Wageningen Universiteit en Researchcentrum
het ijs
Het is druk onder het ijs
29 jan 2009
Het was begin dit jaar druk op het Nederlandse ijs. Maar ook eronder
krioelde het ondertussen van het leven, vertelt Ralf Verdonschot van
het team Zoetwaterecologie van Alterra (onderdeel van Wageningen UR).
Hij bemonstert al drie weken intensief de kleine vijver naast Lumen op
Wageningen Campus. En komt tot verrassende inzichten.
De directe aanleiding voor het onderzoek is een vraag van het
Vara-radioprogramma Vroege Vogels: wat is het effect van het ijs op de
waternatuur. Dat zette Verdonschot aan het denken en hij vertaalde de
vraag naar een wetenschappelijk onderzoek. Sindsdien wordt het
bevroren vijvertje naast Lumen intensief de pols gevoeld. âWat we
willen weten is welke beestjes nog voorkomen bij die lage temperatuur.
Hoe is het verloop van de temperatuur en het zuurstofgehalte onder het
ijs en hoe beïnvloedt dat het voorkomen van waterdieren.â
Sensoren meten elk kwartier het zuurstofgehalte, zowel direct onder
het ijs als op de bodem. Datzelfde gebeurt met de temperatuur. Met de
bevindingen tot nu toe is al meteen een populaire hypothese om zeep
geholpen. âVroeger dacht men dat alles overwintert op en in de bodem,
want daar is het ât warmst. Maar wij zien dat de beestjes op de
planten kruipen in de waterkolom boven de bodem. Dat is verrassend.â
Water is het zwaarst bij vier graden Celsius. Dat water zakt dus naar
de bodem. Koudbloedige dieren zullen zich normaal gesproken het liefst
in die relatief warme laag ophouden. Maar ze moeten ook voldoende
zuurstof binnenkrijgen. En dat blijkt nu juist dichtbij de bodem niet
te kunnen. De bacteriën in de bodem verbruiken alle zuurstof bij de
afbraak van dode waterplanten. Op de bodem is het letterlijk geen
leven. En dus verzamelen de beestjes zich op de planten in de koudere
waterlagen verder weg van de bodem. Alleen sommige wormen die met
weinig zuurstof toe kunnen, leven op de bodem.
Verbazingwekkend vindt Verdonschot ook de vele dieren die onder het
ijs actief zijn. Hij vond eendagsvliegen, kokerjuffers en sommige
wormen, waarvan niet bekend was dat ze in de winter actief zijn. Algen
en waterplanten produceren ook onder een veertien centimeter dikke
ijslaag ruim voldoende zuurstof. Op zonnige winterdagen is het water
zelfs oververzadigd met zuurstof. Dan komt een soort pomp op gang,
waardoor het warmere en koudere water zich mengen. Maar verrassend
genoeg worden de dieren daar niet actiever van. âAlleen de wantsen
zwemmen altijd vrolijk rond. Maar dat komt doordat ze een soort
antivries in hun lichaam hebben. De rest blijft op zijn plek op de
planten zitten.â Verdonschot heeft daar nog geen verklaring voor.
Het onderzoek gaat de komende winters verder. Verdonschot wil weten
wat er bijvoorbeeld in kwakkelwinters gebeurt. Welke effecten hebben
ijs en kou op de levensgemeenschappen van stilstaande wateren? Een
publicatie zit in de pen. / Roelof Kleis
Foto: Sensoren meten het zuurstofgehalte en de temperatuur in de
vijver naast Lumen. / foto Ralf Verdonschot
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.