Wageningen Universiteit en Researchcentrum
bijenhouderij voor minister lnv
Rapport problemen bijenhouderij voor
minister LNV
28 jan 2009
Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), heeft
het onderzoekrapport âVisie Bijenhouderij en Insectenbestuivingâ
ontvangen uit handen van onderzoekers van Wageningen UR. De leider van
het onderzoek, dr. Tjeerd Blacquière, benadrukte daarbij dat de
Nederlandse bijenhouderij bedreigd wordt en dat een inhaalslag nodig
is die recht doet aan het grote economische belang van de
bijenhouderij en de omvang en complexiteit van de moeilijkheden.
Probleem daarbij is het schrille contrast tussen het grote belang van
de bijenhouderij voor de Nederlandse economie en de geringe
financiële armslag van de sector zelf.
De onderzoekers van Wageningen UR hebben op verzoek van het ministerie
van LNV de Nederlandse bijenhouderij en de bestuiving door honingbijen
en andere insecten geanalyseerd. Zij stellen in hun rapport vast dat
de door mensen gehouden honingbij in Nederland bedreigd wordt in haar
bestaan.
De onderzoekers noemen drie zaken die duidelijk aangeven dat de
problemen in de bijenhouderij niet veroorzaakt worden door
ânatuurlijkeâ fluctuaties en dus ook niet âvanzelfâ over zullen gaan.
Ten eerste komen jaren met grote bijensterfte steeds vaker voor. De
sterfte komt de laatste jaren ook voor bij de goede en ervaren
bijenhouders . En de ziektebeelden veranderen die worden waargenomen
bij gestorven bijenvolken.
1 miljard euro
De Nederlandse imkers hebben bij elkaar 40.000 tot 80.000 bijenvolken
die verspreid over het land worden gehouden. Met hun bijenvolken
zorgen ze voor de bestuiving van allerlei groenten, fruit en
zaadgewassen. De totale waarde voor de Nederlandse economie, wordt
geschat op 1 miljard euro per jaar.
De inkomsten die de bijenhouders voor deze dienst ontvangen zijn heel
gering. Ook de economische opbrengst van de honing valt in het niet
ten opzichte van de bijdrage die de honingbijen leveren aan de land-
en tuinbouw.
Â
Biodiversiteit
De honingbij heeft ook een grote waarde voor de Nederlandse natuur.
Ongeveer 15% van de wilde planten wordt door de honingbij bestoven.
Een deel van deze soorten is voor de vorming van de zaden, en daarmee
van hun voortbestaan, vooral afhankelijk van honingbijen. Die komen
echter nauwelijks meer in de natuur voor. De door imkers gehouden
bijen zijn daarom ook cruciaal voor de biodiversiteit in de natuur.
Door de geringe eigen inkomsten beschikt de Nederlandse bijenhouderij
niet zelf over de middelen om onderzoek te laten doen naar oplossingen
ter afwending van de bedreiging van de honingbij. Daarnaast heeft het
gebrek aan financiële draagkracht ook effect op de eigen kwaliteit
van de bijenhouderij: er is onvoldoende geld voor het opleiden van
nieuwe imkers en het verder professionaliseren van de bijenhouders.
'Masterplan'
De onderzoekers pleiten daarom voor het vrijmaken van middelen van
buiten de bijenhouderij, zodat de bedreigingen afgewend kunnen worden.
De onderzoekers adviseren de minister om met name in te zetten op
versteviging van het onderwijs en onderzoek voor de bijenhouderij.
Daarnaast zou een breed gedragen âmasterplanâ moeten worden gemaakt om
bestuivende insecten (honingbijen én andere insecten) en hun
leefomgeving te beschermen.