Arnhem, 22 januari 2009
Citotoets 3, 4 en 5 februari
Op 3, 4 en 5 februari wordt voor de 40^ste keer de Citotoets in het
basisonderwijs afgenomen. Net als voorgaande jaren neemt bijna 85
procent van de basisscholen de toets, die officieel Eindtoets
Basisonderwijs heet, af. Het aantal deelnemende scholen en leerlingen
is ongeveer gelijk met vorig jaar. In de week van 2 maart ontvangen
scholen de resultaten.
Basisvaardigheden
De Citotoets bestaat uit 200 meerkeuzevragen op het gebied van de
basisvaardigheden Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden. Bijna
90% van de deelnemende scholen maakt ook het facultatieve onderdeel
Wereldoriëntatie, dat uit 90 opgaven bestaat. Juist omdat de toets
zich vooral richt op basisvaardigheden is extra voorbereiding, anders
dan kennismaking met de toets en het type vragen, niet nodig.
Onafhankelijk gegeven gebaseerd op onderzoek
De Citotoets is een hulpmiddel bij het maken van de keuze voor een
passend brugklastype. De toets geeft een onafhankelijk advies naast
het advies van de basisschool en de wens van ouders en leerling. Om de
onafhankelijkheid van de toets te garanderen wordt de inhoud jaarlijks
compleet vernieuwd. Veel basisscholen gebruiken naast de Citotoets een
leerlingvolgsysteem dat bestaat uit toetsen die meerdere jaren worden
gebruikt. Beide leveren de leerkracht belangrijke gegevens, maar er is
een verschil. De Citotoets maakt het mogelijk het advies van de
basisschool te vergelijken met een op onderzoek gebaseerd,
onafhankelijk gegeven. De toetsen in een leerlingvolgsysteem geven
waardevolle informatie over vorderingen van leerlingen, maar zeggen
niet wat die vorderingen kunnen betekenen voor de keuze van een
passend brugklastype. Natuurlijk kan de basisschool op basis van onder
meer de informatie uit een leerlingvolgsysteem wel een eigen advies
formuleren.
Intelligentietest
De score op de Citotoets is een goede voorspeller van het succes in de
verschillende typen van het voortgezet onderwijs. Dat komt doordat de
Eindtoets indirect een aantal eigenschappen meet die van groot belang
zijn voor toekomstig schoolsucces zoals leertempo, concentratie,
motivatie, doorzettingsvermogen en intelligentie. Dat de Eindtoets
deze eigenschappen indirect meet is meestal voldoende: de meeste
kinderen presteren op de Eindtoets conform hun capaciteiten. Dat geldt
echter niet voor alle leerlingen. Door bijvoorbeeld een gebrek aan
motivatie steken sommige leerlingen minder op van het basisonderwijs,
dan hun even intelligente leeftijdsgenootjes die wél gemotiveerd zijn
om te leren. Daarom kunnen basisscholen vanaf dit schooljaar naast de
Eindtoets ook een Intelligentietest afnemen. De gezamenlijke
resultaten maken het verschil tussen capaciteiten (wat zit erin?) en
leervorderingen (wat komt eruit?) direct zichtbaar. Hiermee kunnen
scholen het voortgezet onderwijs nóg beter informeren. De
Intelligentietest is zowel individueel als klassikaal af te nemen. Op
ruim 200 scholen maken ongeveer 4000 leerlingen de Intelligentietest.
Dit aantal kan nog oplopen omdat scholen de Intelligentietest nog tot
en met april kunnen bestellen en afnemen.
Cito