Universiteit Twente

Kunst als eye-opener voor filosofie

Publicatie UT-wetenschapsfilosoof uniek voor Nederlandse markt

Zien wat er als kijker met je gebeurt, als je oog in oog staat met een Rembrandt, Mondriaan of Lucian Freud. Dat doet Mieke Boon, wetenschapsfilosoof aan de Universiteit Twente, in `Filosofie van het kijken - Kunst in ander perspectief'. Het boek, samen geschreven met Trouw-filosofieredacteur Peter Henk Steenhuis, wordt op zaterdag 31 januari 2009 ten doop gehouden in het Rijksmuseum Twenthe. Dr. Anne Flierman, voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Twente, neemt het in ontvangst.

Aan de hand van filosofen als Aristoteles en Kant, Levinas en Plessner bespreekt Boon vijftig kunstwerken uit alle tijden: van Rembrandt tot Mondriaan, van Duccio tot Eliasson. Vanuit allerlei perspectieven leert zij `kijken naar het eigen kijken': kennisleer, metafysica, religie, ethiek, antropologie, Verlichting en Romantiek. Het rijk geïllustreerde, 250 pagina's tellende werk is een oefening om anders te leren kijken: naar kunst, naar onszelf en naar de wereld om ons heen.

Wat zijn onze redenen om iets mooi of lelijk, aansprekend of weerzinwekkend, de moeite waard of oninteressant te vinden? Boon haalt een reeks van verborgen vooronderstellingen naar boven die voor ons een sta-in-de-weg kunnen zijn om een bepaald kunstwerk te begrijpen of er langer dan een paar seconden aandacht aan te besteden. Deze, ook cultuur-historische, vooronderstellingen koppelt zij aan concurrerende visies op wetenschap. Eén gaat uit van een metafysische kijk op wetenschap. Waarneming is daarbinnen niet meer dan een kopie van de wereld, en theorie een soort foto van de achterliggende ware werkelijkheid. Die visie maakt een scherpe tweedeling tussen objectiviteit en subjectiviteit, verstand en gevoel, en zo ook: wetenschap en waarden. Maar die tegenstellingen' zijn niet zo groot, leert een andere wetenschapsvisie die epistemologisch is georiënteerd. Deze visie, die Boon deelt, begint bij het maken van kennis, en het doen van onderzoek, en heeft oog voor onvermijdelijke constructieve activiteiten van de waarneming. Wetenschappelijk waarnemen is volgens haar goed te vergelijken met het kijken naar kunst: volop selecterend en oordelend zijn wij er met heel ons wezen mee bezig en in betrokken.

`Notion Motion', door Olafur Eliasson (2005) Museum Boijmans Van Beuningen

Kijken naar kunst zoals dat in dit boek wordt gedaan vergroot ons inzicht in filosofie, en omgekeerd. Het is een rode draad in dit boek, dat door zijn dubbelperspectief uniek is voor de Nederlandse markt. Zo krijgt `Notion Motion' (van Eliasson, zie boven) een uitleg vanuit de kennistheorie van Kant. Dit ter illustratie dat we zelfs in de waarneming aan het construeren zijn. Vandaar dat Boon in het bedrijven van wetenschap een voorbeeldfunctie ziet weggelegd voor de technische wetenschappen. Lang werden die niet voor vol aangezien, maar ten onrechte, meent de Twentse filosoof (en van huis uit chemisch technoloog). Bij uitstek de technische wetenschappen tonen namelijk hoe wij voortdurend aan het construeren zijn. Onderzoekers doen meer dan dingen maken. Zij maken kennis. Zelfs waarnemingen!

De officiële boekpresentatie is op 31 januari in Enschede. Zowel deze als andere presentaties in de maand januari zijn algemeen toegankelijk. Zie voor het programma www.lemniscaat.nl. Reservering naar judithschiks@lemniscaat.nl (o.v.v. reservering Rijksmuseum Twenthe, zie ook bijgaande uitnodiging).