ChristenUnie
Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn bij het AO Energiebesparing
bebouwde omgeving
Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn bij het AO Energiebesparing bebouwde
omgeving
woensdag 28 januari 2009 12:00
Voorzitter. De kernvraag in dit debat is hoe we de doelen bereiken uit
het werkprogramma Schoon en Zuinig voor de gebouwde omgeving. Ook na
volledige uitvoering van de convenanten zal er een gat zijn van 3 tot
6 Megaton CO2 in 2020. Hoe wil de minister dat overbruggen? De
minister wil nu vooral verleiden door stimulering, maar als dat in
2010 onvoldoende blijkt te zijn, verwacht de fractie van de
ChristenUnie van hem dat hij voldoende andere maatregelen op de plank
heeft liggen.
Ik kom op het WWS. De consequentie van de keuze voor
koppeling met het energielabel is dat kleine woningen daardoor meer
punten krijgen. In de brief lijkt een omgekeerde redenering te worden
gebruikt, namelijk die dat het effect van punten voor dubbelglas,
waarvan grote woningen meer oppervlakte hebben, verdwijnt. Maar een
kleine, geïsoleerde woning verbruikt toch minder energie dan een grote
geïsoleerde woning? Zal het resultaat voor kleine woningen daarmee
niet "scheef" worden? Het nieuwe energielabel is een relatief label
naar woningtype. Waarom stelt de minister dan toch voor om voor de
woningwaardering een klein appartement met A-label gelijk te stellen
aan een hoekwoning met A-label? De fractie van de ChristenUnie wil dat
dit in de definitieve voorstellen van april nader wordt onderbouwd.
Kan de minister in voldoende mate garanderen dat wij onze
doelstellingen binnen de corporatiesector zullen realiseren? Aedes en
de Woonbond zullen woningcorporaties en huurdersorganisaties vooral
stimuleren en het convenant is niet in rechte afdwingbaar. In het
persbericht wordt juichend gesteld dat het convenant gevolgen heeft
voor 2,4 miljoen huishoudens. Ik wilde dat het waar was. Het convenant
spreekt alleen over een besparing van 24 PetaJoule tot 2020. Het is
goed dat er in 24 wijkactieplannen aandacht wordt besteed aan
energiebesparing, maar hoe specifiek zijn die doelstellingen en waarom
gebeurt dat niet in de 16 andere plannen?
Om een blok- en wijkgewijze aanpak bij woningbezitters te
stimuleren, komen er onder andere klimaatstraatfeesten en een
publiekscampagne. Ik mis echter de bijdrage die de energiebedrijven
zouden kunnen leveren aan het stimuleren van maatregelen. Een
energielabel is vooral handig in het geval van mutaties en voor mensen
die willen verbouwen, maar de komst van de Energienota is het moment
om mensen te confronteren met energiebesparing. Dat is bijvoorbeeld
mogelijk door aan te geven hoeveel energie je zult verbruiken als je
je woning verbetert, of door een anonieme vergelijking te maken met
het energieverbruik van buurtgenoten. Energiebedrijven zouden ook het
pakket Meer met minder actief aan klanten kunnen aanbieden. Dat is dus
meer dan het slechts aanbieden van spaarlampen. Graag wil ik daarop
een reactie van de minister.
Het oorspronkelijke uitgangspunt voor bestaande woningen
is het verbeteren daarvan met twee labelstappen, of het bereiken van
label B. Nu blijkt dit soms een te grote stap te zijn en wil de
minister ook kleine individuele maatregelen registreren. Hoe wil de
minister dit doen? Kan de minister de transparantie en borging op dit
punt garanderen? Een ander probleem is dat mensen niet snel een tweede
label aanschaffen na woningverbetering. De fractie van de ChristenUnie
stelt voor om dit probleem op te lossen door het tweede label fors
goedkoper te maken, of in ieder geval voor de commerciële organisatie
de mogelijkheid te bieden om de tweede label goedkoper aan te bieden.
Ziet de minister daartoe mogelijkheden? Dat zou de monitoring
verbeteren.
De minister zal binnenkort een pilot starten met een
energiebesparingsfonds. In mijn motie stelde ik voor om in de
begroting van 2010 het voorstel uit te werken. Ik roep de minister op
om door te pakken, juist nu er een kredietcrisis is. Dergelijke
fondsen zijn er al in België, Duitsland en Denemarken. Als we daarvan
leren, kan snel met dat fonds worden gestart. Ook uit het
energiebesparingsplan Meer met minder blijkt dat verder onderzoek niet
meer nodig is en dat het onnodig vertragend zal werken. Graag wil ik
een reactie op het voorstel van Overijssel om een fonds op te richten
waarbij het Rijk elke euro van provincies en gemeenten verdubbelt.
Het energielabel wordt verbeterd door onder andere
duidelijk te maken dat het label een vergelijking maakt aan de hand
van het type woning. Dat is een goede stap vooruit. Is het probleem
met nieuwbouwwoningen die ondanks een goede EPC label D kregen,
hiermee opgelost? Het jaarlijkse energieverbruik wordt nog tot oktober
aangegeven in MegaJoules in plaats van in kWh en m3 gas, omdat de
software voor die tijd niet aangepast zou kunnen worden. Hoe zit dat
precies? De AvEPA stelt immers dat dit met de software al mogelijk is.
Is het volgens de minister wenselijk dat het energielabel binnen een
jaar twee keer wordt gewijzigd?
Mevrouw Van der Burg (VVD): Mevrouw Ortega-Martijn sprak over het
fonds van Overijssel waaraan steeds euro aan wordt toegevoegd. Heeft
zij dan geen vertrouwen in de energiebesparingsvormen? Er zijn
pakketten waarmee direct terugverdienen mogelijk is als je een en
ander eenvoudig regelt. Waarom moet er dan zo veel geld bij? Heeft
mevrouw Ortega-Martijn daarin geen vertrouwen? Is een revolving fund
niet voldoende?
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik heb daarin wel vertrouwen,
maar ik ben een voorstander van het creëren van verschillende
mogelijkheden, opdat mensen zelf een keuze kunnen maken. Er zijn
weliswaar pakketten, maar stelt u zich voor dat ik een bepaalde
maatregel wil nemen. Dan hoef ik niet direct een pakket aan te
schaffen.
Mevrouw Van der Burg (VVD): Heeft mevrouw Ortega-Martijn er dan geen
vertrouwen in dat die individuele maatregel tot energiebesparing
leidt, dus dat er terugverdiend wordt via de energierekening? Mensen
hebben misschien geld nodig om die maatregel voor te financieren. Dat
is mogelijk met een revolving fund. Daar hoeven geen euro's bij. Op
deze manier maken wij de regeling heel duur. Waarom heeft mevrouw
Ortega-Martijn dat vertrouwen niet? Dat is toch de essentiële vraag.
Dat heeft niets met keuzevrijheid te maken.
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Het gaat er niet om dat ik geen
vertrouwen heb. Ik heb aangegeven dat er een energiebesparingsfonds is
waarin Overijssel iets ziet. Ik vraag de minister wat mogelijk is om
tegemoet te komen aan de wens van Overijssel. Mevrouw Van der Burg
spreekt over een revolving fund en vraagt of ik er geen vertrouwen in
heb dat het geld wordt terugverdiend. Maar voor een
energiebesparingsfonds geldt ook dat ik rendement wil zien als ik
investeer. Dat zie ik ook als er sprake is van een
energiebesparingsfonds. Het is dus geen kwestie van geen vertrouwen
hebben.
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Is de minister bereid om, zoals
geadviseerd door de AvEPA, aan het energielabel de energie-index toe
te voegen? De fractie van de ChristenUnie verzoekt de minister om een
betere uitleg van het begrip "energie-index". Op het label staat dat
het bij het jaarlijkse energieverbruik gaat om de hoeveelheid primaire
energie. Ik vond eerlijk gezegd het label van de AvEPA op dit punt
duidelijker, omdat daarop expliciet staat dat het dus niet om
energieverbruik van huishoudelijk apparatuur gaat. Graag wil ik een
reactie.Op het label staan ook adviezen voor verbetering. Mij valt op
dat het daarbij alleen gaat om woninggerichte maatregelen, zoals
isolatie, HR++ glas, combiketels en zonneboilers. Er is echter ook
winst te behalen in het dagelijks verbruik. Waarom bevat het label
niet ook een advies waaruit blijkt hoeveel geld er per jaar bespaard
kan worden als er een graadje minder wordt gestookt?
Veel particulieren schaffen het energielabel nog niet bij
verkoop aan. Weet de minister inmiddels of in andere Europese landen
wordt gekozen voor handhaving en wanneer wordt het onderzoek naar
mogelijkheden voor sanctionering afgerond?Klopt het dat de minister de
juridische haalbaarheid van een gefaseerde invoering van een verplicht
B-label voor de bestaande bouw bij groot onderhoud en mutaties
onderzoekt, maar dat met de tweede fase van dit onderzoek pas eind
2009 wordt gestart? De fractie van de ChristenUnie zou graag willen
dat dit onderzoek sneller werd afgerond. Ook verzoek ik de minister om
de effectiviteit en de juridische haalbaarheid van nieuwe financiële
en fiscale prikkels te onderzoeken, zoals een differentiatie van de
overdrachtsbelasting enz.