Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten
Beleidsregel aanwijzing beschermde monumenten 2009
Met ingang van 1 januari 2009 geldt een nieuwe beleidsregel voor de
aanwijzing van beschermd monumenten, de Beleidsregel aanwijzing
beschermde monumenten 2009.
Vanaf 1 januari 2009 richt minister Plasterk zich op het aanwijzen van
beschermde monumenten die zijn opgenomen in zogenaamde
aanwijzingsprogramma's. Uit de periode van vóór 1940 gaat het om het
aanwijzingsprogramma van monumenten van de Nieuwe Hollandse
Waterlinie. Het aanwijzingsprogramma voor monumenten in
herstructureringswijken kan zowel monumenten van vóór als van 1940 of
later betreffen. Voor de periode 1940 of later is er het
aanwijzingsprogramma topmonumenten uit de Wederopbouwperiode 1959 tot
en met 1965, dit in navolging op de `top 100' uit de periode 1940 tot
en met 1958. Ten aanzien van de archeologische monumenten zal het
aanwijzingsprogramma gericht blijven op het beschermen van monumenten
die bijdragen aan een evenwichtiger monumentenbestand. Dit zijn de
hoofdlijnen van de nieuwe Beleidsregel aanwijzing beschermde
monumenten 2009.
Archeologie
Het bestand aan beschermde archeologische monumenten laat op een
aantal vlakken lacunes zien, zo luidt de conclusie van het
RACM-rapport "Uit balans". In 2008 heeft de minister een 23-tal
archeologische monumenten ter bescherming voorgedragen, die voor een
deel in de lacunes voorzien. Ook voor de komende jaren zal er met
behulp van een meerjarig aanwijzings-programma worden toegewerkt naar
een archeologisch monumentenbestand dat representatief is voor wat
globaal in of op de Nederlandse bodem te vinden is aan sporen uit het
verre verleden.
Wederopbouw
Wat betreft de wederopbouw gaat het om het vervolg op de periode 1940
tot en met 1958, namelijk de periode 1959 tot en met 1965. Bij deze
monumenten geldt dat er sprake moet zijn van een vergelijkbare
monumentale waarde als van de monumenten uit de periode 1940-1965.
Daartoe zal weer gebruik worden gemaakt van het landelijk
referentiekader dat de afgelopen jaren door de Rijksdienst is
opgebouwd en dat daartoe zal worden aangevuld. Aanwijzingsverzoeken
voor monumenten uit de periode 1959 - 1965 die niet zijn opgenomen in
het aanwijzingsprogramma, kunnen worden ingediend indien de monumenten
voldoen aan de in de beleidsregel vermelde criteria. Meer informatie
over de Wederopbouw vindt u hier.
Nieuwe Hollandse Waterlinie
In 2008 is bij de Rijksdienst het project `Aanvullende aanwijzing en
verfijning Nieuwe Hollandse Waterlinie' van start gegaan, ter
aanvulling op de reeds bestaande, maar in enkele opzichten
onvolledige, bescherming. Dit aanwijzingsprogramma voorziet in een
complexgewijze bescherming van de onderdelen. Vlakelementen zoals
schoots- en inundatievelden worden niet aangewezen. Hiervoor is
planologische bescherming een betere oplossing.
Monumenten in herstructureringswijken
In lijn met het rijksbeleid zal de minister door middel van een
beperkt aanwijzingsprogramma een aantal monumenten in
herstructureringswijken aanwijzen, op voorwaarde dat daarmee een
daadwerkelijke bijdrage kan worden geleverd aan een positieve
herontwikkeling van de hele wijk. Het gaat dan om door het rijk
aangewezen herstructureringswijken, beter bekend als de krachtwijken.
Het kan monumenten betreffen die vervaardigd zijn zowel vóór als in
1940 of later.
De Beleidsregel aanwijzing beschermde monumenten 2009 is gepubliceerd
in de Staatscourant van 5 januari 2009, nr 169.