Beantwoording vragen over vermeende belangenverstrengeling binnen de NCDO
29-01-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Geachte voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Irrgang over vermeende belangenverstrengeling
binnen de NCDO. Deze vragen werden ingezonden op 11 december 2008 met
kenmerk 2080907570.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Irrgang (SP) over
vermeende belangenstrengeling binnen de NCDO.
Vraag 1
Is het u bekend dat de voorzitter van de Nationale Commissie voor
internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) tevens
voorzitter is van SID-Nederland (Society for International
Development), voorzitter van Socires en in het bestuur zit van de
Eduardo Frei Stichting?
Antwoord
Ja. Het bestuurslidmaatschap van de Eduardo Frei Stichting is
overigens recentelijk beëindigd.
Vraag 2
Is het u bekend dat deze organisaties subsidie ontvangen van de NCDO?
Antwoord
De NCDO is een onafhankelijke stichting. De subsidiëring van
draagvlakactiviteiten door derden is een van haar kerntaken.
Toekenning van subsidies gebeurt op grond van in de Staatscourant
gepubliceerde subsidieregelingen. Navraag bij de NCDO leert dat de
genoemde organisaties subsidies hebben ontvangen.
Vraag 3
Is het waar dat bestuursleden van de NCDO conform het
bestuursreglement (art. 10) worden geacht zelf verantwoordelijk te
zijn het register van hun nevenfuncties actueel te houden? Zo ja,
vindt u dat hier sprake van is in het geval van de voorzitter van de
NCDO? Zo neen, wat is uw oordeel hierover?
Antwoord
Ja. In hoeverre dat gebeurt onttrekt zich overigens aan mijn
waarneming. De naleving daarvan is een verantwoordelijkheid van de
NCDO en haar bestuur.
Vraag 4
Wat is uw oordeel over het bestuursreglement van de NCDO? Vindt u dat
de artikelen voldoende en adequaat zijn om belangenverstrengeling te
voorkomen? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat er sprake is van een ongewenste schijnbare
belangenverstrengeling van de voorzitter van de NCDO met zijn andere
nevenfuncties? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke consequenties
verbindt u hieraan?
Antwoord
Artikel 6 van het bestuursreglement van de NCDO vermeldt expliciet dat
het voor het goed functioneren van de organisatie gewenst is dat
bestuursleden ook andere bestuursfuncties op het terrein van de NCDO
of aanpalende sectoren vervullen. Naar mijn opvatting dient hieraan op
een zodanige wijze invulling te worden gegeven dat (de schijn van)
belangenverstrengeling wordt voorkomen.
Zoals bekend vindt momenteel een inventariserend onderzoek plaats naar
de organisatie van het draagvlakbeleid. Ik zal bovengenoemde aspecten
uiteraard meenemen in mijn reactie op de resultaten van dat onderzoek.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dan wel ontkennen dat binnen de NCDO de
uiteindelijke beslissingsmacht bij de bestuursvoorzitter ligt (mede
gezien artikel 9 van de statuten van de NCDO)? Indien de uiteindelijke
beslissingsmacht inderdaad bij de bestuursvoorzitter ligt, kunt u dan
aangeven hoe deze zich kan onthouden van enige bemoeienis bij
besluiten van de NCDO aangaande het financieren van organisaties waar
hij bestuursfuncties vervult? Bestaan hier openbare stukken van?
Antwoord
Volgens de statuten van de NCDO ligt de beslissingsmacht bij het
bestuur als geheel. Besluitvorming vindt plaats bij meerderheid van
stemmen. Alleen voor een statutenwijziging is een 2/3 meerderheid
vereist. Art. 9 van de statuten bepaalt enkel dat de voorzitter kan
bepalen of over een besluit schriftelijk dan wel mondeling gestemd zal
worden.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoeveel de onkostenvergoeding en eventuele overige
vergoedingen van de bestuursvoorzitter van de NCDO de afgelopen jaren
bedroeg, inclusief de vergoedingen die hij uit zijn nevenfuncties
ontvangt?
Antwoord
Vanwege de extra inspanning die van de voorzitter wordt verwacht
(nationale en internationale, bestuurlijke verplichtingen, inclusief
reizen) voorziet het bestuursreglement in een onkostenvergoeding die
afwijkt van de regeling van andere bestuursleden. De vergoeding voor
de voorzitter betreft maximaal EUR 25.000 per jaar.
Daarnaast voorziet het bestuursreglement in een vergoeding voor
secretariële en organisatorische ondersteuning van de voorzitter. Die
vergoeding betreft maximaal EUR 12.000 per jaar. Aangezien de heer Van
Gennip kantoor houdt te Socires in Den Haag is afgesproken dat deze
kosten rechtstreeks door Socires bij de NCDO worden gedeclareerd.
Vraag 8
Kunt u aangeven of de bestuursvoorzitter van de NCDO salaris ontvangt
van (deel)activiteiten van derde organisaties die door het NCDO
gefinancierd of gesubsidieerd worden? Kunt u hierbij onder meer ingaan
op het voorzitterschap van de bestuursvoorzitter van de NCDO van de
Society for International Development?
Antwoord
Uit navraag blijkt dat de bestuursvoorzitter van de NCDO bij genoemde
organisaties geen salaris ontvangt.
Vraag 9
Is het waar dat de (Nederlandse afdeling van de) Society for
International Development en de organisatie Socires geen jaarverslagen
uitbrengen? Zo ja, vindt u dit een wenselijke gang van zaken?
Antwoord
De subsidies van de NCDO voor de Nederlandse afdeling van de Society
for International Development en voor Socires betreffen
projectsubsidies en geen apparaatskostensubsidie. Voor de verlening
van projectsubsidies is het overleggen van een jaarverslag en een
jaarrekening voor de NCDO geen vereiste. Een verslag/evaluatie van de
ondernomen activiteiten waarvoor de subsidie is toegekend volstaat.
Deze moet vergezeld zijn van een accountantsverklaring waarin
verantwoording wordt afgelegd over de besteding van de middelen.
Navraag leert overigens dat genoemde organisaties voor eigen gebruik
wel een jaarverslag en een jaarrekening opstellen.
Vraag 10
Kunt u voor de jaren 2004 t/m 2007 aangeven hoeveel de organisaties
waarin de bestuursvoorzitter of een ander bestuurslid van de NCDO een
nevenfunctie bekleedt, aan financiering c.q. subsidies van de NCDO
hebben ontvangen?
Antwoord
In de periode 2004-2007 hebben of hadden de volgende
NCDO-bestuursleden een bestuursfunctie bij organisaties die in die
periode een subsidie ontvingen van de NCDO.
* Jos van Gennip SID-Nederland, Eduardo Frei Stichting
* Jan Willem Bertens CLAT-Nederland
* Sander TidemanBridge Fund
* Mark Huis in t Veld Made by
* Tineke Lodders-ElfferichLandelijk Beraad Stedenbanden
Nederland-Nicaragua
De heren Bertens en Tideman hebben vanwege het bereiken van de
maximale zittingstermijn inmiddels geen zitting meer in het
NCDO-bestuur. Mevrouw Lodders is in september 2007 toegetreden.
In 2004 verstrekte de NCDO in het kader van het VMDO-programma aan
SID-Nederland EUR75.000, aan de Eduardo Frei Stichting EUR100.000, aan
Bridge Fund EUR2.500 en aan CLAT-Nederland EUR 20.261. In het kader
van het Front Office programma ontving Bridge Fund in 2004 EUR21.510.
In 2005 verstrekte de NCDO in het kader van het VMDO-programma aan
SID-Nederland EUR75.000.
In 2006 verstrekte de NCDO in het kader van het VMDO-programma aan
SID-Nederland in totaal EUR241.612, aan Bridge Fund EUR 60.000, en aan
CLAT-Nederland EUR 46.142.
Naar aanleiding van het nieuwe NCDO-subsidiekader 2007-2010 zijn in
2006 afspraken gemaakt over de subsidiëring van het LBSNN. Deze
subsidies bedragen EUR2.000.000 voor de periode 2007-2010.
In 2007 verstrekte de NCDO in het kader van subsidieprogramma PRO aan
de Eduardo Frei Stichting EUR90.000, aan CLAT-Nederland EUR52.942 en
aan Made by EUR85.000. In het kader van het
VMDO-programma/Partnerprogramma ontving SID-Nederland in 2007
EUR171.120 en in het kader van het programma Europa EUR40.000.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken