Senternovem
28-01-2009 | Voortgangsrapportage energiebesparing Gebouwde Omgeving: al
concrete resultaten zichtbaar
Op 28 januari stond de eerste voortgangsrapportage 2008 van het
`Schoon en Zuinig'-deelprogramma Gebouwde Omgeving op de agenda van de
Tweede Kamer. Hoewel dit deelprogramma in het eerste jaar al concrete
resultaten heeft opgeleverd, plaatste de Kamer echter ook een aantal
kritische kanttekeningen bij de voortgangsrapportage, bijvoorbeeld als
het gaat om het functioneren van het energielabel.
Het deelprogramma Gebouwde Omgeving moet onder meer leiden tot een
reductie van de uitstoot van broeikasgassen met 30% in 2020 (ten
opzichte van 1990). Daarnaast zijn ook ambitieuze doelstellingen
afgesproken voor de inzet van hernieuwbare energie en de verbetering
van de energie-efficiëntie. Voor het behalen van de doelen is een
actieve inzet van marktpartijen onontbeerlijk. In 2008 is dan ook
sterk ingezet op het sluiten van sectorakkoorden om de gewenste
samenwerking te formaliseren en op het maken van concrete afspraken
met betrokken partijen over de wijze waarop de doelen bereikt kunnen
worden.
Convenanten
De inspanningen hebben er bijvoorbeeld toe geleid dat in de loop van
2008 een viertal convenanten is afgesloten. In januari tekenden de
ministers van Milieu, Wonen en Economische Zaken enerzijds en Bouwend
Nederland en de energie- en installatiebranche anderzijds voor het
programma Meer met Minder dat zich richt op bestaande woningen en
kantoren. In april volgde het Lente-akkoord voor de nieuwbouw en in
oktober het convenant Energiebesparing in de Sociale Huursector,
waarmee Aedes zich tevens aansloot bij de doelen en afspraken van de
eerste twee akkoorden. Begin december ten slotte zijn de
meerjarenafspraken (MJA3) voor het wetenschappelijk en hoger
beroepsonderwijs ondertekend. Met een aantal dienstensectoren (banken
en verzekeraars) wordt nog gesproken over toetreding tot de
Meerjarenafspraken (MJA3).
Energetische maatregelen in 10.000 woningen
Het is niet bij het maken van afspraken gebleven in het
rapportagejaar: in 10.000 woningen zijn energetische maatregelen
getroffen die resulteren in een energiebesparing van 30%. Daarmee is
de kwantitatieve doelstelling voor het jaar 2008 gehaald. Daarnaast
heeft de uitvoeringsorganisatie van Meer met Minder inmiddels 23
proefprojecten geselecteerd, die de bewoners van in totaal circa
250.000 woningen in Nederland benaderen met een aanbod hun woningen
energetisch te verbeteren. De eerste signalen zijn positief; er is
veel belangstelling van burgers. De uitvoering van de verbeteringen
zal vooral in 2009 en 2010 plaatsvinden.
Energiebesparingsfonds in de maak
Om de doelstellingen te kunnen halen, is het van groot belang over een
goed instrumentarium te beschikken om ervoor te zorgen dat
energiebesparing en het gebruik van hernieuwbare energie ook
daadwerkelijk van de grond komt. Ook op dit vlak zijn belangrijke
resultaten geboekt. Zo is er de regeling Groenprojecten die het
woningeigenaren mogelijk maakt om voor hun energiezuinige verbouwing
onder hypothecaire voorwaarden geld te lenen tegen een lagere rente
dan de marktrente. Daarnaast is er de Energie-investeringsaftrek, een
fiscale regeling om energiebesparing bij bedrijven te bevorderen.
Een derde instrument is momenteel in ontwikkeling: het
Energiebesparingsfonds. Dit moet burgers in staat stellen tegen lage
rentes bij een financiële instelling geld te lenen voor het treffen
van energiebesparingsmaatregelen. De overheid zal garant staan voor de
lening. Het opzetten van een energiebesparingsfonds voor woningen van
burgers is een goed voorbeeld van verdere duurzame investeringen in de
gebouwde omgeving. Dit kan op relatief korte termijn bovendien een
positieve bijdrage leveren aan zowel de economie als aan het klimaat-
en energiebeleid.
Verkenningen aanvullende instrumenten
In 2008 is tevens gestart met verkenningen naar aanvullende
instrumenten, bijvoorbeeld als het gaat om de normering van de
energieprestatie in de bestaande bouw. Ook startte in het
rapportagejaar onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid van een
`cap en trade'-systeem; een dergelijk systeem stelt voor de gebouwde
omgeving een plafond in voor CO2-emissie, het energieverbruik of legt
zelfs een minimum voor energiebesparing vast. Daarnaast loopt er een
onderzoek naar de mogelijkheden voor sanctionering bij het ontbreken
van een verplicht energielabel. Ook wordt gewerkt aan de aanpassing
van het woningwaarderingsstelsel (WWS): de energieprestatie van een
woning gaat meetellen bij het vaststellen van de maximale huur.
In een bredere evaluatie voor Schoon en Zuinig in 2010 concludeert het
kabinet of extra inspanningen - ook op het gebied van de gebouwde
omgeving - nodig zijn.