AzG: slachtoffers LRA in noordoosten Congo moeten beschermd worden

04/02/2009 10:19

Artsen Zonder Grenzen

Amsterdam /Nairobi, 4 februari 2009 - Tientallen dorpen afgebrand, honderden burgers doodgestoken of doodgeslagen, mannen, vrouwen en kinderen ontvoerd. Het Verzetsleger van de Heer (LRA) blijft de bevolking van het district Haut-Uélé, in het noordoosten van Democratische Republiek Congo, terroriseren. Het geweld is enorm hevig en gericht en VN-interventiemacht MONUC onderneemt geen actie om de mensen te beschermen. Noodhulporganisatie Artsen zonder Grenzen stelt deze passieve houding aan de kaak.

Sinds 25 december 2008 zijn meer dan 50 plaatsen in dit grensgebied met Sudan het doelwit van moordpartijen door de LRA. Recentelijk: Tora, 21 januari; Taduru, 24 januari; Awo, 28 januari; Mangba, 30 januari en Ngilima, 1 februari. De meeste inwoners vluchten de bossen in om aan verdere slachtpartijen te ontkomen. Er is niemand die hen beschermt. Door de onveilige situatie kunnen hulpverleners hen niet bereiken en wachten de mensen tevergeefs op humanitaire hulp.

De weinige ooggetuigen die de bloedbaden hebben overleefd, bevestigen de enorme verschrikkingen. 'Ze namen hen het grasland in en doodden hen: één voor één. Niemand werd gespaard: bejaarden, zwangere vrouwen, jonge kinderen, zelfs baby's niet. Ze werden allemaal vermoord. Meer dan 60,' beschrijft een overlevende van een aanval op het dorp Batandé op 25 december, waarbij ook zijn familie werd afgeslacht.

'Elke dag dat we hier aan het werk zijn, komen we tot dezelfde conclusie: de LRA zet zijn gruweldaden voort. Daden die zo vreselijk zijn, dat ze elke beschrijving tartten,' aldus Marc Poncin, operationeel manager Congo van Artsen zonder Grenzen. 'En er zullen waarschijnlijk nog meer slachtpartijen volgen. Op 22 december nam de VN Veiligheidsraad resolutie 1856 aan waarin zij bescherming van burgerbevolking als prioriteit stelt voor de VN-vredesmacht in Congo. De MONUC moet haar verantwoordelijkheid nemen, zeker nu, nu de bevolking van Haut-Uélé het slachtoffer is van stelselmatige, gerichte aanvallen.'

De teams van Artsen zonder Grenzen in Congo zijn geschokt door het buitensporige geweld van de LRA en kunnen niet begrijpen dat de blauwe baretten gèèn actie ondernemen. Tijdens de aanval op Dungu op 1 november verscholen de troepen zich op hun basis. Sterker nog: deze MONUC-eenheid is nog nooit de burgerbevolking te hulp geschoten tijdens aanvallen, zelfs ook niet toen er steeds meer kwamen. Hoewel de situatie in het gebied drastisch verergerde, zijn er geen extra soldaten bij gekomen sinds de eenheid hier in juli 2008 werd gestationeerd. Ook evacueert zij zelfs geen gewonde burgers per helikopter uit gebieden die onbereikbaar zijn voor hulpverleners. Zoals op 14 januari, toen een MONUC helikopter in Duru was, maar een 12-maanden oude baby met schotwonden niet meenam.

Het gevaar dat Haut-Uélé beheerst maakt het verlenen van humanitaire hulp buíten de stad Dungu schier onmogelijk. Het risico op een verrassingsaanval is té groot. Desalniettemin zijn mobiele medische teams van Artsen zonder Grenzen diverse malen per vliegtuig naar Faradje, Doruma en Bangadi gegaan. Ze konden telkens maar een paar uur blijven, net lang genoeg om gewonden te behandelen. In totaal zijn er 900 doden gevallen. In totaal heeft Artsen zonder Grenzen slechts 17 gewonden kunnen behandelen. 'Twee dagen na de aanval op Faradje wisten we er te komen,' vertelt Mathieu Bichet, arts van Artsen zonder Grenzen . 'We troffen 4 mensen aan die zo ernstig gewond waren dat zij waarschijnlijk voor dood waren achtergelaten.' Tijdens de aanval op Faradje vielen er meer dan 140 doden.

In het Haut-Uélé district in DR Congo biedt Artsen zonder Grenzen spoedeisende hulp en evacueert zij ernstige gewonden naar het ziekenhuis in districtshoofdstad Dungu. Daarnaast ondersteunt het team gezondheidsposten in Doruma, Bangadi, Faradje, Ngilima en Li-May. Met mobiele hulpposten geven haar medewerkers medische zorg aan gevluchte Congolezen in de omgeving van Dungu. Het Artsen zonder Grenzen team bestaat uit 6 internationale en 25 Congolese medewerkers.

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl





http://www.toestand-kritiek.org