Nederlandse Vereniging van Journalisten
Vervolg onderzoek APAX-PCM
donderdag 29 januari 2009 | De NVJ verzocht, samen met FNV Kiem, eind
2007 bij de Ondernemingskamer om een onderzoek in te stellen naar PCM
in relatie tot APAX. Tot dat besluit kwamen we na uitgebreide
raadpleging van onze leden die grote behoefte hadden aan
transparantie. De Ondernemingskamer honoreerde dat verzoek.
Voor de NVJ lag het belang van het onderzoek in waarheidsvinding en om
hieruit lessen te trekken voor de toekomst. Er ligt nu, meer dan een
jaar later, een onderzoeksrapport waarbij ons inziens in ruime mate
voldaan is aan de behoefte om duidelijkheid te krijgen over de APAX
periode en de rol van betrokken bestuurders daar in. Het rapport geeft
een duidelijk oordeel over de kwaliteit van besluitvorming en het
gevoerde beleid en spreekt uit dat er sprake is van falend bestuur.
Voor andere bedrijven, maar in het bijzonder natuurlijk voor PCM en de
Stichtingen zijn hieruit lessen te trekken en de eerste stappen, het
opzetten van een nieuwe governance structuur, zijn al gezet. Die
nieuwe governance structuur houdt ondermeer in dat er nieuwe
verhoudingen worden ingesteld tussen aandeelhoudende stichtingen en de
onderneming PCM. Er gaat bovendien een waarschuwende werking voor de
toekomst vanuit om zorgvuldige besluitvorming toe te passen. Voor PCM
is die toekomst in feite al begonnen met de recente aankondiging
vanuit de Raad van Bestuur PCM om een nieuwe aandeelhouder voor het
bedrijf te zoeken.
Het een en ander leidt er toe dat wij nu voor de vraag staan of het
onderzoeksrapport dat in opdracht van de Ondernemingskamer is
uitgevoerd een vervolg dient te krijgen. In de afgelopen weken heeft
de NVJ met redactieraden, ondernemingsraden, Raad van Bestuur en
Stichtingen gesproken over het nut en de noodzaak van een vervolgstap.
Daaruit kwam vooral naar voren dat er verschillende overwegingen zijn.
De NVJ wil de beslissing breed gedragen hebben door haar leden. Om die
een goede afweging te laten maken hebben wij de belangrijkste
feiten/overwegingen op een rijtje gezet.
1. Wat houdt die vervolgstap in het kader van de enquêteprocedure nu
precies in?
Die valt uiteen in twee delen. Ten eerste gaat het om het laten
uitspreken dat er sprake is geweest van wanbeleid. Op basis van het
rapport en de reactie daarop van alle in de procedure betrokken
partijen kan de Ondernemingskamer besluiten om dit al dan niet te
doen. De rechters van de kamer hebben hierin dus een eigen
bevoegdheid.
Mocht de Ondernemingskamer op basis van het rapport en andere
relevante feiten besluiten om geen wanbeleid uit te spreken dan is
alleen nog mogelijk om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. De Hoge
Raad gaat echter niet over de weging van de feiten, maar alleen over
de vraag of de Ondernemingskamer de rechtsregels goed heeft toegepast.
Indien de Ondernemingskamer wel wanbeleid uitspreekt dan kunnen
(ondermeer) de vakorganisaties, ook nog vragen om voorzieningen.
Voorzieningen kunnen zijn, vernietigen van bepaalde besluiten uit het
verleden, ontslag van verantwoordelijk bestuurders of commissarissen
e.d. Probleem is dat dergelijke voorzieningen van de Ondernemingskamer
geen `externe' werking hebben. Dat betekent dat degenen die een
voordeel van een vernietigd besluit hebben gehad, niet genoodzaakt
zijn dat ongedaan te maken. Bijvoorbeeld het terugstorten van gelden
verkregen uit managementparticipatieregelingen.
2. Wie heeft de beste kaarten om na het e.v. uitspreken van wanbeleid
vervolgstappen te zetten?
Als de Ondernemingskamer oordeelt dat er sprake is van wanbeleid en/of
bepaalde besluiten vernietigt, zou met name PCM kunnen overwegen om in
aparte procedures vorderingen in te stellen, vanwege de schade die de
vennootschap heeft geleden. Dit zullen geen eenvoudige procedures zijn
en PCM heeft reeds aangegeven dat niet te zullen doen.
NVJ en FNV Kiem kunnen niet een procedure starten om de schade van PCM
te vorderen. We zouden - theoretisch- alleen kunnen proberen te
stellen dat bestuurders, commissarissen of aandeelhouders onrechtmatig
hebben gehandeld jegens de leden van de NVJ en FNV Kiem binnen PCM.
Als de rechter dat ook vindt, moet vervolgens nagegaan worden welke
schade de leden hebben geleden en hoe en door wie de schade vergoed
zou moeten worden. Onze advocaat heeft aangegeven dat er geen
voorbeelden van dergelijke procedures zijn. De uitkomst is dus
ongewis.
De termijn om te verzoeken al dan niet wanbeleid uit te spreken loopt
tot uiterlijk 12 februari a.s.
3. Hoe groot is de kans dat het instellen van vorderingen ook
daadwerkelijk leidt tot het terug laten vloeien van gelden aan de
onderneming?
Dat is lastig in te schatten, zoals onder 2 al is aangegeven. Het ligt
er maar aan hoe direct je de schade kan aantonen. Voor de
vennootschap, lees PCM zelf, is dat dus het meest aantoonbaar. Een
deel van de kosten van de APAX-periode zijn immers op de vennootschap
afgewenteld, maar zeker niet alles. Een belangrijk deel van de schade
is geleden door de stichtingen, als aandeelhouder. Die schade kan in
ieder geval niet teruggevorderd worden in een procedure.
4. Klopt het dat APAX in dit onderzoek er erg mild van af komt?
Dat is correct. De onderzoekers menen dat de bestuurders en
commissarissen en de stichtingen/aandeelhouders verantwoordelijk zijn
voor het binnenhalen van APAX, met alle gevolgen vandien.´Ze hadden
het kunnen weten´, zo stellen de onderzoekers. Voor de NVJ is het
rapport met name op dat punt wat onbevredigend. Een aandeelhouder, in
dit geval APAX, zou, volgens de Nederlandse regelgeving het belang van
de vennootschap moeten dienen en het is de vraag of ze dat hebben
gedaan. De onderzoekers hebben daar geen bewijzen voor gevonden. Het
complicerende van het geheel is dat APAX ook niet gedwongen kan worden
om mee te werken. Dit valt buiten de jurisdictie van het Nederlands
recht. Inderdaad een leemte in de wet, zoals sommige rechtsgeleerden
menen.
5. Waarom storten de Stichtingen gewoon niet alle bedragen die ze
hebben verdiend aan de APAX periode terug en daarmee is de kous af?
De onderzoekers in het rapport doen die suggestie. De Stichting De
Volkskrant heeft in een schrijven aangetoond dat al het verdiende geld
al in de onderneming zit, middels aandelen, en dat een klein
restbedrag direct zal worden ingezet voor de Volkskrant. De
Christelijke Pers heeft hierover zelf nog geen openheid gegeven. Tot
nu toe hecht deze stichting er aan om een reserve aan te houden,
teneinde zo hun doelstellingen ten gunste van dagblad Trouw te kunnen
verwezenlijken.
De Stichting Democratie en Media heeft afgelopen dinsdag in een eigen
publicatie op haar website (www.stdem.org) verhaal gedaan over de
afgelopen jaren waarbij de stichting het rapport voor een deel
tegenspreekt. De stichting heeft het bedrijf weer teruggekocht van
APAX en enkele tientallen miljoenen ter beschikking gesteld aan het
bedrijf.
SDM hecht er aan om een reserve aan te houden, teneinde de
doelstelling voor continuïteit voor de drie dagbladtitels te kunnen
garanderen. De NVJ onderschrijft de bijzondere positie van de
stichtingen als aandeelhouder. Daarbij is het wel een gegeven dat als
een stichting/aandeelhouder al het geld in de onderneming PCM stopt er
uiteindelijk een arme aandeelhouder overblijft die dus weinig kan
bijsturen als het gaat om de continuïteit van de drie krantentitels of
op het gebied van innovatie. Bovendien zou kunnen voorkomen dat het
geld dat in de onderneming wordt gestopt niet automatisch ten goede
komt aan de journalistieke delen van het bedrijf, wat nu wel vaak het
geval is. Op het eerste gezicht lijkt het dus een goed idee om terug
te storten, maar er zitten ook aanzienlijke negatieve kanten aan.
6. Wat hebben alle berichten en geruchten over een mogelijke verkoop
c.q. nieuwe aandeelhouder nu te maken met dit onderzoek?
In feite is dat een nieuw hoofdstuk in de PCM geschiedenis. Het gaat
over de toekomst van het bedrijf dat op dit moment last ondervindt van
een kwetsbare vermogenspositie vanwege het verleden. De kredietcrisis
doet daar een schepje bovenop. Of het nu onder dwang gaat of niet, bv.
vanuit de banken, feit is dat er een oplossing voor PCM gevonden moet
worden. Vanuit de Raad van Bestuur is gemeld dat er een nieuwe
aandeelhouder aangetrokken moet worden om het bedrijf inhoudelijk te
versterken en om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen.
7. Mochten de NVJ leden (en FNV Kiem leden) besluiten om tenminste de
vervolgstap te nemen en wanbeleid te laten uitspreken, wat is dan het
gevolg hiervan voor alle bewegingen rondom een nieuwe aandeelhouder?
Een eventueel nieuwe aandeelhouder zou b.v. geen zin kunnen te hebben
in een onderneming die nog jaren belast is met procedures. In die zin
kunnen toekomst en verleden wel weer met elkaar te maken krijgen. Bij
het doorzetten van de procedure bij de ondernemingskamer zou PCM een
minder aantrekkelijke gesprekspartner kunnen worden en kan de
mogelijkheden tot samenwerking met en participatie door een nieuwe
partner/aandeelhouder schaden. Volgens een risico analyse van PCM zou
het bovendien de onderhandelingspositie van PCM kunnen verzwakken.
8. Graag wil ik op een rijtje wat de overwegingen zijn om nu wel of
niet door te gaan.
Het voordeel van een vervolgprocedure: - je begint een onderzoek en
dan moet je ook doorzetten. - het is principieel, je wilt van de
rechter weten of dit nu wel of geen wanbeleid was. - als je de kans
hebt om ergens, hoe klein die kans ook is, geld terug te vorderen moet
je dat proberen.
Het nadeel van een vervolgprocedure: - PCM blijft hierdoor belast met
het verleden. Je blijft als bedrijf bovendien intern gericht bezig.
Het is juist tijd om je nu te richten op je lezers, op de toekomst en
groei van de verschillende onderdelen met andere woorden `streep
eronder en doorgaan´. - het kan van invloed zijn op een eventuele
verkoop en de positie van PCM in de toekomst schade toebrengen - de
procedures die mogelijk kunnen volgen duren lang, zijn kostbaar en het
is onduidelijk of ze succesvol zijn - de partij die, hoewel die kansen
op zich al niet groot zijn, de meeste kans heeft om vorderingen te
doen, het bedrijf PCM zelf, heeft al aangegeven geen vorderingen bij
wie dan ook te zullen instellen.
9. Waarom maakt de NVJ op dit moment niet de keuze gewoon voor ons?
Als NVJ hebben we een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om
collectieve zaken regelen zoals CAO´s en allerlei andere collectieve
regelingen, maar ook dan raadplegen we de leden. Deze kwestie gaat
echter over één bedrijf, jullie bedrijf, en in dat geval vinden we dat
de NVJ mening die van de journalisten die daar werkzaam zijn, zou
moeten zijn. Bovendien kunnen we op dit moment niet inschatten wat de
meerderheid van de journalisten werkzaam bij PCM nu eigenlijk vindt.
Ten tijde van de beslissing nemen om al dan niet een onderzoek te
vorderen bij de Ondernemingskamer waren de meningen vanuit het bedrijf
heel helder, men wilde helderheid en duidelijkheid. Daar is in ieder
geval aan voldaan. In het rapport staat een hard oordeel: falend
bestuur. Op basis van de juridische feiten moeten we constateren dat
we slecht kunnen inschatten wat de kans van slagen is om geld terug te
halen en bovendien kunnen wij de consequenties van vervolgstappen niet
helemaal overzien. Maar het oordeel willen we toch vooral vanuit het
bedrijf zelf horen. We vinden het onze rol om jullie zoveel mogelijk
te informeren en te faciliteren.
10. Hoe gaat de uiteindelijke keuze gemaakt worden?
We hopen dat we tijdens de ledenraadplegingen a.s. vrijdag een goed
beeld krijgen van het oordeel van de journalisten werkzaam bij PCM en
we zullen op basis hiervan, hopelijk staande de vergadering, een
conclusie trekken. Die wordt uiteraard ook nog breed onder de leden
gecommuniceerd.
NVJ LEDENRAADPLEGINGEN
30 januari 2009
VOLKSKRANT en TROUW, INIT gebouw, Amsterdam
Auditorium van 10.00 - 11:00 uur
NRC/NRC Next, Marten Meesweg, Rotterdam
Accolade & Accent zaal van 14.00 - 15:00 uur
NVJ 28 januari 2009