Video zoeken met je neus
28/01/2009 13:23
Telematica Instituut
Op YouTube rondsnuffelen naar leuke filmpjes: we doen het allemaal wel eens. Vaak weten we niet eens precies wat we zoeken, en laten we ons sturen door wat interessant lijkt. Deze manier van zoeken blijkt echter lang zo gek niet te zijn. Sterker nog: het is natuurlijk gedrag. Ontwerpers van videowebsites zouden hier meer op moeten inspelen. Dat stelt Ynze van Houten in zijn proefschrift Searching for videos: the structure of video interaction in the framework of information foraging theory. Op 30 januari 2009 verdedigt de onderzoeker van het Telematica Instituut zijn proefschrift aan de Universiteit Twente.
In het onderzoek staat de vraag centraal hoe je informatiezoekers, in dit geval videokijkers, zo goed mogelijk kunt helpen om de video's te zien waaraan ze behoefte hebben. Daarbij wordt uitgegaan van de manier waarop mensen van nature zoeken. Dit zoekgedrag wordt beschreven in Information Foraging Theory (IFT). De theorie vergelijkt ons menselijk zoekgedrag met de manier waarop dieren naar eten zoeken (foerageren). Dieren gaan eerst op zoek naar een plek waar mogelijk wat te halen valt. Op die plek snuffelen ze rond om te verzamelen wat van hun gading is. IFT beschrijft hoe we op vergelijkbare wijze onze omgeving waarnemen als een verzameling plekken waar informatie te halen is. Die plekken worden 'patches' genoemd. Een patch is in IFT niet zozeer een vindplaats maar vooral een verzameling informatie waarin we verwachten te vinden wat we zoeken. In een video-omgeving zijn patches bijvoorbeeld alle video's uit de categorie 'komedies', het resultaat van een zoekactie naar video's over Obama, de video's met de hoogste waardering of de video's die het meest bekeken zijn. Vooral als we niet goed weten wat we zoeken ("iets leuks", of "iets interessants") laten we ons sterk leiden door anderen, en kiezen we video's die veel bekeken zijn of een hoge waardering hebben gekregen.
Bij elke patch vragen we ons af of we er blijven, of dat we verder gaan. IFT stelt dat we ons laten leiden door 'scent', geursporen. Links in een webomgeving kunnen bijvoorbeeld voor het gevoel van de informatiezoeker meer of minder overeenkomst hebben met wat je zoekt. Dat zorgt voor een 'geur', waarvan je het spoor kunt volgen. Hoe betekenisvoller de overeenkomst, hoe meer geur. Als we de keuze hebben uit diverse links naar video's, zullen we die met het sterkste geurspoor kiezen. De meest bruikbare drager van die geursporen voor video's blijkt de titel te zijn. Een beeld (frame) blijkt minder geschikt, behalve als deze gecombineerd wordt met een tekstuele beschrijving. Voor een specifiek genre als muziek (als in de database van Fabchannel) kunnen korte stukjes video (snippets) juist heel goede "geurspoordragers" zijn.
Voor een goede interactie (ofwel een tevreden gevoel) is het noodzakelijk dat de video-omgeving het mogelijk maakt efficiënt binnen een patch met videomateriaal te kunnen rondsnuffelen. In een ideale zoekomgeving maken video's deel uit van meerdere, overlappende patches en wordt het gemakkelijk switchen tussen verschillende patches ondersteund. En omdat we vaak niet precies weten wat we zoeken, biedt een omgeving met betekenisvolle patches die het volgen van geursporen goed ondersteunt, soelaas.
Mensen blijken het liefst afzonderlijk met de kleinere, semantisch betekenisvolle onderdelen van video's te willen interacteren, zoals bijvoorbeeld de items van een journaal of de losse samenvattingen van voetbalwedstrijden. Kenmerkend is dat bijvoorbeeld YouTube vooral uit dit soort video-onderdelen bestaat. Onderzoek gedaan bij Fabchannel - die videoregistraties van concerten online zet - laat zien dat bezoekers van de website vooral willen interacteren met de songs van een concert, niet met het concert als geheel. De videoregistraties van concerten worden tegenwoordig gesegmenteerd, aan de afzonderlijke onderdelen hangen beschrijvingen (o.a. de titel van de song), en de songs zijn direct aanklikbaar gemaakt.
Van Houten experimenteerde met diverse videobrowsers om te achterhalen hoe gebruikers het beste kunnen worden ondersteund. Hieruit blijkt IFT praktisch nut te hebben voor het ontwerp en de evaluatie van video-omgevingen. Bouwers van videowebsites kunnen daarmee hun voordeel doen.
Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl
http://www.telin.nl