Onderbouwing keuze regionale servicekantoren
04 februari 2009 - kamerstuk
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
P r ogrammabureau Fusie VWA-AID-PD
Geachte Voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg van 4 december jl. met de vaste Kamercommissie voor
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de
afwegingen die ten grondslag liggen aan de keuzes die ik voor de huisvesting van de
nieuwe VWA heb gemaakt. In deze brief zet ik de onderbouwing voor mijn keuze uiteen.
Voordat dieper wordt ingegaan op de argumentatie die ten grondslag ligt aan de gekozen
huisvestingslocaties voor de nieuwe VWA, wil ik eerst nog kort in gaan op een aantal
belangrijke kenmerken van de huidige situatie met betrekking tot de huisvesting van de
huidige drie diensten, de Algemene Inspectiedienst (AID), de Plantenziektenkundige
Dienst (PD) en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).
De huidige situatie
De AID, PD en VWA hebben ieder een andere ontstaansgeschiedenis en in veel opzichten
is het huidige huisvestingsmodel van ieder van de drie diensten historisch gezien goed te
verklaren. In de huidige omstandigheden is het echter niet altijd even doelmatig.
Zo is de VWA voor een belangrijk deel ontstaan uit de samenvoeging van onafhankelijke
regionale (keurings)diensten. In het proces op weg naar de vorming van een landelijk
uniform opererende inspectie destijds, zijn bepaalde hoofdkantoorfuncties in de regio's
gebleven. Het hoofdkantoor van de VWA staat in Den Haag, maar belangrijke hoofdkantoorfuncties
zijn daar niet gevestigd. De organisatiestructuur en de interne sturing van
de huidige VWA zijn daardoor complex. De onderzoeken van de heer Hoekstra en de heer
Vanthemsche hebben in de eerste helft van 2008 bevestigd dat een aanpassing van de
organisatiestructuur en informatiehuishouding gewenst is om de prestaties van de dienst
te verbeteren.
Bij de samenvoeging van de voormalige Keuringsdienst van Waren (KvW) en de
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) tot de huidige VWA in 2003 is het
aantal kantoren gehalveerd. Al voor deze samenvoeging was de laboratoriumfunctie van
de RVV geconcentreerd in Wageningen.
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
PBF. 2009/786 4 februari 2009
Onderbouwing keuze regionale
servicekantoren
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 2
Bij de AID is er sprake van een spreiding van hoofdkantoorfuncties over de locaties
Den Haag en Kerkrade. In de vestiging van de AID in Kerkrade zijn de meldkamer en delen
van de bedrijfsvoering gevestigd.
De PD is na de overdracht van inspectiewerkzaamheden aan de keuringsdiensten sinds
eind 2007 vrijwel volledig geconcentreerd in Wageningen.
De AID, PD en VWA zijn landelijk opererende diensten. Een groot deel van de
medewerkers van AID, PD en VWA bestaat uit inspecteurs die verspreid over heel
Nederland vanuit huis inspecties uitvoeren op locatie en slechts af en toe naar kantoor
gaan om hun administratie te doen, werkoverleg te voeren, monsters af te geven of
materiaal aan te vullen.
De staf- en bedrijfsvoeringstaken van de AID en de VWA zijn, hoewel vanuit historisch
perspectief goed verklaarbaar, eveneens verspreid over het land georganiseerd waardoor
de efficiëntie en de effectiviteit van deze organisaties niet optimaal zijn.
Algemene uitgangspunten vestigingskeuze nieuwe VWA
Ik streef er naar van de nieuwe VWA een organisatie te maken die efficiënt, slagvaardig en
met gezag opereert. De fusie is ingegeven door een aantal overwegingen. Ten eerste kan
een kwaliteitsslag worden gemaakt door de kennis die nu nog verspreid is over de
diensten, samen te brengen. Daarnaast werken de drie diensten voor een belangrijk deel
voor dezelfde doelgroepen, waarbinnen bedrijven steeds groter worden en vragen om
gecombineerde inspecties. Daarbij is het mijn doel en tevens de wens van het bedrijfsleven,
de kosten van de retribueerbare activiteiten zo laag mogelijk te houden. Ten derde
zal door de fusie synergiewinst ontstaan, die door de drie afzonderlijke diensten niet
behaald kan worden. Ten vierde maken de drie afzonderlijke diensten in veel opzichten
dezelfde ontwikkeling door.
Bovendien is er ook een taakstelling opgelegd vanuit het Coalitieakkoord. Deze financiële
en personele taakstelling bedraagt ¤ 27,8 mln. en 488 fte in 2011 en moet voor een
belangrijk deel gevonden worden in een efficiëntere bedrijfsvoering en in het verminderen
van de kosten voor huisvesting. Momenteel hebben de drie diensten samen
53 locaties door het land. Het aantal locaties zal teruggebracht worden naar minder dan
201. Dit past in de lijn van de aanbevelingen van de heer Hoekstra en de heer
Vanthemsche. In hun onderzoeken werd vorig jaar bevestigd dat een centrale aansturing
van de dienst cruciaal is om de informatievoorziening te verbeteren en de effectiviteit van
het toezicht te verhogen. De eisen die aan de inrichting van de nieuwe dienst worden
gesteld zijn daarom hoog.
Bovenstaande factoren hebben geleid tot de keuze voor een fysieke concentratie op
één locatie van de taken op het gebied van staf- en bedrijfsvoering en het hogere
management. Ook het werk van de laboratoria zal op minder locaties worden uitgevoerd
(momenteel zijn er 7 laboratoria) om daarmee een betere efficiency te bereiken. De
uitvoering van inspectiewerkzaamheden bij bedrijven en instellingen blijft in de regio.
1 Dit moet een besparing op de jaarlijkse huisvestingskosten opleveren, van ¤ 19 mln. nu naar circa ¤ 11,5 mln. in
de nieuwe situatie (zie bijlage 1 t/m 4). De jaarlijkse besparing bedraagt daarmee ¤ 7,5 mln.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 3
Omdat de inspecteurs met behulp van moderne ICT (zoals laptops met UMTS-verbinding)
vanuit huis naar de inspectielocaties kunnen gaan en niet dagelijks naar kantoor hoeven
te reizen, acht ik een gemiddelde afstand tot een kantoorlocatie van circa één uur rijden
vanaf het woonadres acceptabel.
Er zijn zes algemene uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de gemaakte keuzes ten
aanzien van de huisvestingslocaties:
* De kosten van de huisvesting, inclusief de kosten bij afkoop van bestaande
locaties.
* De beschikbaarheid van de huisvesting op een bepaalde locatie.
* De bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer.
* De ligging in de regio ten opzichte van de woonplaats van de medewerkers.
* Sociale consequenties voor de medewerkers die een andere standplaats krijgen.
* Mogelijkheden tot het combineren van rijkshuisvesting.
Hoofdkantoor
Ik heb gekozen voor één centraal hoofdkantoor voor de nieuwe VWA in Utrecht, nabij het
Centraal Station. In dit kantoor zijn straks circa 600 medewerkers gehuisvest. Het betreft
hier hoofdzakelijk de medewerkers in de (beleids)staf, ondersteunende diensten en
bedrijfsvoering plus het hogere management. Door te kiezen voor de fysieke bundeling
van deze taken in één centraal hoofdkantoor, wordt invulling gegeven aan de verandering
van een regionaal georiënteerd besturingsmodel naar een centraal, in divisies
georganiseerd besturingsmodel. Ook de optimalisering van de interne en externe
communicatie vereist een centraal hoofdkantoor: het is belangrijk om te voorkomen dat er
teveel afstand ontstaat tussen divisies onderling en van de divisies naar de staf. De in het
"Vanthemsche" rapport gesignaleerde knelpunten over de interne aansturing en
communicatie zijn hiervoor illustratief.
Het bij elkaar brengen van alle divisies in één nieuw kantoor fungeert bovendien als
katalysator voor de vernieuwing die tot stand moet worden gebracht en de integratie van
de drie te fuseren diensten. Blijven werken in de huidige vestigingen betekent het risico
dat dienstonderdelen teveel 'blijven hangen in het oude'. Eén hoofdkantoor is een
belangrijke uiting van de nieuwe gezamenlijke toekomst en heeft in die zin grote invloed
op het slagen van de fusie.
Ter voorbereiding van de besluitvorming over de locatie van het hoofdkantoor is een
vijftal locaties met elkaar vergeleken (zie bijlage 5) op basis van de hiervoor genoemde zes
algemene uitgangspunten. Daarbij heb ik gebruikgemaakt van het bidboek dat ik van de
gemeente Ede heb mogen ontvangen en heb ik mij uitvoerig laten adviseren door de
Rijksgebouwendienst (RGD). Uit deze vergelijking kwamen Den Haag en Utrecht als beste
opties naar voren. Den Haag scoorde iets beter op de huurkosten, Utrecht scoorde beter
op de sociale consequenties voor de medewerkers. In bijlage 5 is de bereikbaarheid van de
vijf vergeleken locaties weergegeven. Daaruit blijkt dat zowel het totaal aantal reisuren
van alle hoofdkantoormedewerkers, als het aantal hoofdkantoormedewerkers dat een
enkele reistijd heeft van meer dan anderhalf uur, veruit het laagst is als het hoofdkantoor
wordt gevestigd nabij Utrecht CS.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 4
Bovendien wordt verwacht dat een nieuw gezamenlijk hoofdkantoor in het midden van
het land voor alle drie de diensten de acceptatie van de fusie ten goede zal komen.
De criteria voor de keuze voor de vestigingsplaats voor het hoofdkantoor leiden tot het
volgende beeld.
De kosten van de huisvesting
Voor Utrecht is een indicatie gegeven door de RGD voor een huurprijs van ¤ 300 per m2.
De kosten van het huidige hoofdkantoor van de VWA in Den Haag bedragen ¤ 235 per m2.
Dit huidige kantoor van de VWA is te klein om als hoofdkantoor voor de nieuwe VWA te
fungeren; extra ruimte bijhuren in het gebouw is wel een mogelijkheid. Het huidige
hoofdkantoor van de VWA kan zonder afkoopkosten worden verlaten waardoor de keuze
tussen Utrecht en Den Haag qua afkoopkosten geen verschil maakt.
De beschikbaarheid van huisvesting op een locatie
De RGD werkt aan de realisatie van een nieuw rijksverzamelpand bij Utrecht Centraal. De
opleveringsdatum kan de RGD nog niet exact aangeven. Tot het moment van opleveren
zijn er mogelijkheden voor tijdelijke oplossingen nabij Utrecht CS. In Den Haag zijn er
mogelijkheden in de huidige locatie van de VWA in Den Haag. Behalve dat het huidige
kantoor van de VWA te klein is voor het nieuwe hoofdkantoor (en er in dat geval extra m2
benodigd zijn), zijn nog aanpassingen in de inrichting van het huidige pand nodig om een
flexibel werkplekgebruik te ondersteunen.
Bereikbaarheid per openbaar vervoer
De medewerkers op het hoofdkantoor reizen in principe met het openbaar vervoer.
De reisafstand en reistijd met het openbaar vervoer is voor het totale personeelsbestand
het kleinst als het hoofdkantoor in Utrecht wordt gevestigd (zie bijlage 5 voor een
overzicht van het totaal aantal uren enkele reis per locatie en een overzicht van het aantal
medewerkers voor wie per locatie de reisduur enkele reis anderhalf uur of langer zou
gaan duren).
De sociale consequenties voor de medewerkers
Het aantal medewerkers dat geconfronteerd wordt met de keuze om met hun gezin te
verhuizen om een baan bij de gefuseerde organisatie te houden, is kleiner als het hoofdkantoor
in Utrecht wordt gevestigd dan wanneer zou worden gekozen voor Den Haag. De
locatie van het hoofdkantoor in Utrecht kan daarom rekenen op het grootste draagvlak bij
de medewerkers en de medezeggenschap. De kans dat medewerkers die nu nog in de
regio's werken, maar straks op het hoofdkantoor worden gehuisvest, meegaan naar de
nieuwe vestiging is dus het grootst als gekozen wordt voor een 'nieuw' hoofdkantoor
centraal in het land. Dit hangt samen met de relatief goede bereikbaarheid en de daardoor
gunstiger reistijden per openbaar vervoer. Het risico van een te grote uitstroom van
personeel en daarmee gepaard gaand kennisverlies wordt verkleind als wordt gekozen
voor een kantoor in Utrecht.
In verband met efficiency overwegingen en sociale aspecten wordt verder bezien of voor
bepaalde groepen kantoormedewerkers een overgangsregeling mogelijk is van een
combinatie van werken op het hoofdkantoor met werken vanuit een servicekantoor of
vanuit huis.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 5
Mogelijkheden tot het combineren van rijkshuisvesting
Zowel in Utrecht als Den Haag zijn er volop mogelijkheden voor gecombineerde huisvesting
met andere LNV- en rijksdiensten.
Overigens zijn meerdere inspectiediensten van andere ministeries van plan om naar
Utrecht te gaan of zijn daar inmiddels gehuisvest. Met de keuze voor Utrecht kan de
samenwerking tussen de nieuwe VWA en de andere rijksinspecties in de toekomst verder
worden versterkt.
Conclusie
De kosten van Den Haag vallen, enkel op huurprijs beoordeeld, lager uit. Alles overwegende
heb ik echter, met name vanwege de sociale consequenties en de positieve
effecten die een nieuw 'gezamenlijk' hoofdkantoor heeft voor de fusie, gekozen voor
Utrecht in de nabijheid van het Centraal Station als locatie voor het hoofdkantoor.
Laboratoria
De laboratoriumwerkzaamheden bij de nieuwe VWA bestaan uit drie domeinen: productveiligheid,
diervoeder & voedsel en plantgezondheid. In totaal zijn er bij de huidige VWA
en PD op dit moment zeven laboratoria die verspreid zijn over het hele land (Groningen,
Amsterdam, Zutphen, Wageningen (VWA en PD), Zwijndrecht en Eindhoven).
Laboratoria zijn in verhouding per vierkante meter zeer kostbaar door de bijzondere eisen
die aan de huisvesting worden gesteld in verband met veiligheidseisen en de aanwezigheid
van (vaak dure) bijzondere apparatuur. Het voornemen is om de diverse regionale
vestigingen van de laboratoria voor diervoeder- en voedselveiligheid te concentreren. Het
laboratorium voor cluster productveiligheid blijft vanwege de specifieke eigenschappen
van dit laboratorium vooralsnog gehuisvest in het huidige VWA-laboratorium in
Zwijndrecht. Het cluster plantgezondheid blijft in het bestaande PD-laboratorium in
Wageningen dat recentelijk gemoderniseerd is. Voor het cluster diervoeder- en voedselveiligheid
is nieuwbouw in Wageningen in aanbouw (gereed in 2009). De eindconfiguratie
voor de laboratoria omvat de huisvesting van alle laboratoria in Wageningen. De voorgenomen
concentratie sluit aan bij de gewenste schaalgrootte van de laboratoria en de
daarmee samenhangende efficiencydoelstelling. Daarbij is het volgende van belang:
* Het aantal handhavingmonsters zal tot 2011 met circa 25% dalen onder andere als
gevolg van invoering van nieuwe EU-wetgeving.
* Als gevolg van de taakstelling moet worden bezuinigd. De bezuiniging zou met de
huidige organisatievorm met verspreid gelegen vestigingen leiden tot (te) kleine
vestigingen met een beperkte bezetting, die dan niet efficiënt noch effectief meer
zullen functioneren.
* Concentratie van de laboratoria in Wageningen vormt een betere uitgangssituatie
voor verdere samenwerking binnen deze discipline en de noodzakelijke investeringen
in de kennisfunctie van het laboratorium.
Regionale servicekantoren en steunpunten
Van de 2.050 medewerkers die straks bij de nieuwe VWA werkzaam zijn, werken er 1.235
in hun eigen regio. Dit zijn de ambulante inspecteurs (1.115) en een deel van de kantoormedewerkers
(120).
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 6
Deze laatste groep (10 procent) heeft een vaste kantoorwerkplek nodig. De ambulante
medewerkers (90 procent) zijn veel onderweg en reizen slechts af en toe naar kantoor.
Door middel van regionale servicekantoren en steunpunten wordt voorzien in de behoefte
aan flexibele kantoorruimte door het land heen.
Op de regionale servicekantoren kunnen de inspecteurs administratieve werkzaamheden
uitvoeren, zich bevoorraden met inspectiehulpmiddelen, aansluiting maken met het
AGRO-net en materieel worden ondersteund op het gebied van technische en administratieve
activiteiten. Tevens zijn er mogelijkheden voor overleg met bestuurders en
ontvangstmogelijkheden voor vertegenwoordigers van bedrijven en andere relaties.
Deze kantoren kunnen daarnaast gebruikt worden voor het organiseren van instructie en
terugkoppeling van ervaringen uit het veld. Ten slotte worden ze ingericht om te kunnen
dienen als operationele uitvalbasis in crisissituaties en voor grootschalige opsporingsonderzoeken.
Een steunpunt is een locatie met minimale voorzieningen om bijvoorbeeld monsters af te
leveren, inspectiemiddelen te bevoorraden en direct aan het primaire proces gerelateerde
administratieve handelingen (door de inspecteur) te verrichten.
Er is voorzien in een viertal regionale servicekantoren (motie Atsma c.s., TK 2008-2009,
26991, nr. 227). Hier werken de medewerkers die (grotendeels) een regionale kantoorfunctie
hebben. Concreet gaat het daarbij om teamleiders, ondersteuning voor de teamleiders
en een aantal regionale opsporingsteams. Kortom de functies waarvoor geldt dat
het belangrijk is 'dicht bij het veld' te zijn. Dit zijn er gemiddeld 30 per regionaal servicekantoor.
Daarnaast worden er op ieder regionaal servicekantoor zo'n 40 flexibele werkplekken
ingericht voor ambulant personeel, speciale projecten etc. In totaal worden er
gemiddeld op een regionaal servicekantoor circa 70 werkplekken gecreëerd.
De huidige regiokantoren van de VWA en AID hebben een heel ander karakter dan de
toekomstige regionale servicekantoren. Door het regionale besturingsmodel dat deze
diensten nu nog kennen is, zoals eerder in deze brief al genoemd, een substantieel deel
van het management, bedrijfsvoering, staf en planning en control nu nog regionaal
gevestigd. Vanwege de keuze voor een centraal besturingsmodel en de daaruit voortvloeiende
concentratie van werkzaamheden op één hoofdkantoor en in één laboratorium
verhuizen de meeste kantoor- en laboratoriumfuncties dus vanuit de regio's naar Utrecht
en Wageningen.
Voordat ik inga op de argumentatie voor de locaties per regio, wil ik de bewegingen die in
de regio's plaats zullen vinden illustreren aan de hand van een concreet voorbeeld: regio
Noord van de huidige VWA. In regio Noord werken bij de VWA ongeveer 250 mensen.
Daarvan zijn er 150 inspecteurs met een ambulante functie. Zij werken vanuit huis en gaan
naar 'waar het werk is'. Zo nu en dan komen ze op kantoor voor het afleveren van
monsters, bevoorrading van inspectiehulpmiddelen of een bespreking. De inspecteurs zijn
allemaal voorzien van een laptop met een UMTS-verbinding.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 7
Zij kunnen overal verbinding maken met het netwerk en zijn daardoor voor het uitvoeren
van administratieve werkzaamheden steeds minder aangewezen op een kantoor. Qua
huisvesting verandert er voor deze groep dus weinig: het werk blijft in de regio en zij
rijden die keren dat zij naar kantoor gaan naar een ander kantoor.
Daarnaast zijn er nog zo'n 100 kantoorfuncties op het huidige VWA-regiokantoor in
Groningen. De meeste van deze functies zullen de komende jaren geleidelijk uit
Groningen worden verplaatst. Daarvoor zijn drie oorzaken aan te wijzen. Allereerst zal
een groot aantal kantoorfuncties zoals bijvoorbeeld bedrijfsvoering, meldkamer en
management vanuit de regio's naar Utrecht gaan. Ten tweede vindt een concentratie van
laboratoriumwerkzaamheden plaats. Deze functies zullen vanuit de regio's worden
verplaatst naar Wageningen. Ten derde zal een aantal van deze functies vanwege de
taakstelling die vanuit het Coalitieakkoord aan de inspecties is opgelegd, worden
opgeheven. Per saldo blijven zo'n 10 kantoorfuncties (die van de teamleiders plus de
directe (beperkte) administratieve ondersteuning) van de huidige VWA in de regio Noord-
Nederland aanwezig. Soortgelijke bewegingen zullen ook in de overige regio's plaatsvinden.
In bijlage 6 treft u een overzicht aan waarin de functiebewegingen per regio in grote
lijnen is weergegeven. Het grootste deel van de medewerkers (de inspecteurs, hun
teamleiders en ondersteuners) werkt echter nu én straks in de eigen regio. De beweging
die plaats zal vinden houdt verband met de concentratie van de laboratoria en de
verplaatsing van hoofdkantoorfuncties die nu nog in de regio zijn gevestigd naar het
centrale hoofdkantoor.
Bij de keuze van de spreiding van regionale servicekantoren en de steunpunten heb ik de
volgende uitgangspunten gehanteerd, in aanvulling op de zes algemene uitgangspunten
genoemd op pagina 3:
- De reistijd naar een servicekantoor of steunpunt bedraagt maximaal circa één uur
(enkele reis).
- De servicekantoren en steunpunten hebben een goede geografische spreiding zodat
een landelijk dekkend kantorennetwerk ontstaat.
- Om de afkoopkosten van de lopende huurcontracten te beperken heb ik voor de
regionale servicekantoren en steunpunten gezocht in het bestaande kantorenbestand
van de drie fusiepartners.
- De relatie met (toezicht)activiteiten in het kader van import of aanlanding van vis.
Op basis van een vergelijking aan de hand van de genoemde uitgangspunten heb ik
gekozen voor de volgende regionale servicekantoren en steunpunten:
* Vier regionale servicekantoren in Zwijndrecht, Wageningen, Eindhoven en Zwolle
en daarmee in respectievelijk de regio's Noord-, Oost-, Zuidwest- en Zuidoost-
Nederland.
* Negen steunpunten in Echt (Zuid-Limburg), Harlingen, Urk, IJmuiden,
Scheveningen, Schiphol, Rotterdam (haven), Eemshaven, Vlissingen. Met name
IJmuiden fungeert daarbij als steunpunt met een 'regionale functie' voor het
ambulante personeel in Noord-Holland en dient te worden uitgebreid.
De huisvestingskosten voor deze vier regionale servicekantoren samen bedragen naar
verwachting circa ¤ 1,7 mln. per jaar (zie bijlage 4). De gezamenlijke huurkosten van de
negen steunpunten bedragen in totaal ¤ 360.000 per jaar (bijlage 4).
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 8
Hieronder ga ik eerst in op de argumenten voor de keuze van ieder van de vier regionale
servicekantoren. Daarna ga ik in op de keuze voor de locatie van de steunpunten.
Regionaal servicekantoor Noord
In Noord Nederland zijn op dit moment twee grote regiokantoren gevestigd: het regiokantoor
Noord van de huidige VWA (Groningen) en het regiokantoor Noord van de AID
(Zwolle).
1. De kosten van de huisvesting
De huurkosten in Groningen en Zwolle zijn nagenoeg aan elkaar gelijk. Beide locaties zijn
te groot voor hun nieuwe functie, waardoor een deel van de ruimte zal moeten worden
afgestoten. In de huidige vestiging van de VWA in Groningen is wel een groot deel van
het pand ingericht als laboratorium. Vanwege het vertrek van de laboratoriumtaken komt
deze ruimte leeg te staan, maar ombouw naar reguliere kantoorruimte is kostbaar. De
omvang van de afkoopkosten hangt af van de vraag of een andere huurder kan worden
gevonden voor het pand. Daarnaast geldt dat in Groningen aanpassingen nodig zijn om
de regionale opsporingsfunctie te kunnen huisvesten. Hiervoor gelden zwaardere
beveiligingseisen. In Zwolle is al een opsporingsteam gehuisvest en het beveiligingsniveau
hoger - waardoor minder aanpassingen nodig zijn.
2. De beschikbaarheid van de huisvesting
Zowel in Zwolle als in Groningen is in de huidige vestigingen voldoende kantoorruimte
beschikbaar.
3. De bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer
Aangezien de regionale servicekantoren zijn bestemd als aanlandplek voor de inspecteurs
is vooral de bereikbaarheid per auto van belang. Voor zowel Groningen als Zwolle geldt
dat de bereikbaarheid per auto goed is.
Veel inspecteurs wonen in het gebied tussen Groningen en Zwolle. Gemiddeld genomen
veroorzaakt de keuze voor Groningen of Zwolle weinig verschil in toename van reistijd.
Groningen en Zwolle hebben beide een intercityverbinding met Utrecht CS. De reistijd van
en naar Zwolle bedraagt één uur, de reistijd van en naar Groningen bedraagt twee uur.
Het kantoor in Zwolle ligt direct naast het station, het kantoor in Groningen is iets verder
weg van het station gelegen.
4. De ligging in de regio
Zwolle ligt iets ten zuiden van de regio Noord-Nederland, maar is uitstekend bereikbaar
vanuit alle richtingen (Groningen, Drenthe, Friesland en de Noordoostpolder). Groningen
ligt in het noorden van de regio, maar heeft ook zeer goede verbindingen met de gehele
regio. De inspecteurs kunnen ook gebruik maken van steunpunten in Harlingen,
Eemshaven en Urk.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 9
5. Sociale consequenties voor de medewerkers
In het regionale servicekantoor in de regio Noord komt een beperkt aantal mensen 'vast'
in een kantoorfunctie te werken. Het gaat naast een aantal teamleiders en hun ondersteuning
vooral om de leden van een opsporingsteam van het huidige dienstonderdeel
opsporing van de AID dat momenteel in Zwolle is gehuisvest. Door te kiezen voor een
vestigingsplaats in Zwolle van het regionale servicekantoor verandert de kantoorlocatie
voor ongeveer 10 kantoormedewerkers.
Zou gekozen worden voor Groningen, moeten circa 30 medewerkers dagelijks over een
langere afstand reizen. De verhuisbeweging van Groningen naar Zwolle is daardoor per
saldo kleiner dan andersom:
Medewerkers regio Noord Ambulant Kantoor
kantoor Groningen 150 10
kantoor Zwolle 200 30
6. Mogelijkheden tot het combineren van rijkshuisvesting
Zowel in Zwolle als in Groningen zijn ook andere rijksdiensten gehuisvest waardoor
gecombineerde huisvesting (in de toekomst) mogelijk is.
Conclusie:
Groningen en Zwolle scoren op vier van de zes onderdelen gelijk aan elkaar. Ik heb
gekozen voor Zwolle omdat de sociale consequenties (aantal verhuisbewegingen van
medewerkers) bij de keuze voor de locatie in Zwolle het geringst zijn. Voor de
verbindingen met Utrecht geldt voor Groningen ten opzichte van Zwolle een dubbele
reistijd. Daarnaast is het gebouw in Zwolle pas enkele jaren geleden opgeleverd en
daardoor goed geoutilleerd, ook voor de opsporingsactiviteiten waarvoor hogere
beveiligingseisen gelden. In het gebouw in Zwolle zijn derhalve minder aanpassingen
nodig om het geschikt te maken als regionaal servicekantoor voor de nieuwe VWA.
Regionaal servicekantoor Zuidwest
Het enige kantoor van substantiële omvang in het bestaande kantorenbestand in de regio
Zuidwest Nederland is gevestigd in Zwijndrecht.
1. De kosten van de huisvesting
Door het bestaande kantoor in Zwijndrecht te gebruiken kan afstoot worden voorkomen
en wordt de verhuislast verminderd. Het contract van het kantoor in Zwijndrecht, dat pas
enkele jaren geleden in gebruik is genomen, loopt tot en met 2023, waardoor de afkoopkosten
hoog zouden zijn. De uiteindelijke kosten worden mede bepaald of een andere
huurder kan worden gevonden.
2. De beschikbaarheid van de huisvesting
In Zwijndrecht is een nieuw, goed uitgerust kantoor dat uitstekend kan fungeren als
regionaal servicekantoor. Bovendien beschikt het kantoor over de specialistische inrichting
voor het laborarium productveiligheid.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 10
3. De bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer
Aangezien het servicekantoor is bestemd als aanlandplek voor circa 300 inspecteurs, is
vooral een goede bereikbaarheid met de auto van belang. De bereikbaarheid van
Zwijndrecht met de auto is vanuit alle richtingen uitstekend. De openbaar vervoer
verbinding met Utrecht CS is redelijk. De reistijd van en naar Utrecht CS bedraagt ruim één
uur, met één overstap (Rotterdam Centraal). Het servicekantoor In Zwijndrecht ligt recht
tegenover het station.
4. De ligging centraal in de regio Zuidwest
Zwijndrecht ligt centraal in de regio (Zuid-Holland, Zeeland, westelijk deel Noord-Brabant)
5. De sociale consequenties voor de medewerkers
De vaste medewerkers (teamleiders en ondersteuning) van het regionale servicekantoor in
Zwijndrecht hoeven niet te verhuizen van kantoor.
6. Mogelijkheden tot het combineren van rijkshuisvesting
In Zwijndrecht zijn op dit moment geen andere rijksdiensten gevestigd.
Conclusie:
Op basis van bovenstaande criteria ben ik tot de keuze gekomen het regionale servicekantoor
in Zuidwest Nederland te vestigen in Zwijndrecht. Iedere andere locatie betekent
hogere (afstoot)kosten en een extra verhuislast voor de vaste medewerkers van het
regionale servicekantoor.
Regionaal servicekantoor Zuidoost
In het bestaande kantorenbestand van de AID en VWA in de regio Zuidoost Nederland zijn
er drie grote kantoorlocaties: Eindhoven (VWA én AID met ieder een eigen kantoor) en
Kerkrade (AID).
De huidige kantoren van zowel AID als VWA in Eindhoven dienen, naast bedrijfsvoeringsen
laboratoriumactiviteiten (VWA), ook als aanlandplek voor inspecteurs. Op het huidige
kantoor van de AID in Kerkrade worden voornamelijk bedrijfsvoeringsactiviteiten
uitgevoerd. In de nieuwe situatie zullen de bedrijfsvoeringstaken van AID, PD en VWA
worden gecentraliseerd en uitgevoerd op het hoofdkantoor. De huidige taken in Kerkrade
zullen in de toekomst dus in Utrecht worden uitgevoerd. Om die reden wordt de vestiging
in Kerkrade gesloten.
Voor het regionale servicekantoor in Zuidoost Nederland kies ik voor een locatie die
centraal in de regio ligt als het gaat om de dienstverlening in de regio. Daarvoor heb ik
een afweging gemaakt tussen één van de bestaande locaties in Eindhoven, te weten het
VWA kantoor vanwege het aldaar gevestigde laboratorium en een nieuw in te richten
vestiging in Weert.
Begin december heb ik het zogenaamde bidboek van de gemeente Weert in ontvangst
genomen. Op basis van dit bidboek heb ik een vergelijking gemaakt met de locatie
Eindhoven aan de hand van de algemene criteria.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 11
1. De kosten van de huisvesting
De huurkosten voor een nieuw regionaal servicekantoor in Weert zullen naar verwachting
iets lager liggen dan de huidige huurkosten van Eindhoven. Door het bestaande kantoor
in Eindhoven te gebruiken kan echter afstoot worden voorkomen en worden de verhuiskosten
verminderd. Het huurcontract van het kantoor in Eindhoven loopt tot en met 2023,
waardoor de afkoopkosten behoorlijk kunnen oplopen. Deze kunnen weliswaar beperkt
worden door een andere huurder te vinden, maar er is bij vertrek uit Eindhoven sprake
van een kostenpost van minimaal ¤ 5 mln. als gevolg van afkoop van huurcontracten.
2. De beschikbaarheid van de huisvesting
In het bidboek van de gemeente Weert wordt aangegeven, dat op de kantorenlocatie
Centrum-Noord een hoogwaardig kantoor kan worden gerealiseerd waar het regionaal
servicekantoor van de nieuwe VWA kan worden gevestigd. Realisatie daarvan wordt
voorzien in 2011 of 2012. In Eindhoven kan worden gekozen voor een bestaand pand.
3. De bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer
Aangezien het servicekantoor is bestemd als aanlandplek voor circa 300 inspecteurs, is
vooral een goede bereikbaarheid met de auto van belang. Zowel voor Eindhoven als voor
Weert geldt dat de bereikbaarheid per auto goed is.
Voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer is vooral de verbinding met Utrecht CS,
waar het nieuwe hoofdkantoor wordt gehuisvest, van belang. Eindhoven en Weert
hebben beiden een rechtstreekse intercityverbinding.
Omdat het kantoor in Eindhoven iets verder van het station ligt dan de voorziene locatie
van het kantoor in Weert zal de reistijd vanuit Utrecht ongeveer gelijk zijn.
4. De ligging centraal in de regio Zuidoost
Meer dan de helft van de inspecteurs woont in het gebied ten noorden en ten westen van
Eindhoven. Als het servicekantoor in Weert wordt gevestigd, betekent dat voor deze groep
inspecteurs een grotere reisafstand naar het kantoor. De groep inspecteurs die in Limburg
woont en bij de vestiging van het servicekantoor in Eindhoven een grotere reisafstand
naar het kantoor heeft, is veel kleiner. Om de reisafstand voor hen naar een werkplek met
kantoorfaciliteiten te beperken, kunnen de inspecteurs die in Midden- en Zuid-Limburg
wonen ook gebruik maken van het steunpunt in Echt (Zuid-Limburg).
5. De sociale consequenties voor de medewerkers
Naast de consequentie genoemd onder punt 4. geldt dat bij vestiging van het regionale
servicekantoor in Weert er sprake van een extra verhuisbeweging voor enkele tientallen
van de huidige medewerkers van AID en VWA met standplaats Eindhoven naar Weert.
De huidige kantoorfuncties van de AID in Kerkrade zullen naar Utrecht worden verplaatst.
De keuze voor een regionaal servicekantoor in Weert of in Eindhoven is voor deze groep
medewerkers derhalve niet relevant. Hun functies verhuizen immers naar Utrecht. Wel
wordt in verband met het behouden van cruciale kennis en in verband met sociale
aspecten bezien of in het kader van een overgangsregeling voor een deel van de
medewerkers van de vestiging Kerkrade een overgangsregeling mogelijk is van een
combinatie van werken op het hoofdkantoor met werken vanuit een servicekantoor of
vanuit huis.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 12
6. Mogelijkheden tot het combineren van rijkshuisvesting
In Eindhoven zijn kantoren van de AID, VWA en DRZ gehuisvest. Naast deze LNV-diensten
zijn er in Eindhoven ook andere rijksdiensten gehuisvest. In Weert zijn op dit moment
geen rijksdiensten gevestigd. Om mogelijkheden van gezamenlijke rijkshuisvesting in de
toekomst optimaal te kunnen benutten, adviseert de Rijksgebouwendienst het kantoor in
Eindhoven als regionaal servicekantoor voor de nieuwe VWA aan te houden.
Conclusie:
Eindhoven en Weert scoren op twee van de zes gebieden (bereikbaarheid en beschikbaarheid
van kantoorruimte) gelijk aan elkaar. Ik heb gekozen voor Eindhoven omdat de
afkoopkosten van de bestaande huisvesting worden beperkt en omdat de sociale
consequenties bij de keuze voor Eindhoven het geringst zijn (minder verhuisbewegingen
voor medewerkers). Daarbij ligt Eindhoven het meest centraal in de regio: het merendeel
van de inspecteurs woont in de omgeving van Eindhoven en ook het werkgebied van de
inspecteurs is met name in dit deel van de regio geconcentreerd. Ten slotte zijn er in
Eindhoven meer mogelijkheden voor gezamenlijke rijkshuisvesting in de toekomst.
Op basis van bovengenoemde criteria ben ik tot de keuze gekomen het regionale
servicekantoor in Zuidoost-Nederland te vestigen op de huidige kantoorlocatie in
Eindhoven en niet te verplaatsen naar Weert.
Regionaal servicekantoor Oost
In de regio Oost zijn de twee kantoren uit het bestaande kantorenbestand met elkaar
vergeleken: regiokantoor Oost van de VWA in Zutphen en het kantoor van de PD in
Wageningen.
1. De kosten van de huisvesting
De huurkosten in Wageningen en Zutphen zijn nagenoeg aan elkaar gelijk. Beide locaties
zijn te groot voor hun nieuwe functie, waardoor een deel van de ruimte zal moeten
worden afgestoten. De omvang van de afkoopkosten hangt af van de vraag of een andere
huurder kan worden gevonden.
2. De beschikbaarheid van de huisvesting
Zowel in Wageningen als in Zutphen is in de huidige vestigingen voldoende kantoorruimte
beschikbaar.
3. De bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer
Aangezien het servicekantoor is bestemd als aanlandplek voor circa 300 inspecteurs, is
vooral een goede bereikbaarheid met de auto van belang. De bereikbaarheid per auto van
zowel Wageningen als Zutphen per auto is goed.
Voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer is vooral de verbinding met Utrecht CS,
waar het nieuwe hoofdkantoor wordt gehuisvest, van belang. Station Ede/Wageningen
heeft een rechtstreekse intercityverbinding met Utrecht. Het kantoor in Wageningen ligt
enkele kilometers bij het station vandaan. De bereikbaarheid per openbaar vervoer van en
naar Zutphen is minder goed. Van en naar Utrecht is één overstap (Arnhem) nodig en ook
dit kantoor is een aantal kilometers van het station verwijderd.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 13
4. De ligging centraal in de regio Oost
Wageningen ligt zeer centraal in de regio. Zutphen wat meer in het noordoosten. De
inspecteurs wonen verspreid in de hele regio. Gemiddeld genomen maakt voor hen de
keuze voor Wageningen of Zutphen weinig verschil.
5. De sociale consequenties voor de medewerkers
In Zutphen is een deel van het huidige VWA-laboratorium gevestigd. Dit laboratorium
verhuist als onderdeel van het domein diervoeder- en voedselveiligheid naar Wageningen.
Het bij elkaar brengen van teamleiders en inspecteurs in Wageningen is een 'logische'
beweging.
6. Mogelijkheden tot het combineren van rijkshuisvesting
Zowel in Wageningen als in Zutphen zijn weinig mogelijkheden voor het combineren van
rijkshuisvesting.
Conclusie:
Vanwege de verbinding met het laboratorium en de "food valley", de centrale ligging in
de regio en de goede verbinding met Utrecht, ben ik tot de keuze gekomen om het
regionale servicekantoor in Oost-Nederland te vestigen in Wageningen.
Steunpunten
De meeste vestigingsplaatsen van de steunpunten hebben voor het merendeel een directe
relatie met (toezicht)activiteiten in het kader van import of aanlanding van vis. In de
havens waar de meeste aanlandingen van vis plaatsvinden, heb ik gekozen om een steunpunt
aan te houden, namelijk in Eemshaven, Harlingen, Urk, IJmuiden, Scheveningen en
Vlissingen. Zodra een vissersvaartuig aanlandt, dient er direct een controle plaats te
vinden. Omdat de vaartuigen vaak niet exact kunnen aangeven op welk tijdstip zij
aanlanden, moeten de inspecteurs regelmatig in de havens wachten alvorens zij hun
inspectietaken kunnen verrichten. Een steunpunt ter ondersteuning van deze inspectieactiviteiten
is daarom zeer praktisch en wenselijk. Deze steunpunten worden vanzelfsprekend
ook gebruikt door inspecteurs van andere disciplines dan visserij.
Daarnaast voeren inspecteurs dagelijks hun inspectietaken uit in de haven van Rotterdam
en op luchthaven Schiphol. Ook op deze locaties is een steunpunt wenselijk ter
ondersteuning van deze activiteiten.
De steunpunten zijn verder gekozen op basis van een goede geografische spreiding over
het land zodat er voor inspecteurs altijd binnen maximaal ongeveer een uur rijden
voldoende kantoorfaciliteit te vinden is. Met de locatie in Echt geef ik bovendien invulling
aan mijn toezegging aan uw Kamer om in Zuid-Limburg een steunpunt voor inspecteurs te
vestigen. Ik verwijs u daarvoor naar mijn brief van 11 juli jl. (TK 2008-2009, 26991, nr. 221).
Waar mogelijk wil ik de huisvesting in de steunpunten delen met andere rijksdiensten
zoals de KLPD en de douane.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 14
Tot slot
Met deze brief heb ik u de onderbouwing gegeven voor mijn keuze voor de huisvestingslocaties
van de nieuwe VWA. De concentratie van de huisvesting van een groot deel van
de kantoorfuncties en het verminderen van het aantal vestigingen van ruim 50 naar
minder dan 20 heeft grote gevolgen voor een deel van de medewerkers van de drie
diensten. Naast aandacht voor de kwaliteit van het functioneren van de betrokken
diensten en het zorgen voor een verantwoorde besteding van de financiële middelen, vind
ik het van groot belang mijn verantwoordelijkheid te nemen als werkgever richting de
medewerkers. Ik heb in mijn keuzes de sociale consequenties voor de medewerkers dan
ook zorgvuldig laten meewegen.
De totstandkoming van de huisvesting van de nieuwe VWA is een lastig proces waarbij
keuzes moeten worden gemaakt. Het sociaal flankerend beleid van het Rijk biedt echter
voldoende ruimte om indien noodzakelijk medewerkers te compenseren en/of naar ander
werk te begeleiden.
Over de regionale werkgelegenheidseffecten van de totale operatie Vernieuwing
Rijksdienst zal mijn collega van BZK u nader informeren.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 15
BIJLAGE 1
Huidige kantoren AID, PD en VWA
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 16
BIJLAGE 2
Overzicht nieuwe vestigingen
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 17
BIJLAGE 3
Overzicht huidige huurcontracten AID, PD, VWA per regio
Bedragen x ¤ mln.
Regio Huur Exploitatie Totaal
Noord 2,8 1,1 3,9
Oost 4,3 1,7 6,0
Zuid 2,2 0,9 3,1
West 4,2 1,7 5,9
Totaal 13,5 5,4 18,9
BIJLAGE 4
Overzicht huurkosten huisvesting nieuwe situatie
Bedragen x ¤ mln.
Huur Exploitatie Totaal
Hoofdkantoor 4,2 1,7 5.9
Servicekantoren 1,2 0,5 1,7
Steunpunten 0,3 0,1 0,4
Laboratoria 2,5 1,0 3,5
TOTAAL HUUR NIEUWE SITUATIE 8,2 3,3 11,4
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 18
BIJLAGE 5
Enkele OV-reistijd alle medewerkers hoofdkantoor in (in uren per dag)
Uit dit overzicht blijkt dat de enkele reistijd voor alle huidige medewerkers werkzaam op
het nieuwe hoofdkantoor het laagst is als wordt gekozen voor Utrecht CS. De totale enkele
reistijd bedraagt dan 742 uur per dag.
0
200
400
600
800
1.000
1.200
OV 742 896 912 969 1.011
Utrecht CS
Den Haag-
Centrecourt
Amersfoort-CS Ede-CS
Utrecht
Papendorp
Enkele reistijd, uitstijgend boven 90 min.
In dit overzicht is aangegeven het aantal medewerkers voor wie de enkele reistijd hoger
wordt dan anderhalf uur. Het aantal medewerkers voor wie dit geldt is bij de keuze voor
Utrecht CS het laagst.
aantal
medewerkers
in uren per dag
(cumulatief)
in uren per jaar
(cumulatief)
Utrecht CS 156 90 18.000
Den Haag 269 266 53.200
Amersfoort 332 166 33.200
Utrecht Papendorp 339 244 48.800
Ede 369 237 47.400
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 19
BIJLAGE 6 (DEEL 1)
Vergelijking situatie nu en straks (aantallen afgerond)
In deze bijlage is de verdeling van de medewerkers over de regio's per functietype
(kantoor, laboratorium en ambulant) in de huidige situatie weergegeven. In deel 2 van
deze bijlage volgt de verdeling in de nieuwe situatie. Door de situatie nu en straks met
elkaar te vergelijken wordt de beweging die straks plaats gaat vinden in grote lijnen
weergegeven.
NU
Aantal
medewerkers Kantoor Laboratorium Ambulant
VWA
Den Haag 275 275
Groningen 250 75 25 150
Zutphen 300 75 75 150
Amsterdam 250 75 25 150
Zwijndrecht 300 50 50 200
Eindhoven 250 50 50 150
AID
Zwolle 250 50 200
De Meern 225 125 100
Eindhoven 175 50 125
Kerkrade/Den Haag 100 100
PD
Wageningen 175 100 50 25
TOTAAL 2.550 1.025 275 1.250
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 februari 2009 PBF. 2009/786 20
BIJLAGE 6 (DEEL 2)
Vergelijking situatie nu en straks (aantallen afgerond)
In deze bijlage is de verdeling van de medewerkers over de regio's per functietype
(kantoor, laboratorium en ambulant) in de nieuwe situatie weergegeven. In totaal werken
1.235 medewerkers nu én straks in de eigen regio. De beweging die plaats zal vinden
houdt verband met de concentratie van de laboratoria en de verplaatsing van hoofdkantoorfuncties
die nu nog in de regio zijn gevestigd naar het centrale hoofdkantoor. De
daling van het aantal functies houdt verband met de taakstelling die is opgedragen vanuit
het Coalitieakkoord.
STRAKS
Aantal
medewerkers Kantoor Laboratorium Ambulant
Nieuwe organisatie
Hoofdkantoor
Utrecht 600 600
Laboratorium
Wageningen 215 215
Regionale servicekantoren
/steunpunten
Zwolle 310 30 280
Wageningen 310 30 280
Zwijndrecht 310 30 280
Eindhoven 310 30 280
TOTAAL 2.050 720 215 1.115
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit