UMC Utrecht
Richtlijn voor patiënten met beroerte
Het UMC Utrecht lanceert vrijdag 30 januari de eerste evidence based
verpleegkundige revalidatierichtlijn ter ondersteuning voor de
dagelijkse zorg van patiënten met een beroerte. Aan de richtlijn
hebben ongeveer honderd verpleegkundigen en andere zorgprofessionals
uit 33 Nederlandse zorg- en onderwijsinstellingen meegewerkt. De
richtlijn wordt gepresenteerd tijdens het symposium Zorg is therapie
in beweging.
Dit is de eerste evidence based verpleegkundige revalidatierichtlijn
ter ondersteuning voor de dagelijkse zorg van patiënten met een
beroerte. De kracht van de richtlijn is dat de beschikbare kennis op
een systematische en wetenschappelijke wijze gebundeld wordt en
vertaald is naar praktische aanbevelingen voor de dagelijkse zorg. De
rol van verpleegkundigen in de zorg van patiënten met een beroerte
krijgt hiermee een stevige inhoudelijke en wetenschappelijk
gefundeerde basis. Dr. Thóra Hafsteinsdóttir van de divisie Hersenen
van het UMC Utrecht is projectleider van de richtlijnontwikkeling.
De richtlijn benadrukt dat juist het functioneel, doel- en taakgericht
oefenen een positieve invloed heeft op het herstel van patiënten met
een beroerte. Het is van groot belang dat verpleegkundigen de
dagelijkse zorg als training zien, - en de kans grijpen om tijdens het
zorgen voor de patiënt hem of haar bepaalde activiteiten te laten
oefenen. Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 42.000 mensen
getroffen door een beroerte. Van de patiënten overlijdt een kwart
binnen vier weken, de helft houdt een langdurige handicap of
beperkingen. Herstel van een beroerte is voor de patiënt een langdurig
en zwaar traject. Patiënten kampen onder meer met cognitieve
problemen, depressie, problemen met seksualiteit, slikstoornissen en
ondervoeding. Het is een complex probleem en de verpleegkundige
revalidatierichtlijn beschrijft al deze thema's.
Ondervoeding na een beroerte komt voor bij gemiddeld 35% van de
patiënten. In de richtlijn wordt aanbevolen om de voedingstoestand van
iedere patiënt te screenen. Als een patiënt risico loopt op
ondervoeding, of al ondervoed is, dan kunnen verpleegkundigen
effectieve interventies toepassen. Alleen patiënten die ondervoed zijn
worden verwezen naar de diëtist. Omdat ondervoede patiënten een
grotere kans op complicaties hebben, kan het op tijd signaleren van
ondervoeding de opnameduur verkorten en draagt dit bij aan
kwaliteitsverbetering en kostenbesparing.
Ook de aanwezigheid van depressie wordt in veel gevallen niet herkend
bij patiënten met een beroerte. In de richtlijn zijn er een aantal
screeningsinstrumenten aanbevolen die verpleegkundigen kunnen
toepassen om depressie vast te stellen, zodat deze patiënten verder
verwezen kunnen worden naar de psycholoog of psychiater voor verdere
behandeling. Zo kunnen verpleegkundigen effectiever en efficiënter
handelen.
De richtlijn is een samenwerkingsproject tussen het Lectoraat
verpleegkundige en paramedische zorg voor mensen met chronische
aandoeningen van de Hogeschool Utrecht, de divisie Hersenen van het
UMC Utrecht, en Landspítali University Hospital in IJsland.
Inschrijving symposium is mogelijk via de website
www.conference-management.nl , het boek zal verschijnen bij Elsevier
Gezondheidszorg en wordt op 30 januari aan alle deelnemers van het
congres meegegeven.
Verpleegkundigen die meer informatie willen krijgen over de
Verpleegkundige Revalidatierichtljn Beroerte kunnen contact nemen met
dr. Thóra B. Hafsteinsdóttir t.hafsteinsdottir@umcutrecht.nl
Voor nadere informatie:
UMC Utrecht, In- en Externe Communicatie
Linda Minnen en Ilse van Wijk, tel. 088 7557483 (buiten kantoortijden
via 088 7555555)
press@umcutrecht.nl
maandag 26 januari 2009