NOS, Met het oog op morgen, Radio 1
Radio / TV-interview | 23-01-2009
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad over de inauguratie van Obama, een Irak-onderzoek, een
gerucht over het voorzitterschap van de Europese Commissie en de
vervolging van PVV-Kamerlid Wilders
o DE INAUGURATIE VAN OBAMA
VULLINGS:
Meneer Balkenende, het was vooral de week van Barack Obama, u heeft
gekeken naar de inauguratie neem ik aan?
BALKENENDE:
Ja, ik heb de inauguratie gezien, een prachtige happening. En ik moet
zeggen, het enthousiasme dat je gewoon zag bij al die mensen, dat is
denk ik een gevoel dat wereldwijd heeft bestaan. Ook in Nederland.
VULLINGS:
Denkt u als u die beelden ziet dat de inauguratie van een kabinet in
Nederland eigenlijk heel erg sober is?
BALKENENDE:
Dat gaat inderdaad heel anders. Wij hebben de beëdiging bij de
Koningin.
VULLINGS:
Daar kan niemand bij zijn.
BALKENENDE:
En dat is een besloten gebeurtenis. Dat is heel anders. En daarna
hebben we de bordesscene en daar worden ook foto's gemaakt. Maar goed,
daarvoor heb je wel een verkiezingscampagne gehad waar toch heel veel
gebeurt, dus. Maar goed, elk land heeft zo zijn eigen tradities. En
dat is misschien maar goed ook.
VULLINGS:
U bent niet jaloers als u dat ziet.
BALKENENDE:
Nee, natuurlijk niet. Het is een ander land. Maar het was wel erg mooi
om te zien, dat moet ik wel zeggen.
o IRAK-ONDERZOEK
VULLINGS:
Dit weekend lekte er een notitie uit in NRC Handelsblad over de
rechtsgeldigheid van de Nederlandse steun aan een inval aan Irak. Was
u erg boos over het lek?
BALKENENDE:
Nou het is zo dat wij nu in een fase zitten dat vragen zijn gesteld
door de Eerste Kamer, en die zijn door ons beantwoord. Er is
aangekondigd door de Eerste Kamer dat men vervolgvragen zal gaan
stellen. En intussen hebben we ook iets anders gezien, dat gebeurde
deze week., mede naar aanleiding van de publiciteit, dat de Kamer
heeft gezegd, de Tweede Kamer heeft gezegd: wij willen evenzeer vragen
gaan stellen. En die zullen binnen een aantal weken door de
Nederlandse regering worden beantwoord. Nou, in die fase zitten we op
het ogenblik.
VULLINGS:
Maar was u boos toen u het nieuws las in de krant?
BALKENENDE:
Nou, ik heb niet zo'n behoefte om in te gaan op dingen, zaken die toen
in het nieuws waren. Ik zet even aan wat op het ogenblik de stand van
zaken is met de discussie over dit onderwerp.
VULLINGS:
Ondertussen is ook een soort beeld ontstaan dat er nog maar één man is
in Nederland die het onderzoek tegenhoudt, en dat bent u. Wat vindt u
van dat beeld?
BALKENENDE:
Nou ja, goed, daar moet u misschien over praten over diegene die voor
dat beeld kiest. Kijk, wanneer we het hebben over een onderzoek is dat
natuurlijk niet iets dat alleen mij raakt. Het is een discussie
geweest die al jaren nu speelt. We hebben minimaal 16 keer in de
Tweede Kamer over dit onderwerp gesproken. Zo ongeveer een keer of
tien zijn er moties ingediend om zo'n onderzoek georganiseerd te
krijgen. Die zijn eigenlijk altijd door de Tweede Kamer afgewezen, er
zijn ook afspraken gemaakt bij de coalitiebesprekingen. Dus het is
niet zo dat dit nu iets is van één persoon, het heeft een hele
geschiedenis. Het komt ook niet zomaar op, want het speelt al jaren.
VULLINGS:
Maar het lijkt wel of het ook niet meer terug gaat in de doos, de
geest is uit de fles.
BALKENENDE:
Mwoah, we zullen zien. Ik ga er gewoon vanuit dat Kamerleden uiteraard
kritische zullen zijn in de antwoorden die een kabinet geeft. Dat gold
en geldt voor de Eerste Kamer en dat zal nu ook gaan gelden voor de
Tweede Kamer. En dan zullen we zien wat er verder gaat gebeuren.
VULLINGS:
Er zijn twee soorten voorstanders voor zo'n onderzoek. De ene groep
was altijd al tegen de inval en de Nederlandse steun en wil precies
weten hoe de besluitvorming is gegaan, en hebben vermoedens dat er
wellicht geheime missies zijn geweest. Daarnaast zijn er zijn mensen
die zeggen dat ze geen enkele reden hebben om te twijfelen aan de
correctheid van de handelingen van het kabinet toen, maar hebben
zoiets: laten we het maar doen, dan zijn we van het gedoe af. Komt u
ook op dat laatste punt?
BALKENENDE:
Ik heb u net uitgelegd hoe de stand van zaken is. Wij beantwoorden de
vragen van de Kamer.
VULLINGS:
En u komt niet op een moment dat u denkt: nou vooruit dan maar, we
doen het toch maar.
BALKENENDE:
Ik zeg net aan u, ik wil gewoon recht doen aan datgene wat speelt in
het parlement.
VULLINGS:
Maar goed, als u zegt: we doen het, dan is het volgende week geregeld.
BALKENENDE:
Ik zeg we zitten nu, wat betreft de Tweede Kamer, in een fase dat er
nieuwe vragen zijn gesteld. En die zullen we beantwoorden.
o GERUCHT OVER VOORZITTERSCHAP VAN DE EUROPESE COMMISSIE
VULLINGS:
U wordt genoemd, zoals dat heet. Is dat u opgevallen deze week?
BALKENENDE:
Ja. Ik heb mij wat verbaasd over berichten over het voorzitterschap
van de Europese Commissie. U weet wie voorzitter van de Europese
Commissie is, dat is de heer Barroso, dat is een hele goede vriend van
me. Iemand die zich geweldig inzet en wat mij betreft mag hij ook
absoluut doorgaan in een volgende periode. Dus ik vond het eigenlijk
een beetje een non-discussie.
VULLINGS:
Maar als u dan toch genoemd wordt, vindt u dat dan eervol of baalt u
daarvan?
BALKENENDE:
Nee, maar dit, mijn naam behoort ook helemaal niet genoemd te worden.
Want ik vind dat Barroso het goed doet. Dus ik verbaasde mij een
beetje, want ik heb toen ook even begrepen wat er was gebeurd. Er
waren vragen van Nederlandse journalisten een beetje in die richting.
Toen heeft collega Bos een opmerking daarover gemaakt, en dat was
vervolgens het nieuws. Nou toen kwam ik een andere journalist tegen
die ook een vergelijkbare vraag stelde, ik zeg: nou ja, ik heb
begrepen hoe dat is gelopen. Ik heb uiteraard met collega Bos zelf
daarover gesproken, het is dus eigenlijk een volstrekt non-onderwerp.
VULLINGS:
Was u boos op Wouter Bos? Ik heb begrepen dat hij geconfronteerd werd
met de 'roddel' en dat Wouter Bos zei: ik ken die roddel ook.
BALKENENDE:
Nee maar ik ben, het heeft niets te maken met mijn verhouding met
Wouter Bos. Verre van dat, want toen ik even merkte dat er wat was
gebeurd heb ik uiteraard even met hem gesproken. Hij heeft een beetje
uitgelegd hoe het was en dat is ook de reden waarom ik de volgende
dag, toen ik die journalist tegenkwam zo ook in alle nuchterheid kon
zeggen: ja, ik weet dat in dat onderhoud erover is gesproken, maar het
is geen onderwerp dat op dit ogenblik besproken wordt. Het is een
non-issue. En ik vind ook...
VULLINGS:
Dus dit hoofdstuk kunnen we ook gewoon afsluiten. U gaat niet naar
Europa, u blijft in Nederland. Sowieso tot 2011.
BALKENENDE:
Kijk ik heb gezegd: ik wil van deze kabinetsperiode een succes maken.
Moet je voorstellen, we zitten in een enorm lastige fase, er gebeurt
ongelooflijk veel. Ik zet me graag in voor het vinden van oplossingen
voor die enorme economische moeilijkheden. Want het gaat om kunnen
mensen hun baan houden in dit land, hoe gaat het met de bedrijven. Dat
is knap ingewikkeld. Dat is ook waar ik me voor wil inzetten. En als
dan ineens een discussie komt over een voorzitterschap van de Europese
Commissie waar een goede voorzitter op het ogenblik zijn werk doet,
dan denk ik van ieder zijn vak.
VULLINGS:
Maar dit leidt enorm af vindt u.
BALKENENDE:
Ach, het kwam even op en het is ook zo weer weg. En zo hoort het ook.
o VERVOLGING WILDERS
VULLINGS:
Zou u willen leven in een land waar een vooraanstaand lid van de
oppositie in de bak beland vanwege uitspraken tegen moslims?
BALKENENDE:
Wat bedoelt u?
VULLINGS:
De heer Wilders loopt de kans om veroordeeld te worden door uitspraken
die hij heeft gedaan over de moslims.
BALKENENDE:
Ik ga helemaal niet in op wat zou kunnen gebeuren. We hebben
natuurlijk deze week kennis genomen van een uitspraak van een
gerechtshof in Amsterdam. Men heeft gezegd dat door het Openbaar
Ministerie tot vervolging behoort te worden over gegaan. Dat is een
juridische discussie. En dat is eigenlijk wat deze week speelt. En
voor het overige zullen we gewoon af moeten wachten hoe de procedure
zich verder ontwikkelt.
VULLINGS:
Maar goed er zijn al geluiden in het buitenland dat Nederland, ze
begrijpen het niet van Nederland. Hoe kan het dat een politicus wordt
vervolgd voor uitspraken, in een democratische rechtstaat?
BALKENENDE:
We moeten een beetje oppassen over reacties uit 'het buitenland'. Ik
heb een aantal commentaren gezien, net als u, in kranten. Er wordt een
bepaalde conclusie aan verbonden. Ik heb helemaal geen reacties
gehoord van laat ik zeggen collega's van mij, of dat er vanuit
regeringen vragen worden gesteld. Dus ik vind het nog veel te vroeg om
nu te spreken in termen van wat zijn reacties uit het buitenland. En
voor het overige geldt, als er gewoon vragen zijn over zo'n procedure
dan zullen we uiteraard uitleggen hoe dat werkt in ons land.
VULLINGS:
Goed, ik dank u wel voor dit gesprek.
BALKENENDE:
Graag gedaan.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, AK)
Ministerie van Algemene Zaken