Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2009Z01444 / 2080911060

Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het openbaar maken van nevenfuncties van hoogleraren. (Ingezonden 29 januari 2009)


1
Wat is uw oordeel over het bericht "Niet alle hoogleraren maken bijbaantjes openbaar"? 1)


2
Is het waar dat niet alle universiteiten de sponsoring en nevenfuncties van bijzonder hoogleraren openbaar maken, zoals de technische universiteiten en de universiteiten van Maastricht, Groningen en Wageningen?


3
Waarom moet dit zo lang duren, aangezien u dit al op 12 april 2008 heeft aangekondigd, nadat bekend werd dat tenminste een kwart van de bijzonder hoogleraren wordt gesponsord?
2)

4
Wat gaat u ondernemen om deze openheid alsnog te bereiken, aangezien u van mening bent dat dit vóór 1 januari 2009 gerealiseerd moest zijn?

5
Deelt u de mening dat het voor uw eigen geloofwaardigheid goed is wanneer volledige openbaarheid op korte termijn wordt gerealiseerd, bijvoorbeeld uiterlijk 1 maart aanstaande? Zo nee, waarom niet?


6
Indien volledige openbaarheid niet op korte termijn wordt verkregen, wanneer komt u dan met wetgeving om dit alsnog te regelen? 3)


7
Deelt u de mening dat volstrekte openbaarheid rond de sponsoring van hoogleraren en de financiering van onderzoek van groot belang is voor de betrouwbaarheid van het wetenschappelijk onderzoek?


1) HOP-nieuwsbrief, 21 januari 2009

2) de Volkskrant, 12 april 2008: "Plasterk eist openheid over betalingen hoogleraren"
3) Kamerstuk 31 288, nr. 29