De ideale maten van een pre-Romeins model
Metrologische analyse
Noor van Krimpen voegt een nieuw wapen toe aan het arsenaal van
de archeoloog; de metrologische analyse. Deze werd al vaker
gebruikt om meer te weten te komen over de ontwerptechnische
kant van historische bouwwerken, maar Van Krimpen past de
methode nu ook toe om na te gaan wat de sociale betekenis was
van huizen van de elite in Pompeji. Het grote voordeel van het
gebruiken van de metrologische analyse, is dat er geen verder
graafwerk voor nodig is. De resten blijven zo dus intact.
Afbeelding Atriumhuis: 1. fauces (ingang); 2. tabernae
(winkelruimten); 3. atrium (centrale hal) 4. impluvium
(regenwaterbassin); 5. tablinum (tussenruimte); 6. hortus
(tuin); 7. triclinium (eetzaal); 8. alae (zijvleugels); 9.
cubicula (slaapvertrekken).
Vinex-wijk
De elite in Pompeji huurde architecten in om hun huizen te
ontwerpen. Van Krimpen laat zien dat deze architecten werkten
volgens de traditie van de antieke wiskunde. Deze wiskunde
kende een aantal standaardverhoudingen die door architecten
gebruikt werden bij het ontwerpen van huizen. Als het aan deze
architecten had gelegen, was Pompeji waarschijnlijk een ware
Vinex-wijk geweest, aangezien de standaardmaten ook een
standaardontwerp opleverden. Bovendien werden de hofhuizen in
Pompeji standaard rond een zogenaamd Atrium - een al dan niet
overdekte binnenplaats - gebouwd. Dit levert een hoge mate van
homogeniteit op in de grondplannen van de hofhuizen in Pompeji.
Unieke oplossingen
Van Krimpen nam de standaardmaten als basis, stelde op basis
van een metrologische analyse vast wat het oorspronkelijke
ontwerp moet zijn geweest, en bekeek vervolgens hoe de
onderzochte huizen daarvan afweken. De afwijkingen laten zien
hoe een opdrachtgever zijn invloed uitoefende op een ontwerp en
hoe iedere situatie een unieke oplossing vereiste. De hofhuizen
waren vooral gericht op de ontvangst van vrienden en andere
notabelen, en moesten dus daarop ingericht worden.
Afbeelding: Casa degli Amorini Dorati, atriumhuis in Pompeji.
Façade
De Pompejaanse elite probeerde de illusie van een perfect huis
in stand te houden. Er werd niet alleen gesjoemeld met
afmetingen van kamers om de centrale symmetrie te behouden. Van
Krimpen laat zelfs zien hoe twee buren de handen ineen hebben
geslagen om zo hun buurman, een van de rijkste mannen in de
stad, de loef af te steken. Zij lieten hun twee huizen
verscholen gaan achter één façade, waardoor hun bezit even
groot leek als dat van de buurman.
Van Krimpen onderzocht achttien Pompejaanse hofhuizen. Haar
onderzoek maakt deel uit van het bredere project RUSPA
(Ricerche Urbanistiche Su Pompei Antica). Zij voerde haar
onderzoek uit met subsidie van NWO.
Noor van Krimpen-Winckel, Ordinatio et dispositio
Promotie: 4 februari
Faculteit: Archeologie
Promotoren: prof.dr. H.A.A.P. Geertman en prof.dr. W.J.H.
Willems
(27 januari 2009/SH)
27/1/2009
Universiteit Leiden