4. Antwoorden op kamervragen van Schippers over de weigering van
ziekenhuizen om mortaliteitcijfers te publiceren
Antwoorden op kamervragen van Schippers over de weigering van ziekenhuizen
om mortaliteitcijfers te publiceren
Kamerstuk, 2 februari 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
2 februari 2009
CZ-K-U-2899804
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid
Schippers (VVD) over de weigering van ziekenhuizen om
mortaliteitcijfers te publiceren (2080906830).
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel `veel ziekenhuizen houden hun
sterftecijfers angstvallig geheim' 1), waaruit blijkt dat de meeste
ziekenhuizen weigeren de mortaliteitcijfers (HSMR) te publiceren?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat mortaliteitcijfers, mits gecorrigeerd op een
aantal relevante factoren, omdat zij geplaatst moeten worden in een
bepaalde context, omdat een ziekenhuis waar zware kankerpatiënten
worden behandeld nu eenmaal een andere mortaliteit kent dan een
basisziekenhuis in de regio, een belangrijke indicatie zijn van de
kwaliteit van zorg in een bepaald ziekenhuis en dat patiënten in het
licht van de beoogde transparantie recht hebben op deze informatie?
Antwoord 2
Mortaliteitscijfers kunnen een belangrijke indicatie zijn voor de
kwaliteit van zorg in een ziekenhuis. In het rapport `De
toepasbaarheid van de HSMR in het toezicht van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ)' van Prismant worden de mogelijkheden van het
gebruik van de HSMR door de IGZ beschreven. Hierin wordt aangegeven
dat eerst aan een aantal voorwaarden voldaan moet zijn, om de HSMR als
valide indicator voor de kwaliteit van zorg in te zetten. Zo moeten er
geregistreerde gegevens van voldoende kwaliteit zijn, moet voldoende
sterfte vallen binnen de 50 diagnosegroepen die in de HSMR-berekening
worden meegenomen en moet het ziekenhuis een casemix hebben die niet
teveel van het landelijk gemiddelde afwijkt.
Voordat ziekenhuizen landelijk vergeleken kunnen worden, moet ten
aanzien van de betrouwbaarheid van de gegevens nog een verbeterstap
gemaakt worden. Zo moet een deel van de ziekenhuizen haar cijfers
beter registreren. Voor 14 van de 102 ziekenhuizen blijkt uit het
Prismant rapport dat ze zo'n afwijkende casemix hebben dat ze zelfs
dan niet goed meegenomen kunnen worden in een landelijke vergelijking.
In het Prismant rapport wordt aangegeven dat ook de IGZ zich goed moet
voorbereiden, op het gebied van procedures en competenties, om thuis
te raken in de HSMR. De IGZ moet precies weten wanneer
mortaliteitcijfers iets kunnen zeggen over kwaliteitsverschillen
tussen ziekenhuizen.
Waar dit voor inspecteurs geldt, is dit zeker zo voor patiënten.
Transparantie voor patiënten/cliënten is een van de kerndoelstellingen
van mijn beleid, maar ik vind het belangrijk dat de patiënt
betekenisvol kiezen kan. Anderzijds wil ik onnodige onrust vermijden.
Op dit moment worden de gegevens daarom gebruikt voor interne
kwaliteitsverbeteringen en zijn ze nog niet openbaar. Ziekenhuizen
kunnen aan de IGZ aangeven óf ze gebruik maken van de HSMR, hetgeen
indicatief is voor de interne kwaliteitsborging van ziekenhuizen. Een
expertgroep van partijen uit het veiligheidsprogramma ziekenhuizen
heeft zich over verdere ontwikkeling en toepassing van de
mortaliteitcijfers gebogen. Eind februari zullen hierover op
bestuurlijk niveau tussen deze partijen en de IGZ afspraken worden
gemaakt.
Vraag 3
Vindt u het een logische situatie dat de informatie over
doorligwonden, ondervoeding of ziekenhuisinfecties zeer laagdrempelig
te vinden is, maar dat essentiële informatie over de veiligheid van
een bepaald ziekenhuis niet beschikbaar is?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2. Problemen ten aanzien van de
betrouwbaarheid van de registratie en de interpretatie van de gegevens
bij de HSMR, impliceren dat er geen essentiële informatie wordt
achtergehouden.
Vraag 4
Wat is uw mening over het feit dat ziekenhuizen hun personeel gerichte
trainingen geven voor het geval er lastige vragen worden gesteld door
journalisten over mortaliteit in het desbetreffende ziekenhuis?
Antwoord 4
Ik juich het toe als de voorlichting van ziekenhuizen
geprofessionaliseerd wordt en ziekenhuispersoneel leert hoe ze de pers
te woord moeten staan.
Vraag 5
Kunt u reageren op de reacties van de ziekenhuizen enerzijds, dat de
cijfers niet betrouwbaar genoeg zouden zijn voor publicatie en de
visie van een aantal deskundigen anderzijds 2) , die dat weerleggen?
Antwoord 5
De HSMR cijfers worden steeds betrouwbaarder en daarmee bruikbaarder
voor het doel. Zoals bij antwoord 1 beschreven zijn er echter nog
aandachtspunten, waarover een expertgroep zich momenteel buigt.
Vraag 6
Hoe verklaart u, in het licht van bovenstaande, dat enkele
ziekenhuizen in Nederland, waaronder het Martini Ziekenhuis in
Groningen, totaal geen bezwaar hebben tegen publicatie van de HSMR
(Hospital Standardised Mortality Ratio), en bevestigt dit gegeven niet
dat het uitgangspunt van publicatie van deze gegevens, namelijk zicht
op kwaliteit, juist is?
Antwoord 6
Elk ziekenhuis is vrij om de HSMR cijfers naar buiten te brengen. Met
name ziekenhuizen met een lage HSMR waarde doen dat op dit moment. Ik
vind het belangrijk dat deze cijfers betrouwbaar en interpreteerbaar
voor de patiënt zijn, zodat ze daadwerkelijk zicht bieden op
kwaliteitsverschillen, voordat ik hierin verdere stappen zet.
Vraag 7
Wat is, in vervolg daarop, uw mening over het gegeven dat de HSMR in
de VS, Australië, Canada en Groot-Brittannië al jarenlang openbaar is,
en gezien wordt als een belangrijke kwaliteitsgraadmeter voor
ziekenhuizen, waarbij bijvoorbeeld in Groot-Brittannië in de praktijk
al gebleken is dat deze openbaarheid van gegevens leidt tot grote
kwaliteitsverbetering bij zeer slecht presterende ziekenhuizen?
Antwoord 7
Ik ben er verantwoordelijk voor dat de kwaliteit in Nederlandse
ziekenhuizen zo betrouwbaar mogelijk in kaart wordt gebracht. De HSMR
zou hier mogelijk voor ingezet kunnen worden. Voor een zorgvuldige
toepassing is echter tijd nodig. Ziekenhuissystemen en registraties
zijn niet van alle landen 1 op 1 vergelijkbaar.
Vraag 8
Hoe kijkt u aan tegen de rol van de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) in deze? Acht u het verdedigbaar dat de IGZ ziekenhuizen
nadrukkelijk verzoekt de sterftecijfers niet schriftelijk te
verstrekken, omdat dit de mogelijkheid creëert voor derden om op basis
van de Wet openbaarheid van bestuur inzicht te krijgen?
Antwoord 8
Ik deel de opvatting van de IGZ dat de cijfers in deze fase slechts
gebruikt worden voor de interne kwaliteitsborging.
Vraag 9
Kunt u uw antwoorden geven in de context van uw topprioriteit,
namelijk verbeteren van kwaliteit, van veiligheid, en van
transparantie?
Antwoord 9
Dat heb ik gedaan.
1) GPD, 29 november 2008
2) Gert Westert, bijzonder hoogleraar kwaliteit van de gezondheidszorg
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport