SGP


04 - 02 - 09 | Parlementair onderzoek nu te oppositioneel Parlementair onderzoek nu te oppositioneel

De SGP had en heeft geen behoefte aan een onderzoek naar de inval in Irak. De legitimatie was dat Sadam Hussein zich niets aantrok van resoluties. Bovendien: er waren in Irak wél massagraven. Een parlementair onderzoek zal, zeker nu, te oppositioneel en verpolitiekt zijn. De extra waarde van parlementaire onderzoeken was altijd dat ze breed gedragen werden. Gegeven die omstandigheden is de SGP voor
een extern onderzoek.
Eén kanttekening maakt de SGP wel: de inlichtingenplicht aan de Kamer kan en mag niet worden 'weggeparkeerd'. Wel zou het in het belang van het onderzoek, goed zijn als de Kamer zich nu terughoudend opstelt en wacht op de resultaten van het onderzoek.

________________________________________

Irak-onderzoek
4 februari 2009
Van der Staaij

Politieke steun
Voorzitter. De SGP-fractie heeft nooit de brandende behoefte gevoeld aan een diepgaand Irak-onderzoek. Wij hebben tot nu toe geen enkele gegronde aanleiding om te menen, dat het kabinet essentiële informatie heeft achtergehouden voor de Kamer als het gaat om de gegeven politieke steun aan de inval in Irak. Integendeel. Het kabinet heeft ons destijds uitvoerig en uitentreuren ingelicht omtrent de precieze redenen om steun te verlenen. Nederland verleende politieke steun aan de inval, omdat Sadam Hussein weigerde bepaalde VN-resoluties op te volgen. Daar was geen woord Arabisch bij. Dàt was voor ons land de legitimatie om op te treden, en niet bijvoorbeeld de concrete dreiging van massavernietigingswapens voor ons land. Een juridisch ingewikkelde en omstreden vraag daarbij was of er nu nog een extra resolutie nodig was als legitimatie voor de militaire inval. Dit is echter een primair juridisch vraagstuk en heeft niets van doen met een mogelijk ontoereikende informatieverstrekking.

Het is ook van belang te beseffen, dat we hier uitsluitend spreken over politieke steun. Wij hebben destijds al de vraag gesteld, wat die politieke steun nu eigenlijk voorstelde, nu dat met geen enkele militaire bijstand of iets dergelijks gepaard ging. Wil de minister-president daar nu nog eens op ingaan. Stel dat Nederland geen politieke steun had gegeven: wat zouden daarvan de gevolgen zijn geweest?

Daarnaast â laten wij dat ook niet vergeten â was er in Irak sprake van een weerzinwekkend en buitengewoon gevaarlijk regime, waarvan niet kon worden uitgesloten dat het werkte aan massavernietigingswapens. Massavernietigingswapens zijn niet gevonden, maar wel vele massagraven. Ik weet wel dat dit niet de aanleiding of rechtvaardiging was voor de inval, maar ik wil het toch wel genoemd hebben. De indruk zou anders wellicht kunnen ontstaan dat Sadam Hoessein bij nader inzien toch een gezonde democraat bleek te zijn geweest, in plaats van een afschuwelijke dictator.

Voorzitter. De bezwaren die een aantal fracties in dit huis hebben tegen de gegeven politieke steun aan de inval, hebben zich geconcentreerd in een permanente, te pas en te onpas herhaalde oproep tot een parlementair onderzoek. Linksom en rechtsom is getracht verwarring en twijfel te zaaien omtrent de informatievertrekking van het kabinet. Dit is dermate effectief geweest, dat er inmiddels âin den bredeâ een beeld is ontstaan, dat er inderdaad wel het nodige moet zijn achtergehouden. Deze gang van zaken betreurt mijn fractie zeer. De suggestie is gewekt âterwijl daar op dit ogenblik inhoudelijk geen reden voor isâ dat het kabinet geen integere afweging heeft gemaakt en iets te verbergen heeft. Dit beschadigt het aanzien van de overheid. Begrijp me goed: als er écht aanleiding zou zijn dat te veronderstellen, dan zal ook mijn fractie niet aarzelen om de onderste steen boven water te halen, maar hier heb ik toch wel de stellige indruk dat niet zozeer waarheidsvinding, als wel politiek en oppositionele motieven het doorslaggevende motief waren om deze kwestie tot vervelens toe op te rakelen. De parlementaire onderzoeken die wij tot nu toe hebben uitgevoerd, hebben juist als kracht dat er een consensus was over de noodzaak. Welnu, die consensus is er hier juist niet. Het is deze Kamer die bij herhaling heeft uitgesproken geen noodzaak te zien voor een parlementair onderzoek.

Gegeven deze politieke realiteit en de negatieve beeldvorming die is ontstaan, gevoegd bij de recente uitlatingen van de Amerikaanse onderminister, heeft mijn fractie begrip voor het besluit van het kabinet om een externe commissie een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar de besluitvorming in Irak. Wij vinden dat een verstandige beslissing.

Wij geven derhalve, om in de termen van het dossier te blijven, politieke steun aan dit kabinetsbesluit, méér niet. Het begrip wat wij hebben voor dit kabinetsvoornemen staat overigens los van de huidige kredietcrisis; ik zou deze ontwikkelingen niet met elkaar willen verknopen. De bevoegdheden van deze onafhankelijke commissie moeten waarborgen dat alle relevante feiten omtrent de besluitvorming kenbaar worden. Wij hopen dat hiermee alle gezaaide twijfel kan worden weggenomen.

Inlichtingen
Mijn fractie wil wel de vinger leggen bij de overweging van het kabinet om de gestelde vragen vanuit beide Kamers door te geleiden naar de commissie en de beantwoording derhalve op te schorten. Ik wil erop wijzen dat de grondwettelijke inlichtingenplicht niet door het kabinet kan worden uitbesteed aan een externe commissie. Ik verwijs wat dat betreft naar de heldere notitie over artikel 68 Grondwet van de toenmalige minister De Vries van BZK uit 2002 Het kabinet heeft zelf altijd gezegd dat zij bereid is alle vragen ter zake te beantwoorden, en wat mij betreft maakt zij dit ook waar.

Dank u wel