Vlaamse Overheid
euro verdeeld volgens nieuwe regels
Werkingsmiddelen onderwijs: al 436 miljoen euro verdeeld volgens nieuwe
regels
Frank Vandenbroucke vice-minister-president van de Vlaamse Regering en
Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming
maandag 26 januari 2009
Het Vlaams Ministerie van Onderwijs heeft de afgelopen weken 436
miljoen euro uitbetaald aan de schoolbesturen en inrichtende machten
van alle basis- en secundaire scholen. Het gaat om iets minder dan de
helft van het bedrag waarop ze volgens het nieuwe financieringsdecreet
recht hebben. Bij de verdeling van de middelen wordt voor het eerst
rekening gehouden met de sociale achtergrond van de leerlingen en ligt
de lat gelijk tussen de verschillende onderwijsnetten. Door de
uitbetaling zullen de scholen echt in de praktijk voelen dat ze er op
vooruitgaan in vergelijking met voorgaande schooljaren.
Minister Frank Vandenbroucke: "Sinds 2004 zijn de werkingsmiddelen van
de basisscholen met 171 miljoen euro en van de secundaire scholen met
113 miljoen euro gestegen. Dat is een extra van 60% voor het
basisonderwijs en 35% voor het secundair onderwijs. Die toename was
hard nodig. Bij de verdeling van het extra geld houden we rekening met
de achtergrond van de kinderen. Scholen die relatief veel kinderen
hebben met een zwakkere sociaal-culturele achtergrond, worden zo
aangemoedigd om het ook voor die kinderen zo goed mogelijk te doen.
Ons onderwijs moet immers kansrijk zijn voor àlle kinderen, wat ook
hun situatie thuis is of het net waartoe hun school behoort."
Tot vorig schooljaar gaf het net waartoe een school behoorde de
doorslag bij de verdeling van de middelen. Hierbij werd een
100-76-verhouding in acht genomen: als het gemeenschapsonderwijs 100
euro kreeg, kreeg het gesubsidieerd onderwijs (dit is het katholiek,
gemeentelijk en provinciaal onderwijs) 76 euro. De kenmerken van een
leerling speelden in deze verdeling geen rol. Sinds 1 september ligt
de lat gelijk tussen de netten. Vier leerlingenkenmerken spelen nu mee
een rol bij de verdeling: het opleidingsniveau van de ouders, de
thuistaal, het gezinsinkomen en de buurt waar de leerling woont. De
nieuwe financiering betekent voor alle scholen winst. Veruit de
grootste sprong maken de scholen die veel leerlingen uit kansengroepen
aantrekken en extra moeite moeten doen om de talenten van hun
leerlingen te ontdekken en te ontwikkelen.
Op dit ogenblik wordt bij de uitbetaling van de werkingsmiddelen nog
geen rekening gehouden met het aantal kinderen dat een schooltoelage
ontvangt. Dat gebeurt op het einde van het schooljaar. Daarom hebben
scholen er alle belang bij om ouders die mogelijks in aanmerking komen
voor een schooltoelage de komende maanden aan te zetten een aanvraag
in te dienen. Dat kan nog tot 30 juni 2009. Voor elke leerling die een
schooltoelage ontvangt, krijgt de school een extra van ongeveer 100
euro. Een school met honderd leerlingen met een schooltoelage krijgt
dus jaarlijks 10.000 euro extra.
Dat bijna de helft van de werkingsmiddelen uitbetaald is, kan ook een
rol spelen in de houding van basisscholen ten opzichte van het
principe van de maximumfactuur. Tot nu toe gingen scholen als "goede
huisvaders" voorzichtig om met het plannen van één- of meerdaagse
uitstappen om de grensbedragen voor ouders niet te overschrijden.
Zodra ze de extra werkingsmiddelen effectief op hun rekening vinden,
zullen directies merken dat de toename extra mogelijkheden biedt om
één- en meerdaagse activiteiten te organiseren, zonder dat ze de
ouders meer moeten vragen dan de grensbedragen van de maximumfactuur.
Deze bijlage geeft een overzicht van de uitbetaalde bedragen aan het
gesubsidieerd en gemeenschapsonderwijs per onderwijsniveau (basis- en
secundair onderwijs).
Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:
Leen Muys, persmedewerker kabinet Vandenbroucke (Onderwijs)
Tel: 02 552 68 50
GSM: 0479 42 44 23
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be