Bezoekadres:
Parnassusplein 5
2511 VX Den Haag
T 070 340 79 11
F 070 340 78 34
www.minvws.nl
Ons kenmerk
MC-U-2909665
Bijlagen
Uw brief
Correspondentie uitsluitend
richten aan het retouradres
met vermelding van de datum
en het kenmerk van deze
brief.
Pagina 1 van 4
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 28 januari 2009
Betreft Meavita Nederland
Geachte voorzitter,
In twee recente brieven1 heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken met
betrekking tot de financiële problemen bij Meavita Nederland (Meavita). De
afgelopen weken heeft intensief overleg plaats gevonden tussen de betrokken
partijen, zoals de Raad van Commissarissen en Raad van Bestuur van Meavita, de
betrokken zorgkantoren en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG), de betrokken gemeenten en mijn ministerie.
Vertegenwoordigers van de centrale ondernemingsraad en de centrale
cliëntenraad van Meavita hebben mij geïnformeerd over hun zorgen.
In mijn laatste brief over Meavita van 13 januari jongstleden heb ik u toegezegd u
deze maand nader te informeren. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging en
informeer ik u over de stand van zaken ten aanzien van een oplossing om de
continuïteit van zorg en de huishoudelijke hulp geleverd door Meavita zo goed
mogelijk te borgen.
Proces
Meavita is een grote instelling die is ontstaan na een fusie van vier organisaties.
Meavita heeft circa 100.000 cliënten en 20.000 medewerkers en is actief in 4
regio's. In elke van deze regio's heeft Meavita een groot marktaandeel. Deze
zorginstelling levert onder andere hulp bij het huishouden (ondersteuning in het
kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning), verpleging en verzorging
zowel thuis als in een instelling, jeugdgezondheidszorg en algemeen
maatschappelijk werk.
Vanaf 2007 is Meavita regelmatig in het nieuws geweest. In juli van vorig jaar
werden we geconfronteerd met een door Meavita Groningen en Sensire in
Overijssel en Gelderland afgekondigde cliëntenstop. Ik heb u hierover in juli 2008
bericht2. In deze brief heb ik u gemeld dat VWS, NZa en Menzis de problematiek
rondom de cliëntenstop hebben besproken. Het zorgkantoor van Menzis heeft alles
1 Kamerstukken 2008-2009, 26631, nr. 290, Kamerstukken 2008-2009, 26631,
nr. 292
2 Kamerstukken 2007-2008, 26631, nr. 267
Ons kenmerk
MC-U-2909665
Pagina 2 van 4
in het werk gesteld om continuïteit van zorg te garanderen. Dit heeft onder meer
geleid tot een rechtszaak die door het zorgkantoor tegen Meavita is
aangespannen; hetgeen leidde tot een einde aan de cliëntenstop.
Op verzoek van de NZa heeft een deskundige van het College Sanering
Zorginstellingen vanaf de zomer 2008 onderzoek gedaan naar de financiële
situatie bij Meavita. Hangende dat onderzoek heeft Meavita een
balanssteunverzoek bij de NZa ingediend. De NZa heeft dit afgewezen, omdat
Meavita op dat moment voldoende vertrouwen gaf dat zij met een herstelplan zelf
uit de financiële problemen zou geraken. Om Meavita in staat te stellen het
herstelplan uit te voeren diende zij te beschikken over voldoende liquide
middelen. Daarom hebben de zorgkantoren de bevoorschotting naar voren
gehaald.
Op 11 december 2008 heb ik van Meavita een signaal ontvangen dat de financiële
positie van Meavita is verslechterd. Direct hierna is intensief contact geweest
tussen de betrokken zorgkantoren, Meavita, de NZa en mijn ministerie. De NZa
was aanwezig vanuit haar rol als toezichthouder op de zorgkantoren. Mede op
verzoek van deze zorgkantoren en naar aanleiding van de verslechterde financiële
positie heeft Meavita een liquiditeitsonderzoek laten uitvoeren en heb ik de NZa
verzocht om in het kader van haar toezicht op de zorgkantoren de betrokken
zorgkantoren te wijzen op hun verantwoordelijkheid voor de continuïteit van zorg
en rechtmatige besteding van AWBZ-gelden.
Meavita heeft in een persbericht van 18 december 2008 aangegeven het concern
in drie afzonderlijke ondernemingen te willen opsplitsen, en dus te de-fuseren. Dit
zou volgens Meavita de enige manier zijn om de zorg te continueren en de
werkgelegenheid veilig te stellen. De aanhoudende slechte financiële situatie van
Meavita noopt tot deze stap, zo gaf Meavita aan in het desbetreffende persbericht.
Met het oog op de Wmo heb ik voor de kerst de VNG met een brief geïnformeerd
over de ontwikkelingen bij Meavita en er bij Meavita op aangedrongen om de
gemeenten, die in het kader van de Wmo een contract hebben met Meavita, op de
hoogte te stellen van de situatie bij Meavita. In de dagen daarna heb ik de
betrokken VNG-bestuurders op de hoogte gesteld van de zorgelijke situatie bij
Meavita en de gevolgen die dit kan hebben voor de verantwoordelijkheid van
gemeenten.
De betrokken zorgkantoren en ik hebben ons er voor de kerst van laten
verzekeren dat Meavita in ieder geval in de maanden december 2008 en januari
2009 aan haar betalingsverplichtingen kon voldoen. Dit gaf alle betrokkenen de
tijd om gezamenlijk naar een oplossing te zoeken.
Op 6 januari jongstleden is gesproken met Meavita, de betrokken zorgkantoren en
de NZa. Tijdens dit overleg is afgesproken dat Meavita een plan zou indienen dat
beschrijft hoe zij de continuïteit van zorg en huishoudelijke hulp zo goed mogelijk
zal waarborgen.
Op 9 januari is gesproken met de NZa en op 14 januari met de zorgkantoren
alsmede de NZa. Mede op basis van deze gesprekken en een liquiditeitsanalyse
werd duidelijk dat de continuïteit van zorg en van de huishoudelijke hulp geleverd
door Meavita op korte termijn in gevaar is. Verder kwam naar voren dat de
Ons kenmerk
MC-U-2909665
Pagina 3 van 4
juridische (aansprakelijkheids)structuur en financiële huishouding van Meavita
uitermate complex is. De structuur van Meavita bestaat uit vele rechtspersonen
die op allerhande manieren met elkaar verbonden zijn. Er is bij Meavita
momenteel onvoldoende inzicht in en zekerheid over de financiële stand van
zaken, alsmede de omvang en oorzaken van de verslechtering van de financiële
positie. Vanwege voorgaande is gedurende het opstellen van het plan door
Meavita - voor wat betreft de AWBZ - door hiervoor genoemde partijen verkend
onder welke omstandigheden en onder welke voorwaarden een plan van Meavita
ondersteund zou kunnen worden.
Op 14 januari is gesproken met de VNG om hen actief te betrekken bij het tot
stand komen van een oplossingsrichting. Daar waar de situatie in de AWBZ-zorg -
bestuurlijk gezien - overzichtelijk is, laat de praktijk van de Wmo een zeer divers
beeld zien. Het gaat om contracten bij circa 65 gemeenten. Het aandeel van de
door Meavita geleverde huishoudelijke hulp in het totaal van de door de
gemeenten ingekochte huishoudelijke hulp, het aantal aanbieders in de gemeente
en ook de aanbestedingsprocedure, de aard en looptijd van de contracten verschilt
sterk. Dit blijkt ook uit de informatie die de VNG verzameld heeft. Deze gegevens
zijn noodzakelijk zodat de lokaal verantwoordelijke bestuurders hun
verantwoordelijkheid voor de continuïteit van huishoudelijke hulp uit hoofde van
de in de Wmo vervatte compensatieplicht ook daadwerkelijk waar kunnen maken.
De VNG spant zich in voor de continuïteit van de huishoudelijke hulp,
jeugdgezondheidszorg en het algemeen maatschappelijk werk.
Op 16 januari hebben de centrale ondernemings- en cliëntenraad van Meavita mij
geïnformeerd over de zorgen die bij deze beide organen leven. Ook zij zien de
noodzaak om nu maatregelen te nemen.
Op 19 januari jongstleden heeft Meavita het plan gestuurd. De kern hiervan is
defusering van de verschillende onderdelen van Meavita. Over het plan van
Meavita is op 20 januari gesproken met de NZa en Meavita. Daarbij was het
uitgangspunt om het doel om de continuïteit van zorg en van de huishoudelijke
hulp zo goed mogelijk te waarborgen, zo veel mogelijk te verbinden met de
voorstellen van Meavita.
Op 19, 22 en 27 januari is verder door gesproken met de VNG over de stand van
zaken en oplossingsrichtingen voor de continuïteit van de huishoudelijke hulp
geleverd door Meavita. De VNG heeft op 26 januari een bijeenkomst voor alle
betrokken lokale bestuurders belegd.
Randvoorwaarden bij een oplossingsrichting
Uit de gesprekken van de afgelopen weken met de eerder genoemde betrokkenen
en uit onderzoek naar de liquiditeitspositie van Meavita kwam naar voren dat de
continuïteit van zorg en huishoudelijke hulp op korte termijn in gevaar is. Alle
betrokken partijen zijn het erover eens dat op zeer korte termijn het risico op
discontinuïteit van zorg en huishoudelijke hulp afgewend moet worden. Defuseren
lijkt daartoe een noodzakelijke maar op zichzelf onvoldoende stap. Om tot een
oplossing te komen zet Meavita in overleg met derden de komende dagen de
noodzakelijke stappen.
Uitgangspunt bij een oplossingsrichting is dat er tijd en rust gecreëerd moet
worden om orde op zaken te stellen en om een meer transparante
Ons kenmerk
MC-U-2909665
Pagina 4 van 4
organisatiestructuur en financiële huishouding te creëren. Daarbij dient
belangenbehartiging door cliëntenraden en ondernemingsraden mogelijk te zijn.
Ten derde moeten de zorgkantoren en gemeenten de mogelijkheid hebben om te
kunnen sturen met het oog op de continuïteit van zorg en van de huishoudelijke
hulp.
Tot slot
In mijn vorige brief aan Uw Kamer heb ik voornemens gemeld en toegezegd ook
de vragen van het lid Wolbert3 te beantwoorden. Vanwege het feit dat de
financiële situatie verslechterde en vanwege de onduidelijkheid met betrekking tot
de precieze oorzaken van de financiële problemen op dit moment kan ik nu geen
afdoende antwoord geven op de door het kamerlid Wolbert gestelde vragen naar
de oorzaken van de ontstane situatie. Ook zijn enkele voornemens achterhaald
gebleken.
Uitwerking en uitvoering van een oplossingsrichting vraagt om voortzetting van de
huidige gezamenlijke inspanning van alle genoemde partijen, daarbij rekening
houdend met ieders eigen taak en verantwoordelijkheden. Gezien de wijze waarop
alle partijen in het proces tot nu toe hun verantwoordelijkheid hebben genomen
heb ik hier vertrouwen in. Ik zal u zo spoedig mogelijk over het vervolg nader
informeren.
Ook zullen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en ik u zoals
reeds toegezegd in het voorjaar een brief doen toekomen over onder andere het
onderwerp goed bestuur bij zorgaanbieders. In deze brief zullen we ook ingaan op
de positie van de NMa (fusietoezicht), NZa (rol bij continuïteit van zorg) en IGZ
(toezicht op kwaliteit), alsmede de relatie met derden (gemeenten, banken) en
het belang van transparantie van geldstromen. Daarnaast sluit ik mij aan, zoals ik
eerder heb aangegeven, bij het door de Minister van VWS gemelde voornemen4
om een 'early warning systeem' in het leven te roepen teneinde een zich
aftekende financiële problematiek tijdiger in beeld te krijgen.
Ik vertrouw erop u hiermee voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
3 Kamerstukken 2008-2009, vraagnr. 2080908370
4 Kamerstukken 2008-2009, 27295, nr. 109
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport