Gemeente Utrecht

Woningbouw 2008 en 2009 op peil, halvering in 2010
In 2008 zijn in Utrecht ongeveer 3.000 nieuwe woningen gebouwd. De woningvoorraad groeide in Leidsche Rijn met 1.700 en in de bestaande stad met 1.300 woningen. In 2009 blijft de productie op peil (3.200). Door de kredietcrisis daalt de productie in 2010 waarschijnlijk tot ongeveer 1.500 woningen. Dit staat in een brief die wethouder Bosch (Wonen) vandaag aan de raad heeft gestuurd.
Door de kredietcrisis willen minder mensen verhuizen en is het moeilijker een hypotheek te krijgen. Ook ontwikkelaars en corporaties komen minder makkelijk aan geld en de rentes voor een lening liggen hoger. Bij uitgewerkte woningbouwplannen waar ontwikkelaars op het punt staan om grond aan te kopen om te kunnen bouwen, ziet de gemeente aarzeling om tot de aankoop over te gaan. Bij verkoop van woningen in het duurdere segment lukt het niet altijd om voldoende woningen te verkopen om te kunnen starten met de bouw.
Minder grondopbrengsten en leges
Gevolg van deze ontwikkelingen is dat de productie achter blijft en dat begrote grondopbrengsten later binnen komen. In de grondexploitatie Leidsche Rijn is in de risicovoorziening tot op zekere hoogte rekening gehouden met mogelijke vertraging. Naast gevolgen in de grondopbrengsten heeft mogelijke vertraging van projecten ook tot gevolg dat er minder legesopbrengsten zijn.
Kwaliteit staat voorop
Bij projecten met koopwoningen voor starters en het middeldure segment tot ¤ 260.000,-, verloopt de verkoop weliswaar minder voortvarend dan een aantal maanden geleden, maar deze projecten vinden wel doorgang. Uitgangspunt voor de gemeente is dat niet ingeleverd wordt op de kwaliteit door bijvoorbeeld plannen aan te passen en vooral in het goedkopere segment te bouwen. Dat komt de stad en haar bewoners op (middel)lange termijn niet ten goede. Kwaliteit en leefbaarheid van de stad staan voorop. Het college blijft vasthouden aan de ambitie om gedifferentieerde en gevarieerde wijken te bouwen met een goede mix van koop- en huurwoningen. Per project wordt op maat beoordeeld of en zo ja, welke interventie mogelijk en haalbaar is om het project alsnog te realiseren. Hierover vindt overleg plaats met corporaties en ontwikkelaars.