenwerking
met het zorgkantoor. Met het zorgkantoor is overleg geweest, zij
leggen contractueel vast dat de zorgaanbieder verantwoordelijk is voor
het organiseren van zorg bij het opzeggen van zorg.
Vraag 4
Bent u van mening dat in deze zaak adequaat gehandeld is door alle
betrokken partijen om vervangende zorg te regelen? Heeft het
zorgkantoor zijn zorgplicht vervuld?
Antwoord 4
Navraag bij het betreffende zorgkantoor leverde de informatie op dat
zij op de hoogte zijn gesteld van de lopende problemen. Samen met de
zorgaanbieder is gezocht naar een passende oplossing en aan de cliënt
voorgelegd. Alle partijen hebben hun verantwoordelijkheid hierin
genomen.
Vraag 5
Vindt u het aanvaardbaar dat door het eenzijdig opzeggen van thuiszorg
door een thuiszorgorganisatie, de enige oplossing voor mensen opname
in een verpleeghuis is?
Antwoord 5
Er is geen sprake van de enige oplossing. Er is gezocht naar een
andere zorgaanbieder en voordat deze gevonden was, is mevrouw H.
aangeboden tijdelijk opgenomen te worden op de logeerafdeling van een
intramurale instelling van Vivent. Deze oplossing is geboden omdat
Vivent de zorg voor mevrouw wilde continueren. Namens mevrouw en
familie is dit aanbod afgewezen.
Vraag 6
Bent u van mening dat het zorgkantoor direct had moeten handelen? Zo
ja, kunt u aangeven hoe dat is gebeurd? Zo nee, wie heeft dan de
zorgplicht?
Antwoord 6
Het zorgkantoor is door de zorgaanbieder ingelicht over het stopzetten
van de zorg. Het zorgkantoor en zorgaanbieder hebben samen gezocht
naar een oplossing om de zorg voor mevrouw te continueren. Er is een
andere zorgaanbieder gevonden, die nu thuiszorg bij mevrouw levert.
Vraag 7
Kan iemand die thuiszorg ontvangt en in een soortgelijke situatie als
deze mevrouw en haar zoon terecht komt, klagen bij het zorgkantoor? Zo
ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De gebruikelijke gang van zaken is dat iedere zorgaanbieder een eigen
klachtenprocedure hanteert, waar de cliënt een klacht kan indienen. Er
kan ook een klacht worden ingediend bij de Regionale
Klachtencommissie. Het zorgkantoor kan bemiddelen in de toewijzing van
zorg, maar zal bij klachten van cliënten in eerste instantie naar de
zorgaanbieder of Regionale Klachtencommissie verwijzen.
Vraag 8
Kunt u achterhalen of het geld voor de geïndiceerde, maar niet gegeven
zorg aan deze mevrouw is uitbetaald aan Vivent? Als dat is gebeurd
bent u dan van mening dat Vivent dit geld moet terugstorten aan het
zorgkantoor?
Antwoord 8
Thuiszorgorganisaties worden betaald naar daadwerkelijk geleverde uren
zorg. Het is dus niet mogelijk dat een thuiszorgorganisatie geld
ontvangt voor zorg die niet geleverd is.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport