Wageningen Universiteit en Researchcentrum
bijt van zich af
Nerveuze meerval bijt van zich af
29 jan 2009
Bij de kweek van Afrikaanse meerval, Clarias gariepinus, kan de
dichtheid oplopen tot vijfhonderd kilo meerval per kubieke meter. âHet
is vaak half vis, half water in zoân bakâ, zegt dr. Pascal van de
Nieuwegiessen van Wageningen Universiteit. Toch brengt zijn onderzoek
welzijnsactivisten niet in rep en roer. Meervallen gedijen uitstekend
in hoge dichtheden. Behalve als ze gestrest zijn.
De meerval is geen doetje. âIn de natuur zijn ze veel extremere
omstandigheden gewendâ, zegt Van de Nieuwegiessen. âZe komen voor in
meertjes en plassen in Afrika die soms opdrogen. Ze hebben een
longachtig orgaan dat hen in staat stelt naar een volgende poel te
kruipen. En ze zijn niet erg gevoelig voor de waterkwaliteit. Tijdens
de evolutie is eigenlijk een meerval ontstaan die het heel goed doet
in een kwekerij.â In Nederland wordt dan ook veel meerval gekweekt,
meestal in voormalige varkensschuren.
Van de Nieuwegiessen bevestigde met zijn experimenten eerder onderzoek
waaruit bleek dat agressie bij lage dichtheden niet minder voorkomt
dan bij hoge dichtheden, maar juist meer. Toch moeten kwekers
opletten, stelt hij. Hij deed proeven met jonge meerval (tot 100
gram), de jeugd (100 tot 300 gram) en volwassen vissen (1000 tot 1500
gram). Daaruit blijkt dat het aantal bijtwonden bij jonge meerval
zowel hoog is bij lage als hoge dichtheden. Te veel kleine meervallen
bij elkaar is dus niet goed. Bij de middengroep leidde een hogere
dichtheid juist tot minder agressie.
Ook blijkt de sfeer in een volgepakte bak te verslechteren als de
vissen in de stress schieten. Dat gebeurt bijvoorbeeld als ze
collectief uit de waterbak worden gehaald. âZe groeien niet allemaal
even snelâ, zegt Van de Nieuwegiessen. âRond de 150 gram worden ze
allemaal gewogen, waarna de vis per gewichtsklasse over de bakken
wordt verdeeld.â Dat levert stress en agressie op, vooral bij vissen
die in hoge dichtheid worden teruggezet.
Ook incidentele verstoringen leiden tot meer agressie bij hoge
dichtheden (500 kilo per kubieke meter) dan bij gemiddelde dichtheden
(tot 300 kilo per kubieke meter). Incidentele verstoringen zijn
bijvoorbeeld momenten waarop een dode meerval uit de vijver wordt
geschept of een zware vrachtwagen langsrijdt. De meerval is gevoelig
voor trilling.
Tot strakke welzijnsadviezen leidt het onderzoek nog niet. Van de
Nieuwegiessen wijdt er zijn eerste stelling aan: limitering van de
dichtheid alleen garandeert niet een beter welzijn van de meerval.
Pascal van de Nieuwegiessen is op 21 januari gepromoveerd bij prof.
Johan Verreth, hoogleraar Aquacultuur en visserij. / Albert Sikkema
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.