Partij van de Arbeid

Tegengaan van werkloosheid

28-01-2009 10:30

In reactie op de massaontslagen bij grote Nederlandse bedrijven die de Amsterdamse regio fors raken, richt de Amsterdamse wethouder Asscher een mobiliteitscentrum in. Ontslagen werknemers kunnen zo naar nieuw werk worden geleid. PvdA-kamerlid Hans Spekman vindt het goed dat gemeenten zelf initiatief nemen om mensen aan het werk te houden.

Amsterdam is niet de eerste stad die een mobiliteitscentrum opricht. De mobiliteitscentra passen in het beleid van de regering om de mobiliteit op de arbeidsmarkt te vergroten. Bij oplopende werkloosheid betekent dit dat mensen actief met sollicitaties worden benaderd en dat voorrang wordt gegeven aan bemiddeling boven re-integratie. Verder zal er versneld in kaart worden gebracht waar werk beschikbaar is, of op termijn komt. De bedoeling is dat er versneld dertig mobiliteitscentra worden opgericht.

Spekman: 'Het initiatief in Amsterdam, maar ook in Eindhoven, Beverwijk en andere voortvarende steden, verdient navolging. We moeten alles doen om mensen uit een uitkering te houden.'

Amsterdam
Van 450.000 werknemers van circa zeshonderd bedrijven in de Amsterdamse regio worden volgens Asscher vooral de tijdelijke krachten in de financiële sector en in de bouw getroffen. Volgens Asscher is de gemeente voorbereid op de crisis. 'We zijn vroeg begonnen. Wij hebben in november al een Kadernota Kredietcrisis geschreven, waarin we in kaart brengen welke sectoren worden geraakt. Wij maken ons het meeste zorgen over werknemers die met moeite vanuit een uitkering aan het werk zijn geholpen. Zij hebben nog tijdelijke contracten, die zo weer gestopt kunnen worden.'

Maar de arbeidsmarkt was tot nog toe juist heel krap, dus Asscher is niet perse pessimistisch. 'We hebben een historisch laag werkloosheidscijfer. In sommige sectoren is de arbeidsmarkt nog steeds krap. Zo is er een groot tekort aan technisch personeel, hebben we vacatures in de zorg en veel werk in het onderwijs. Daar tegenover staat dat er drommen werknemers de arbeidsmarkt opkomen uit de financiële wereld en de bouw. Daar moet vervangende werkgelegenheid voor komen.'