Kamerbrief omtrent dieronvriendelijke verdovingsmethodes
Kamerbrief die ingaat op vragen over dieronvriendelijke verdovingsmethodes met CO2. Deze wordt toegepast bij de slacht van varkens. Deze proefsituatie komt niet overeen met de praktijksituatie in Nederland.
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Landbouw
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Velzen (SP) over
dieronvriendelijke verdovingsmethodes met CO2 toegepast bij de slacht van varkens.
1
Bent u bekend met de schokkende beelden van experimenten van de Universiteit Zürich
waarbij varkens en biggen geconfronteerd werden met CO2 gas, zoals die te zien zijn op
de website van Varkens in Nood? 1) Deelt u de mening dat hier sprake is van vermijdbare
en dus onaanvaardbare pijn en of lijden? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat niet
voldaan wordt aan de voorwaarden voor CO2 bedwelming in de Richtlijn die juist zijn
opgesteld om te kunnen garanderen dat voldaan wordt aan de eis dat "dieren elke
vermijdbare pijn of elk vermijdbaar lijden wordt bespaard"? Zo nee, waarom niet?
Ja.
Op basis van deze beelden van een dierproef in 1997 uit Zwitserland kan er geen oordeel
gevormd worden of de proef voldoet aan de voorwaarden in de Richtlijn. Overigens komt
de proefsituatie niet overeen met de praktijksituatie in Nederland.
2, 3, 4 en 5
Is het waar dat het bedwelmen van varkens en biggen bij slachterij VION in een afgesloten
ruimte plaatsvindt? Op welke wijze kan de VWA toezicht houden op deze bedwelming, nu
er geen direct zicht nog camerazicht is op het bedwelmingsproces?
Bent u bereid om, zolang bedwelming met CO2 wordt toegestaan, cameratoezicht ten bate
van het adequaat kunnen controleren door de VWA, in de bedwelmingsruimte voor te
schrijven? Zo nee, waarom niet?
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Landbouw
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
28 januari 2009 DL/2009/205 29 januari 2009
Kamervragen over dieronvriendelijke
verdovingsmethodes
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
29 januari 2009 DL/2009/205 2
Deelt u de mening dat de VWA niet voldoet aan het gestelde in artikel 8 van de Richtlijn
93/119/EG van de Raad van 22 december 1993: 'De slachthuizen worden geïnspecteerd en
gecontroleerd onder verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit, die te allen tijde
vrije toegang moet hebben tot alle delen van het slachthuis ten einde erop toe te kunnen
zien dat deze richtlijn in acht wordt genomen'? 2) Zo nee, op welke wijze denkt u dat de
VWA aan dit artikel 8 dat vrije toegang tot alle delen van het slachthuis voorschrijft,
voldoet, wetende dat juist dit deel zich 'onzichtbaar' afspeelt?
Herinnert u zich mijn eerdere vragen en uw eerdere antwoorden over bedwelmingsmethodes,
waarbij u aangaf dat u een werkgroep van wetenschappers zou vragen de
noodzakelijkheid om de dieren ook visueel te kunnen beoordelen tijdens het bedwelmen
mee te nemen in hun beoordeling van de richtlijn 93/119/EG? 3) Kunt u aangeven wat de
resultaten zijn van deze werkgroep en wat hun beoordeling is?
Ja, het bedwelmen van varkens en biggen bij slachterij Vion vindt plaats in een afgesloten
ruimte.
Er bestaat daarbij de mogelijkheid om korte tijd tijdens het bedwelmen de dieren visueel
te beoordelen via een deurtje bovenin de bedwelmingskamer. Op onder andere deze
wijze kan de VWA toezicht houden op deze bedwelming. Van deze mogelijkheid was mijn
ambtsvoorganger ten tijde van de beantwoording van de vragen die gesteld zijn op
27 oktober 2006 (Vergaderjaar 2006-2007, Aanhangsel van de handelingen, nr. 425) nog
niet op de hoogte.
Overigens hoeft er geen directe relatie te zijn tussen de mate van bewusteloosheid en de
visueel waarneembare symptomen. Zo is er bijvoorbeeld ook geen relatie tussen het
bewegingsloos en het bewusteloos zijn van een dier. Een bewegingsloos dier dat visueel
niet reageert op pijnprikkels, kan wel degelijk, als hij niet tevens bewusteloos is, de
toegediende pijn ervaren. Voor het oog lijkt het dan dat het dier geen pijn meer heeft.
Ook het omgekeerde kan waar zijn: het kan visueel lijken of de dieren ongerief ervaren
terwijl de dieren wel buiten bewustzijn zijn. Een belangrijk voorbeeld hiervan zijn spiertrekkingen.
Deze ongecontroleerde spierbewegingen treden specifiek op na bewustzijnsverlies
en hebben geen betekenis voor het dierenwelzijn maar wekken wel een suggestie
van ongerief.
Van groot belang voor het dierenwelzijn is dat er geen storingen optreden in de aanvoer
van de vastgestelde gasmengels. Hiervoor dient het alarmsysteem dat aangeeft wanneer
een wijziging in het gasmengsel optreedt. Daarnaast registreert het bedwelmingssysteem
exact de gasconcentraties in tijd waardoor ook achteraf nauwkeurig het verloop
beoordeeld kan worden.
Indien onverhoopt de gasconcentratie toch zou afwijken en de dieren onvoldoende
bedwelmd uit de bedwelmingsruimte zouden komen, zal dit door het personeel direct
waarneembaar zijn.
Het alarmsysteem, de registratie en de visuele beoordeling van de dieren nadat ze uit de
bedwelmingskamer komen, zijn effectiever dan het op afstand beoordelen van de dieren
via een camera. Ik zal daarom cameratoezicht niet gaan verplichten.
De VWA heeft te allen tijde vrije toegang tot alle delen van het slachthuis, daarmee wordt
voldaan aan het gestelde in de Richtlijn.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
29 januari 2009 DL/2009/205 3
6
Bent u bekend met het wetenschappelijk onderzoek 4) dat in 2007 in Spanje werd gedaan
naar het bedwelmen met CO2 met als conclusie 'Alle varkens hebben tijdens de blootstelling
aan hoge concentraties CO2 (>70%) ademnood (aantoonbaar door hijgen) en
vertonen een heftige afkeer tegen de CO2, doordat zij proberen te ontsnappen tot aan het
moment dat de bewusteloosheid is ingetreden. Dit is onomstotelijk bewijs dat aantoont
dat bij CO2 bedwelming het dierenwelzijn in geding is.'?
Bent u ondanks de beelden en dit wetenschappelijk onderzoek van mening dat artikel 3
van de Richtlijn (dieren dient elke vermijdbare opwinding of pijn of elk vermijdbaar lijden
te worden bespaard) goed wordt uitgevoerd?
Ja. Het gaat er juist om dit ongerief tot een minimum te beperken. De bedwelmingsmethode
vormt hierbij een belangrijk maar niet het enige onderdeel wat bepalend is voor
het dierenwelzijn voor en tijdens het doden. Andere belangrijke onderdelen zijn het
verzamelen en het vervolgens opdrijven van de dieren naar de dodingsplaats. Dit geheel
van factoren dient bij het oordeel betrokken te worden om te kunnen bepalen in hoeverre
een bepaalde methode wel of niet voldoet. Ik verwijs hiervoor ook naar mijn antwoord op
de vragen 9 en 10 die gesteld zijn op 27 oktober 2006 (Vergaderjaar 2006-2007,
Aanhangsel van de handelingen, nr. 425). Zo is bijvoorbeeld het grote voordeel bij
gasbedwelming dat de dieren niet gescheiden worden maar in hun groep bij elkaar
blijven.
7
Bent u bereid opnieuw onderzoek te doen naar de bedwelmingsmethode toegepast door
Vion? Zo nee, waarom niet?
Nee. De gasbedwelmingsmethode zoals die toegepast wordt bij VION is een Europees
goedgekeurde methode die voldoet aan de criteria uit de regelgeving. Wel heb ik
onderzoek laten uitvoeren naar de toepasbaarheid van andere mogelijk meer dierwelzijnsvriendelijkere
gasconcentraties. Ondanks het feit dat het nu toegepaste gasmengsel
voldoet aan de voorwaarden, houdt dit niet in dat er bij nieuwe inzichten geen
verbeteringen mogelijk zouden kunnen zijn. Het onderzoek is bijna afgerond. Ik verwacht
dat de resultaten voor 1 april bekend kunnen worden gemaakt.
8
In hoeverre zijn economische overwegingen doorslaggevend bij het toestaan van de CO2
bedwelmingsmethode? Welk onderzoek toont aan dat deze methode in overeenstemming
is met de voorschriften van de Richtlijn?
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
29 januari 2009 DL/2009/205 4
Economische overwegingen zijn niet doorslaggevend. Leidend bij het goedkeuren van een
bedwelmingsmethode is het voldoen aan de eisen uit de regelgeving. Ik zal nagaan welk
onderzoek ten grondslag ligt aan de gasbedwelmingsmethode.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Trouw, 28 januari 2009: "Doet de pijnbestrijding pijn?" en website Stichting Varkens in
Nood
2) Richtlijn 93/119/EG van de Raad van 22 december 1993
3) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006-2007, nr. 425
4) Velarde et al., 2007
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit