Ministerie van Buitenlandse Zaken
Jaarrede voor Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel
30-01-2009 | Valkenburg | Toespraak: Verhagen - Minister van Buitenlandse Zaken
Hartelijk dank Jerome, en ook veel dank aan de vorige voorzitter van de
Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, de heer Frans Koelman, die
mij al eerder uitnodigde naar Limburg te komen dat kon toen helaaas niet
doorgaan vanwege een buitenlandse reis.
Dames en heren,
Ik ben zeer vereerd dat u mij gevraagd heeft vanavond de jaarrede uit te
spreken, aansluitend aan uw ledenvergadering. Ik doe dat met veel plezier. U had
geen geschiktere locatie kunnen uitkiezen voor een minister van Buitenlandse
Zaken, want het buitenland is hier in Valkenburg wel heel dichtbij. Op de
website van hotel Voncken, waar we vanavond te gast zijn, staat dat het hotel
gunstig gelegen is in de Euregio, en dat is natuurlijk ook zo: steden als
Maastricht, Luik, Aken, Keulen en Düsseldorf bevinden zich allemaal op een
steenworp afstand van hier.
Ik ben blij dat de nabijheid van het buitenland hier als een pluspunt wordt
ervaren, want daar wordt soms ook heel anders over gedacht. Maar al te vaak
wordt de nadruk gelegd op de bedreigingen die van het buitenland uitgaan, met
voorbijgaan aan de kansen die het buitenland ons ook biedt. En dat terwijl
Nederland zo'n groot deel van zijn welvaart te danken heeft aan internationale
handel en internationale investeringen. Toch hebben we de neiging nogal
pessimistisch naar het buitenland te kijken: al het goede komt van boven, zoals
we hier in Limburg weten, maar al het slechte komt van buiten, zoals sommige
politici er aan toevoegen. Die wijzen graag op het gevaar, of de lasten van
globalisering, terwijl ze de lusten gemakshalve buiten beschouwing laten. Zo'n
selectieve benadering klopt natuurlijk niet: globalisering heeft aantrekkelijke
en minder aantrekkelijke kanten het is geen keuzemenu waaruit je naar believen
kunt kiezen. Maar het is waar: je krijgt alles en je kunt niet doen alsof het
niet bestaat.We wisselen net zo snel informatie uit over een kookrecept als over
een handleiding van het maken van een bom. Je kunt de buitenwereld, zeker in een
open economie als de onze, niet buitensluiten. Ik beschouw het als minister van
Buitenlandse Zaken als mijn taak de lusten van globalisering te optimaliseren en
de lasten te minimaliseren.
En daarnaast beschouw ik het toch een beetje als mijn taak om wat tegenwicht
te bieden aan die sombere stemming over de internationale ontwikkelingen. Ik wil
dat vanavond ook doen. En ik kan dat vanavond ook doen, omdat ik juist in deze
regio met eigen ogen kan zien hoe ondernemende Nederlanders voordeel halen uit
hun relaties met het buitenland. Dat zagen we ook afgelopen september, toen
Buitenlandse Zaken naar Limburg kwam, tijdens de jaarlijkse
ambassadeursconferentie, om zo een beter beeld te krijgen van hoe het buitenland
de ontwikkelingen in Nederland mede bepaalt. Er worden hier veel kansen
aangegrepen, ondernemers aan weerszijden van de grens weten elkaar goed te
vinden, al dan niet met behulp van de omliggende consulaten. Dat stemt
optimistisch, ook in de moeilijke tijden waarin we nu verkeren. Iets van dat
optimisme wil ik vanavond graag overdragen.
Ik zou vanavond drie dingen met u willen bespreken: één: de positie van
Nederland in een geglobaliseerde wereld, die sterk aan verandering onderhevig
is. Twee: hoe het tij van de financiële crisis gekeerd moet worden en drie: het
belang van grensoverschrijdende samenwerking voor de Nederlandse economie.
Eigenlijk zoom ik dus steeds verder in: ik begin met een helikopterview van de
wereld, dan daal ik af tot Nederland, en tot slot keer ik weer met beide benen
in hotel Voncken terug, hier in Valkenburg, midden in de Euregio.
(Nederland in de wereld)
Dames en heren,
Er wordt deze dagen nogal wat gesproken en geschreven over de veranderende
machtsverhoudingen in de wereld. En inderdaad: we beleven momenteel een
verschuiving van economische en ook van politieke en militaire macht,
voornamelijk in Oostelijke richting. De opkomst van Azië betekent zeker niet dat
de Westerse rol op het wereldtoneel is uitgespeeld, maar wel dat andere
machtscentra aan belang winnen. Hoewel we natuurlijk nog moeten zien hoe
iedereen uit de financiële crisis komt: ook China, ook Rusland, hebben hieronder
te lijden, net zo goed als ieder ander en wie weet nog meer. Hoe de balans
uitslaat, kunnen we pas op de langere termijn beoordelen. We leven dus momenteel
in onzekere tijden.
Nu hoeven we ons niet per se zorgen te maken over de verschuivende
machtsevenwichten de opkomst van andere economieën biedt immmers veel kansen
zeker voor een handelsnatie als Nederland maar we moeten ons wel bewust zijn
van de gevolgen, en op de nieuwe situatie inspelen. Die nieuwe spelers zullen
ook willen meespelen ze willen niet aan de zijlijn blijven staan toekijken.
Het Westen zal dus ruimte moeten maken. Daarmee bedoel ik dat het Westen afstand
zal moeten doen van een deel van zijn gevestigde belangen en een grotere rol van
opkomende machten in internationale organisaties zal moeten accommoderen. Neem
bijvoorbeeld de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties: daarin zitten niet
Japan, India, Brazilië, Zuid-Afrika. Landen met een groot economisch gewicht,
dat zich nu echter niet vertaalt in een politieke stem. Ook de internationale
financiële instellingen, het IMF en de Wereldbank, zijn nog te veel exclusieve
clubs, waarin een groot deel van de wereldeconomie zich niet vertegenwoordigd
voelt. Drie miljard mensen uit China, India en Brazilië vragen zich af waarom de
president van de Wereldbank altijd per se een Amerikaan moet zijn, en de
president van het IMF per se een Europeaan en waarom zijzelf daarrvan dus per
definitie zijn uitgesloten. We zullen die organisaties moeten hervormen om het
systeem geloofwaardig te houden.
Maar als die opkomende machten een grotere rol krijgen toebedeeld " en ik
vind in beginsel dat zij daar inderdaad recht op hebben dan zulleen zij ook een
grotere verantwoordelijkheid moeten nemen we mogen dan van ze verrwachten dat
zij zich opstellen als verantwoordelijke aandeelhouders in het internationale
systeem. Dat is echter nog geen vanzelfsprekendheid. Hun optreden tijdens de
financiële crisis heeft dat wel aangetoond: zo hebben de nieuwe economische
grootmachten hun sovereign wealth funds niet aangewend om leven terug te brengen
in het internationale financiële handelsverkeer. We hebben aan de ene kant dus
te maken met uitdagingen die we uitsluitend samen het hoofd kunnen bieden denk
aan de kredietcrisis, maar ook aan klimaatverandering, aan de strijd tegen
terrorisme en internationale misdaad. Maar aan de andere kant maken de
machtspolitieke verschuivingen het gezamenlijk optreden juist minder evident
zeker ook omdat veel landen niet vanzelfsprekend onze visie op vrijheid,
democratie en mensenrechten delen. Waarden die voor ons, voor mij persoonlijk
ook, juist richting moeten geven aan die internationale ordening. Die waarden
vormen het fundament onder het internationale stelsel en juist daat fundament
staat nu ter discussie! Omdat veel landen die internationale universele waarden
in toenemende mate afdoen als een Westerse uitvinding.
Het is heel bemoedigend dat president Obama in zijn inaugurele rede sprak
over een nieuw tijdperk van verantwoordelijkheid, a new era of responsibility.
Hij wil samenwerking zoeken met landen die bereid zijn repressie te laten varen,
op basis van wederzijdse belangen en wederzijds respect. Ik hoop dat de nieuwe
Amerikaanse regering dat zal doen binnen de kaders van de internationale
verbanden waar zij ook deel van uitmaken, zoals de VN. Daar zullen de Amerikanen
Nederland zeker aan hun zijde vinden. Ook Nederland wil namelijk graag
samenwerken met andere landen, binnen een op recht en regels gebaseerd
internationaal systeem. Nederland heeft van oudsher zwaar geïnvesteerd in
internationale verbanden, omdat dat ons land dat klein is in oppeervlakte en
een open oriëntatie heeft bescherming biedt. En bovendien iss het the right
thing to do. Het bevorderen van de internationale rechtsorde is niet voor niets
in onze Grondwet verankerd. We hopen natuurlijk van harte dat we dit samen met
de Amerikanen zullen kunnen doen.
Als landen zich afkeren van het internationale systeem, zoals we nu zien,
omdat zij zich niet vertegenwoordigd voelen, of omdat ze de waarden en regels
die aan dat systeem ten grondslag liggen, niet erkennen, komt dat de stabiliteit
in de wereld niet ten goede. Daarmee komen de Nederlandse belangen in het geding
- ons land vaart er als handelsnatie immers wel bij als iedereen zich opstelt
als een verantwoordelijke aandeelhouder, en zich aan de internationale
spelregels houdt. Daar is ook het bedrijfsleven bij gebaat, want het is veel
prettiger zaken doen in landen waar de mensenrechten worden gerespecteerd en de
regels van de rechtsstaat worden nageleefd. We hebben er dus alle belang bij
vast te houden aan die internationale ordening, landen erbij te trekken, aan
boord te hijsen.
Om dat te bereiken zet ik juist ook in op het aanhalen van banden met landen
waarmee wij veel van onze waarden, al dan niet geheel, delen: gelijkgezinde
landen, zogezegd. Ik denk dat het in de onzekere wereld van vandaag goed is om
te weten wie onze vrienden zijn. Juist omdat me met onze vrienden dezelfde
waarden en uitgangspunten delen, kunnen zij ons helpen het Nederlands belang in
de wereld te behartigen. Natuurlijk heb ik het dan over onze buurlanden, de
Europese Unie. Natuurlijk heb ik het over de Verenigde Staten, met wie Nederland
zich sterk verbonden voelt. Maar ik heb het ook over andere landen, die zich
eerder misschien een beetje aan onze blik onttrokken, maar met wie we toch heel
veel gemeen hebben: landen als Australië en Nieuw-Zeeland, Japan, Zuid-Korea,
Singapore, Indonesië. Ik bezocht al die landen de afgelopen tijd om de banden
aan te halen en te kijken waar we nauwer kunnen samenwerken. Ik sprak tijdens
die reizen ook altijd met Nederlandse ondernemers, en zij bevestigden dat die
internationale ordening ook voor hen van groot belang is: die ordening levert
een meer voorspelbare, stabiele omgeving op waarin beter zaken gedaan kunnen
worden. En trouwens, het bedrijfsleven helpt zelf ook mee die stabiele omgeving
te bereiken: bijvoorbeeld door maatschappelijk verantwoord te ondernemen, oog te
hebben voor mens en milieu. Dat juich ik van harte toe - zo versterken we
elkaars inspanningen.
Economische samenwerking is een belangrijk onderdeel van de bredere
betrekkingen die Nederland met andere landen onderhoudt. Het is één van de
bindmiddelen voor Nederland: door zaken te doen met andere landen groeien we
dichter naar elkaar toe, en juist met de landen waarmee we ons het meest op ons
gemak voelen, doen we de meeste zaken. De bulk van de Nederlandse export gaat op
het moment naar bestemmingen binnen de EU en dan nog vooral naar België en
Duitsland en de Verenigde Staten. Ik zou u, als vertegenwoordigerrs van het
bedrijfsleven, ook eens willen aanmoedigen verder te kijken dan uw vertrouwde
exportmarkten. Denk ook eens aan een land als Japan, of Brazilië. Misschien
minder gemakkelijke markten, maar daar ligt wel voor een belangrijk deel de
toekomst! Ik weet dat de Maatschappij voor Nijverheid en Handel dit voorjaar
twee lezingen organiseert in het kader van vierhonderd jaar handelsbetrekkingen
tussen Nederland en Japan, misschien kunnen die ter oriëntatie en wie weet ter
inspiratie dienen!
En overigens, ik wil het hier nog maar eens heel duidelijk zeggen:
Buitenlandse Zaken biedt daarbij graag ondersteuning. U mag van onze ambassades
en economische steunpunten verwachten dat u zo goed mogelijk wordt geïnformeerd
over marktkansen en potentiële partners. We verlenen diensten op maat aan het
bedrijfsleven en in het regeerakkoord hebben we gezegd dat we die
dienstverlening nog willen verbeteren. Bij de rijksbrede taakstelling die
momenteel in volle gang is, is het dan ook de inzet om de economische functie te
behouden en te versterken. Dat is ook precies waarom ik besloten de honorair
consulaten in de grensstreek, waaronder die in Aken en Keulen, open te houden.
De consulaten-generaal in Hamburg en Frankfurt zullen worden omgevormd in
Netherlands Business Support Offices, die zich geheel zullen richten op
economische dienstverlening. Dat is winst ook voor het bedrijfsleven in deze
regio! Het is een kerntaak van onze ambassadeurs en medewerkers op de posten om
economische diplomatie te bedrijven en economische dienstverlening te bieden:
zij zitten daar onder andere om uw belangen te behartigen, maakt u daar
alstublieft gebruik van! Het is goed om, als u overweegt internationaal te gaan
ondernemen, zich in Nederland alvast zo goed mogelijk te oriënteren. Ik verwijs
u graag naar de Economische Voorlichtingsdienst en de website
www.internationaalondernemen.nl (http://nl.sitestat.com/minbuza/minbuza/s?www.internationaalondernemen.nl&ns_type=clickout&ns_url=http://www.internationaalondernemen.nl)
- daar ziet u precies wat u van de overheid kunt verwachten.
(de financiële crisis: inzetten op verduurzaming economie)
Dames en heren,
In de veranderende wereld die ik u zojuist schetste, probeert Nederland zijn
belangen en dat zijn dus ook de belangen van het Nederlands bedriijfsleven!
te behartigen door in te zetten op een internationale aanpak op eeen hervormd
multilateralisme dat gebaseerd is op universele waarden, recht en regels.
Daarbij is ons 'relatiebeheer' essentieel: we kijken heel goed hoe we onze
invloed kunnen aanwenden, rechtstreeks, maar ook via anderen, door allianties te
vormen met landen die ons na staan. We proberen als het ware de goede krachten
te mobiliseren om wereldwijde veranderingen in ons voordeel te bewerkstelligen.
Dat is in de kern waar ik als minister van Buitenlandse Zaken mee bezig ben.
Een onderwerp dat momenteel heel actueel is en waar dus veel van onze
aandacht naar uit gaat is de aanpak van de financiële crisis, waarvan de
effecten zich wereldwijd doen voelen, ook dichter bij huis, in Europa, in
Nederland, in Valkenburg. Ook hier geldt dat we een internationale aanpak nodig
hebben om de gevolgen van deze crisis te verzachten en te voorkomen dat er in de
toekomst nog eens zoiets gebeurt. Vanwege de grote onderlinge verwevenheid van
de banken en de reële economieën is er in ons eentje geen redden aan: we hebben
elkaar nodig willen we effect kunnen boeken.
Wat we nu, in deze tijd van crisis, vooral niet moeten doen is ons systeem,
dat gebouwd is op open economieën, vrijheid en democratie, afschrijven. In
plaats daarvan moeten we vertrouwen op het zelfherstellend vermogen van dat
systeem. Dat is niet hetzelfde als een laissez faire beleid bepleiten -- verre
van. Ook ik vind dat de menselijke maat weer richtinggevend moet worden. The sky
is niet the limit. We moeten dus niet alles aan de markt overlaten, we hebben
gezien waartoe ongebreidelde hebzucht kan leiden. Maar dat wil niet zeggen dat
nu het hele principe van de vrije markt overboord moet. Ik hoorde president
Obama hetzelfde zeggen tijdens zijn inaugurele rede: het gaat er niet om of de
markt een kracht ten goede of ten kwade is. De kracht van de markt om welvaart
en vrijheid te verspreiden is ongekend. Maar zonder een toeziend oog kunnen
excessen ontstaan. Dat moeten we tegengaan, en daar moeten we dus samen aan
werken. Een zekere mate van toezicht en regulering is daarbij onmisbaar.
De G20 heeft het voortouw gekregen bij het bestrijden van de financiële
crisis. Tijdens de laatste bijeenkomst van de G20, in Washington, afgelopen
november Nederland was daar bij spraken die landen ook ok een sterk vertrouwen
uit in het herstellend vermogen van het systeem. Marktprincipes, vrije handel en
investeringen en effectief gereguleerde financiële markten zorgen voor dynamiek,
innovatie en ondernemerschap, en dat is essentieel voor economische groei,
werkgelegenheid en armoedebestrijding, zo stelt de slotverklaring. Ik ben het
daar van harte mee eens en hoop dan ook dat landen niet zullen overgaan tot
protectionisme. De G20-verklaring spreekt zich daar tegen uit, maar het verloop
van de Doha-ronde geeft wat dat betreft weinig aanleiding tot optimisme. Ook de
'buy American' campagnes in de VS zijn geen goed voorteken. Ik hoop dat de
nieuwe president wat dit betreft een rechte rug zal houden. Juist in deze tijd
zou het desastreus zijn als ieder land zich op zichzelf gaat richten. Die les
hebben we in het verleden wel geleerd. We moeten niet internationale handel de
nek omdraaien in een vruchteloze poging onze eigen bedrijven de hand boven het
hoofd te houden. Ik wil u ter geruststelling meegeven dat Nederland zich daar
fel tegen zal verzetten: protectionisme is zeker niet in het belang van onze
exportgerichte economie.
Maar, zult u als ondernemer zeggen: makkelijk gezegd daar vanuit Den Haag,
maar niet zo makkelijk gedaan, mijn bedrijf heeft het moeilijk! Daarom geeft het
kabinet bedrijven op dit punt ook een steuntje in de rug, want we willen u als
ondernemers ook tijdens de kredietcrisis de mogelijkheid bieden om te blijven
ondernemen, te blijven investeren, te blijven exporteren en te blijven
innoveren. Daarom heeft het kabinet onlangs een aantal financieringsregelingen
uitgebreid, die het voor bedrijven allemaal net wat makkelijker moeten maken. Zo
komen we het exporterende bedrijfsleven tegemoet door het systeem van
exportkredietverzekeringen uit te breiden. Want het is voor Nederland natuurlijk
enorm belangrijk dat we onverminderd kunnen exporteren naar landen als Rusland,
Kazachstan, de Baltische staten en andere landen.
Ook komen er ruimere garanties voor banken en investeringsmaatschappijen die
geld steken in snelgroeiende bedrijven (de zogenaamde groeifaciliteit). Ook
grotere bedrijven (met meer dan 250 werknemers) kunnen nu gaan profiteren van
die groeifaciliteit. Het kabinet staat garant voor de helft van het bedrag bij
investeringen tot maximaal 50 miljoen euro. De schadepost voor een bank of een
investeringsmaatschappij is dus maximaal 25 miljoen.
En eerder heeft het kabinet al de garantieregeling voor het MKB verruimd. De
overheid stond al garant voor leningen aan bedrijven tot maximaal 100
werknemers. Met de uitbreiding van de regeling krijgen nu bedrijven tot maximaal
250 werknemers extra steun in de rug. Voor starters staat de overheid garant
voor leningen tot 200.000 euro (dat was eerst 100.000 euro). Het maximale
garantiebedrag per bedrijf is verhoogd naar 1,5 miljoen euro (was eerst 1
miljoen.) Inmiddels maken al 65 bedrijven gebruik van deze verruimingen: in 59
gevallen betreft het startende ondernemingen. U staat er dus als ondernemer niet
alleen voor, de overheid speelt in op uw situatie en moedigt u aan te blijven
doen wat u al zo goed deed.
Ook regionaal zijn maatregelen getroffen. Voor de regio Zuidoost Nederland is
een mobiliteitscentrum geopend in Eindhoven, waar mensen worden geholpen die
door de kredietcrisis tijdelijk zonder werk zitten. De Kamer van Koophandel
heeft een meldpunt kredietcrisis opgestart en er is nog eens netjes op een
rijtje gezet wat de meest relevante subsidies zijn voor bedrijven.
Het lokaal bestuur moet zelf ook een actieve rol op zich nemen: bijvoorbeeld
door tijdig overleg te initiëren om grip te krijgen op de lokale economische
situatie; door investeringen te versnellen en door rekeningen tijdig te betalen
dat zorgt voor een betere liquiditeit van bedrijven. De provinciee Limburg
heeft daar in ieder geval al werk van gemaakt. Vandaag presenteerde de task
force Koersvast, waarin lokale overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen
vertegenwoordigd zijn, een plan van aanpak waarin investeren, ondersteunen,
mensen, nieuwe ideeën en kennis centraal staan. Dat is de spirit die we nu nodig
hebben!
Er is nog een punt dat ik wil maken. Ik hoop dat de financiële crisis als
katalysator zal werken om de verduurzaming van onze economie een belangrijke
stap dichterbij te brengen. Overheden die de reële economie ondersteunen en de
Nederlandse overheid doet dat ook, zij het op iets bescheidener schaal dan
sommige van onze buurlanden - zouden dat op zo'n manier moeten doen dat juist
het toekomstig concurrentievermogen leidend is, niet de bescherming van zaken
die ons tot dusver welvaart hebben gebracht, maar die niet zijn opgewassen tegen
de uitdagingen van de 21e eeuw. Zo zou de uitvoering van de ambitieuze
klimaatdoelstellingen die we ons binnen Europa hebben gesteld, niet mogen worden
uitgesteld. De financiële crisis is geen excuus om deze maatregelen op de lange
baan te schuiven. Integendeel, juist nu moeten we investeren in innovatie en
schone technologie. Zo snijdt het mes aan twee kanten: we bestrijden de
negatieve effecten van de financiële crisis door onze economie een impuls te
geven en tegelijkertijd nemen we de eisen die de toekomst aan ons stelt serieus.
(grensoverschrijdende samenwerking)
Dames en heren,
Ik kom bij het laatste onderwerp dat ik vanavond met u wil bespreken, en dat
zijn de mogelijkheden van grensoverschrijdende samenwerking. Als grensbewoners
weet u als geen ander dat die samenwerking niet altijd even soepel tot stand
komt, ook al doen zich goede kansen voor. Bestuurlijke, juridische, financiële
en fiscale grenzen zitten soms nog behoorlijk in de weg. Verschillen in
regelgeving belemmeren het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en
werknemers binnen de EU. Ongetwijfeld zitten er ook hier mensen in de zaal die
tegen deze obstakels aanlopen.
Daarom is het goed dat ook vanuit het Rijk een stevige impuls wordt gegeven
aan grensoverschrijdende samenwerking. Het ministerie van Binnenlandse Zaken
heeft hier het voortouw, samen met Buitenlandse Zaken, maar de betrokkenheid van
alle departementen is van belang. Staatssecretaris Timmermans en ik nemen die
taak heel serieus. Inmiddels hebben alle regio's de knelpunten die zij in de
dagelijkse praktijk ondervinden kenbaar gemaakt. Het blijkt vooral te gaan om de
grensoverschrijdende arbeidsmarkt, cofinanciering, onderwijs, rampenbestrijding
en de implementatie van milieuregels. Voor Limburg waren grensoverschrijdende
gezondheidszorg en criminaliteitsbestrijding nog specifieke aandachtspunten.
Afgelopen december zijn al die knelpunten besproken in Den Haag. Daar is
besloten een grensmakelaar aan te stellen, als boegbeeld voor
grensoverschrijdende samenwerking. Die grensmakelaar zou dan als eerste
aanspreekpunt moeten fungeren. Ondertussen is het wel van belang dat het hele
kabinet oog houdt voor de bijzondere situatie van de grensregio's. Aan mij zal
dat niet liggen, ik kom hier zelf vandaan en weet hoe belangrijk het is. Het
gaat er vooral ook om praktische oplossingen tot stand te brengen voor de
ondervonden problemen. Niemand heeft behoefte aan een extra laag bureaucratie.
Later dit jaar zullen we in ieder geval ook een bijeenkomst hebben met België en
Duitsland om te bekijken welke regelgeving moet worden aangepast of dat andere
actie nodig is. Creatief en oplossingsgericht te werk gaan is daarbij het
devies.
(slot)
Dames en heren,
Ik rond af. Maar niet voordat ik even heb stilgestaan bij het feit dat
morgen, op 31 januari 2009, het Limburgs volkslied honderd jaar geleden voor het
eerst gezongen werd. En wel door het Koninklijk Roermonds Mannenkoor. Wat is er
zo bijzonder aan het Limburgs Volkslied, zult u misschien zeggen. Wel, ten
eerste is het het enige provinciale volkslied dat enige bekendheid geniet onder
zijn inwoners. Daagt u me niet uit, maar zelfs ik kan enkele verzen ten gehore
brengen van 'Waar in 't bronsgroen eikenhout'. Maar ten tweede is het een
grensoverschrijdend volkslied. Het is namelijk het Volkslied van zowel
Nederlands Limburg als Belgisch Limburg en daarmee is het zijn tiijd ver
vooruit. Het toont maar weer aan dat deze regio altijd al een koploper was op
het gebied van grensoverschrijdende samenwerking. En dankzij u is dat nog steeds
zo.
Ik dank u voor uw aandacht en wens u veel succes toe, thuis en over de grens!
Ministerie van Buitenlandse Zaken