Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2594 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VenW/DGLM/2009-38
Uw kenmerk
Datum 22 januari 2009 -
Onderwerp Actieplan Binnenvaart van de Socialistische Partij Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Tijdens de begrotingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat op 2 december 2008
heeft de heer Roemer mij gevraagd om een puntsgewijze reactie te geven op het
SP-Actieplan Binnenvaart.
In deze brief ga ik in op de hoofdthema's uit het Actieplan: het kleine schip,
milieu en infrastructuur. Een reactie op de afzonderlijke actiepunten is als bijlage
toegevoegd.
De oogmerken van het Actieplan stemmen overeen met de doelen die
geformuleerd zijn in de beleidsbrief `'Varen voor een vitale economie'
(november 2007). In die beleidsbrief is uiteengezet op welke wijze het kabinet die
doelen wil bereiken. Vanuit dat perspectief volgt hieronder een reactie op de drie
thema´s van het Actieplan.
1. Het Actieplan gaat uitgebreid in op de ontwikkelingen rondom de kleine
schepen. Als de trends doorzetten die we nu zien dan dreigt op termijn een
deel van de vloot van kleine schepen te verdwijnen. Dit is ook geconstateerd
in `Varen voor een vitale economie' en daarbij is aangekondigd dat de
branchepartijen binnenvaart conform het convenant binnenvaart een
onderzoek doen naar de kansen en bedreigingen van het kleine schip.
In november 2008 heeft de binnenvaartsector mij het rapport `Toekomst
klein schip in de binnenvaart' aangeboden. Bij die gelegenheid is afgesproken
dat ik met de binnenvaartsector zal overleggen over de uitvoering van de
acties die in dit plan zijn opgenomen. Tijdens de laatste
begrotingsbehandeling is naar aanleiding van het amendement
Van der Staaij/ Cramer (31700XII nr.11) een bijdrage van 400.000
toegezegd om deze acties te kunnen uitvoeren. Op zeer korte termijn vindt
overleg met betrokken partijen plaats over de betrokkenheid van VenW bij de
uitvoering van deze acties. In het rapport van de branchepartijen staan ook
acties die voorkomen in het Actieplan van de SP.
a
agina 1 van 10
---
2. In het Actieplan wordt terecht aandacht gevraagd voor het milieu. De
Datum
toekomst van de binnenvaart valt of staat immers met goede
milieuprestaties. Nog altijd is de binnenvaart relatief schoon per tonkilometer. Ons kenmerk
Echter het wegvervoer wordt sneller schoon dan de binnenvaart. Dit is de VenW/DGLM/2009-38
reden dat ik in Europees verband inzet op ambitieuze bronmaatregelen zoals
schone motoren en schone brandstoffen. Veel van de milieumaatregelen in
het Actieplan zijn onderdeel van mijn beleid.
3. Ook doet het Actieplan voorstellen op het gebied van de
vaarweginfrastructuur. Via een drietal lijnen zet ik mij in om het netwerk van
grote vaarwegen, kleinere vaarwegen en binnenhavens te onderhouden en te
versterken.
1. Het (versneld) inlopen van achterstallig onderhoud
2. Het (selectief) functioneel verbeteren van rijksvaarwegen
3. Het gebiedsgericht samenwerken met decentrale overheden ter behoud en
verbetering van regionale vaarwegen en binnenhavens.
Het valt mij op dat de resultaten die de SP voor de infrastructuur beoogt niet
wezenlijk verschillen van mijn beleid. Het tempo waarin en de wijze waarop
deze resultaten in mijn visie kunnen worden geboekt zijn aangegeven in de
beleidsbrief "Varen voor een vitale economie" en in het MIRT
vaarwegenprogramma.
Ik heb met genoegen geconstateerd dat het Actieplan Binnenvaart van de SP op
veel punten overeen komt met mijn beleidsbrief "Varen voor een vitale
economie". Vandaar ook de vele verwijzingen naar deze beleidsbrief.
Om de resultaten van mijn beleid inzichtelijk te maken, wil ik een helder en
compleet overzicht geven van de voortgang van mijn beleid. Daarom zal ik in de
tweede helft van 2009 een voortgangsrapportage over de beleidsbrief `Varen voor
een vitale economie' naar de Tweede Kamer sturen.
Voor mijn reactie op de negentien punten van het Actieplan verwijs ik naar de
bijlage.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Pagina 2 van 10
Bijlage: reactie op de afzonderlijke actiepunten van het
Datum
SP-Actieplan Binnenvaart
Ons kenmerk
VenW/DGLM/2009-38
1. In 2015 vindt 5% extra transport van goederen over het water plaats
ten opzichte van het wegtransport.
De binnenvaart is een krachtige sector die van oudsher een belangrijk aandeel
van het goederenvervoer in Nederland voor zijn rekening neemt. Het is mijn
ambitie om voor het vervoer over water zodanige condities te scheppen dat de
binnenvaart in Nederland de aanwezige mogelijkheden in de markt kan benutten
en zo kan groeien en innoveren. Mijn beleid ter stimulering van de binnenvaart
treft u aan in de beleidsbrief `Varen voor een vitale economie'. Het uitgangspunt
in mijn beleid ter versterking van de concurrentiepositie van de binnenvaart is de
eigen kracht van de binnenvaart. Ik heb er vertrouwen in dat het de sector, mede
daarin door mijn beleid ondersteund, lukt om ook in de komende jaren een groei
van het vervoer over water te realiseren.
Daar waar het kan maakt de overheid afspraken om het vervoer over water te
stimuleren. Ten aanzien van concrete projecten, bijvoorbeeld in havens, is het
mogelijk dat partijen concrete afspraken maken over de afhandeling van
goederen door de binnenvaart (zoals bijvoorbeeld bij de Tweede Maasvlakte
gebeurt). Ik ondersteun dat zeer. Echter het vanuit overheidswege vaststellen
van een concreet streefpercentage van de groei van het transport over water sta
ik niet voor. Dit omdat de overheid geen directe sturing heeft op het nationaal
vervoerde volume over water.
2. Stel strenge eisen aan schone motoren voor nieuwe schepen,
vergelijkbaar met de Europese normen voor uitstoot van schadelijke
stoffen, de zogenaamde euro 6 normen voor wegtransport per 2006.
Het streven naar strenge eisen aan schone motoren komt overeen met mijn
huidige beleid. Binnen de Europese Unie en de CCR pleit Nederland voor de
invoering van een emissienorm die vergelijkbaar is met Euro6 in 2016. Dit is in
overeenstemming met het convenant met de binnenvaartsector.
3. Een lager belastingtarief op zwavelvrije diesel.
Momenteel is er geen sprake van accijns op gasolie die bestemd is voor de
binnenvaart. Het verlagen van accijnstarieven is derhalve een niet te hanteren
beleidsinstrument. Ik zet me via een andere weg in voor het bevorderen van het
gebruik van zwavelvrije gasolie door de binnenvaart. Zo heeft Nederland in
Europees verband aangedrongen op een snelle invoering van zwavelvrije gasolie
voor de gehele binnenvaart. Dit was reeds aangekondigd in de beleidsbrief `Varen
voor een vitale economie'; Maatregel 19: `Aanscherpen normen voor
zwavelgehalte in brandstof (naar 10 ppm) in Europees verband'. Deze normen
zullen in 2011 op Europees niveau van kracht zijn. Het advies van fabrikanten van
nieuwe motoren om nu al zwavelvrije brandstof (EN-590) te gebruiken draagt
overigens bij aan een snelle toename van het huidige gebruik van deze schone
brandstof.
Pagina 3 van 10
4. Na 2009 bij de veiligheidskeuring een verplichte roetmeting voor
Datum
binnenvaartschepen.
Ons kenmerk
Het kabinet wil de luchtkwaliteit verbeteren door o.a. in te zetten op grondige VenW/DGLM/2009-38
beperking van de emissies. Het kabinet en de Europese commissie zetten in op
ambitieuze bronmaatregelen. Het gaat hierbij om normen voor schonere motoren
en de invoering van scherpe normen voor zwavelvrije brandstoffen. Door het
stellen van scherpe eisen aan motoren en brandstoffen worden de emissies sterk
terug gebracht. Ik concentreer me op bronbeleid omdat het efficiënter is de
inspanningen hierop te richten, en niet op metingen aan motoren waarvan reeds
bekend is dat ze niet schoon zijn en in de nabije toekomst opgevolgd zullen
worden door schonere exemplaren.
Wat wel om aandacht vraagt is het feit dat bestaande motoren een lange
levensduur kennen, waardoor het lang gaat duren voordat alle bestaande
motoren vervangen zijn door schonere exemplaren. Om de milieuprestaties van
het huidige motorenbestand te verbeteren heeft het kabinet de Subsidieregeling
dieselmotoren voor binnenvaartschepen (VERS-regeling) ingesteld. Deze regeling
subsidieert investeringen die leiden tot betere niet wettelijk vereiste
milieuprestaties van motoren van binnenvaartschepen. Bij punt 8 ga ik nader in
op de VERS-regeling en een mogelijk vervolg.
5. Stel een `Schoonschip'-fonds in voor de aanschaf van het eerste schip
van een startende ondernemer. Hiermee worden extra investeringen in
schone en zuinige motoren en materieel gedekt. Dit kan gekoppeld
worden aan de fiscale regeling Energie Investeringsaftrek. Hierbij
kunnen investeringen in energiebesparing in één keer ten laste gebracht
worden van de winst. Dit kan ook voor de binnenvaart van toepassing
zijn.
De fiscale regeling Energie en Investeringsaftrek (EIA) is mede van toepassing op
de binnenvaart. Ondernemers kunnen bij de vervanging van een scheepsmotor in
een bestaand binnenvaartschip gebruik maken van deze regeling.
Voor nieuwe schepen is een `Schoonschip'fonds minder relevant omdat bij
nieuwbouw vanaf 1 juli 2007 een motor ingebouwd moet worden die voldoet aan
de CCR-II normen. Nieuwe schepen voldoen daarmee aan de meest recente
milieueisen.
Voorts wijs ik ook in dit verband op de VERS-regeling. Waarvan ook beginnende
schippers gebruik kunnen maken. Dit geldt ook voor de bestaande
innovatiesubsidies voor de binnenvaart.
6. Stel schepen ouder dan 30 jaar vrij van CCR regels die per 2010 ook op
hen van toepassing zouden zijn'
Hoewel overgangsmaatregelen voor constructie-eisen aan schepen in het verleden
regelmatig onbeperkt in tijd zijn geweest, wordt dit tegenwoordig (ook door de
andere Europese binnenvaartlanden) voor de veiligheid als ongewenst
beschouwd. Na intensief onderzoek en diepgaande discussies, ook met het
betrokken bedrijfsleven, heeft de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) in
2003 besloten alle overgangsmaatregelen eindig te maken. Afhankelijk van het
risico van het niet voldoen aan de eis, het betrokken aantal schepen en de kosten
Pagina 4 van 10
van de noodzakelijke aanpassing, zijn data voor alle regels vastgesteld binnen
Datum
een periode van vijf tot veertig jaar.
Ons kenmerk
Natuurlijk zijn er bijzondere omstandigheden denkbaar waardoor het technisch VenW/DGLM/2009-38
onmogelijk is om aan de geformuleerde eis te voldoen of waarin dat economisch
onoverkomelijk is. Daarvoor bestaat een zogenaamde hardheidsclausule. Op basis
van die clausule kan voor individuele schepen een alternatief gebruikt worden om
zoveel mogelijk aan het gestelde doel te voldoen. Nederland steunt in de CCR de
toepassing van de hardheidsclausule. De CCR zal bij een verzoek tot toepassing
daarvan de kwestie beoordelen. Tot nu toe is echter een dergelijk verzoek nog
niet gedaan.
7. Voer een evenredige vrachtverdeling in met vaste bodemprijs voor
vrachten per klein binnenschip (tot 1000 ton).
Als implementatie van richtlijn 96/75 EG1 zijn in 1998 de systemen van
evenredige vrachtverdeling (toerbeurt) afgeschaft. Binnen de geliberaliseerde
markt van de EU bestaat slechts in zeer uitzonderlijke situaties de mogelijkheid
om af te stappen van een vrije markt. Hier zal dan tevens binnen de EU
overeenstemming over moeten zijn. Daarnaast is een belangrijke voorwaarde dat
de markt daar zelf volledig achter staat. Ik heb echter vanuit diverse bronnen uit
de binnenvaartsector vernomen dat het overgrote deel van sector niets ziet in het
herinvoeren van een evenredige vrachtverdeling.
8. Doorzetten van de subsidieregeling VERS1 en deze na 2009 ook
toepassen op zwavelarme brandstof.
Zoals in de binnenvaartbrief `Varen voor een vitale economie' vermeld,
subsidieert de VERS-regeling investeringen die leiden tot betere, niet wettelijk
vereiste milieuprestaties van motoren van binnenschepen. De regeling loopt in
2010 af. De departementen van VROM en VenW onderzoeken wat vanaf 2010 de
mogelijkheden zijn voor een zinvol en haalbaar vervolg van de VERS-regeling.
Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat in 2011 zwavelarme gasolie
verplicht is. Door het gebruik van zwavelarme brandstof wordt het voor de
binnenvaart mogelijk om roetfilters toe te passen. Bij het onderzoeken van de
opties voor het vervolg van de VERS-regeling wordt de mogelijkheid meegenomen
om de aanschaf van een roetfilter te subsidiëren.
Omdat vanaf 1 januari 2011 het gebruik van zwavelarme gasolie voor de gehele
binnenvaart verplicht wordt, is het inzetten van de VERS-regeling voor het
subsidiëren van de aanschaf van iets duurdere (ong. 0,03/l) zwavelvrije
brandstof niet zinnig. Zwavelarme gasolie is nu overigens ook al op veel plaatsen
verkrijgbaar en wordt door schippers gebunkerd.
1 Richtlijn nr. 96/75/EG van de raad van de Europese Unie van 19 november 1996
houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en
internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap.
Pagina 5 van 10
9. Borgstellingkredieten voor investering in bouw en onderhoud van
Datum
kleine schepen, zodat investeringen door banken minder risicovol
worden. Ons kenmerk
VenW/DGLM/2009-38
Indien investeringen in kleine schepen achterwege blijven omdat banken zonder
garanties niet snel genegen zijn een krediet te verstrekken, kan dit een optie zijn
om de drempel te verlagen voor de ondernemers die met een goed businessplan,
bereid zijn om te investeren in kleine schepen. Afspraken hierover zouden echter
op Europees niveau gemaakt moeten worden vanwege de grensoverschrijdende
kenmerken van de markt en de Europese regels ten aanzien van Staatssteun. Een
dergelijk voorstel is de afgelopen twee jaar met het bedrijfsleven en de
Commissie besproken. Dit voorstel betrof in essentie dat de boetegelden die in
het kader van een reeds afgesloten sloopregeling nog steeds beschikbaar zijn
voor een binnenvaart gerelateerd onderwerp, ingezet zouden kunnen worden voor
financiële instrumenten via de Europese Investeringsbank (EIB) voor de
nieuwbouw van (kleine) schepen. De EIB en de lidstaten zouden naar rato een
bijdrage aan dit fonds toevoegen.
Het voorstel is door Nederland geformuleerd en door de Commissie omarmd.
Echter de sector had hier grote bezwaren tegen omdat diegenen die zouden gaan
profiteren van dit fonds niet diegenen zijn die vanuit de sloopregeling aan dit
fonds hebben bijgedragen. Om deze reden is dit voorstel niet doorgevoerd. Ik ben
echter bereid om hierover in Europees verband wederom in gesprek te gaan,
echter pas nadat de brancheorganisaties voor de binnenvaart uit de verschillende
Europese landen, aangeven dat zij positief staan tegenover dit initiatief.
Naast overheden kunnen ook bijvoorbeeld samenwerkende banken
borgstellingskredieten instellen. Eén van de acties die voortkomt uit het door de
binnenvaartsector opgestelde rapport `Toekomst klein schip' is het analyseren van
de opties voor het instellen van borgstellingskredieten voor renovatie of
nieuwbouw. Ik wacht de uitkomst van deze actie met belangstelling af.
10. Voer de sloopregeling in voor oude binnenvaartschepen waarvan de
schipper de opbrengst wil investeren in een nieuw klein binnenvaartschip
(tot 1000 ton).
Een sloopregeling is een instrument dat op Europees niveau ingezet kan worden
als gedurende langere tijd sprake is van een ernstige verstoring van de markt als
bedoeld in genoemde richtlijn 96/75/EG. Omdat die situatie zich in de huidige
markt niet voordoet, is de inzet van een sloopregeling niet aan de orde.
11. Kom binnenschippers op kleine schepen tegemoet door vrijstelling
van brug- en havengelden.
Ik wil er op wijzen dat er op het Rijksvaarwegennet geen brug- of liggelden
geheven worden. En voor de vaarwegen, ligplaatsen en bruggen die niet in het
beheer zijn van de Rijksoverheid is het aan de vaarwegbeheerder om te bepalen
of hij brug- of havengelden wil heffen. Door hetgeen ik verneem vanuit de sector
en vanuit andere vaarwegbeheerders, is bij mij niet het beeld ontstaan dat er
onredelijke tarieven worden gevraagd. Ik ben daarom niet voornemens om
andere vaarwegbeheerders te vragen om een vrijstelling van de brug- en
havengelden voor kleine schepen.
Pagina 6 van 10
12. Er moet snel een actualisatie van het `Besluit laad en lostijden' komen
Datum
voor marktconforme vergoeding voor overliggen wordt geboden.
Ons kenmerk
Begin 2009 zal er een aangepast Besluit laad en lostijden worden opgesteld op VenW/DGLM/2009-38
basis van een voorstel van vervoerders en verladers, waarover zij momenteel
overleggen. Hierbij wordt er van uitgegaan dat in de loop van 2009 het
aangepaste besluit in werking zal treden met een uitwerkingsduur van maximaal
2 jaar met als doel dat partijen gedurende deze periode in de gelegenheid worden
gesteld om zelfstandig afspraken over de laad- en lostijden te maken.
13. Besteed de elf miljoen euro, die het Energieonderzoek Centrum
Nederland (ECN) nodig acht aan extra subsidie voor:
a. een bijdrage aan de ombouw van romp en roer van ten minste veertig
procent;
b. roetfilters voor de binnenvaart;
c. apparatuur voor bepaling van de adviessnelheid. (voortvarend
besparen)
Het ECN-rapport dateert uit 2006. Inmiddels heb ik in november 2007 het
startschot gegeven voor het programma VoortVarend Besparen. De geraamde
kosteneffectiviteit van Voortvarend Besparen is een stuk hoger dan de voorstellen
die ECN in zijn rapport doet. Overigens wijs ik erop dat maatregelen voor
energiebesparing op termijn geld opleveren voor de eindgebruiker. Iedere
ondernemer kan dus voor zichzelf uitrekenen welke energiebesparende
maatregelen voor hem geschikt zijn. VoortVarend Besparen is er o.a. op gericht
om de bewustwording in de sector te vergroten en geeft ook de mogelijkheid voor
een subsidie op apparatuur om het brandstofgebruik te optimaliseren.
14. Structureel 7,7 miljoen euro per jaar voor de achttien
schippersinternaten.
De subsidiëring van de schippersinternaten valt onder de verantwoordelijkheid
van de Minister voor Jeugd en Gezin. Zoals de minister voor Jeugd en Gezin
aangaf in het AO over de schippersinternaten van oktober 2007, heeft hij in het
voorjaar van 2008 een besluit genomen over de toekomstige subsidie voor de
sector schippersinternaten. In zijn brief van 12 juni 2008, (TK 29214, nr. 32)
heeft hij de Tweede Kamer hierover geïnformeerd. Strekking van deze brief was
het verhogen van de middelen voor subsidiëring van de schippersinternaten per
2008. In totaal gaat het in de periode van 2009 tot en met 2013 om gemiddeld
circa 2,3 mln per jaar extra, in vergelijking met de voortzetting van de situatie
in 2007. Daarnaast neemt de sector de verantwoordelijkheid voor de wachtgelden
over. De sector wordt hiertoe in staat gesteld door de toekenning van een bedrag
van 1,4 mln in 2009, jaarlijks aflopend met 0,1 mln tot 1,0 mln in 2013.
Hierna wordt dit als vast bedrag uitgekeerd aan de sector. Over deze verhoging is
overeenstemming met de sector bereikt. De Centrale Stichting Internaten voor
Schippers- en Kermisjeugd (CENSIS) heeft aangegeven dat met deze
maatregelen de sector de gelegenheid heeft de kwaliteit te verhogen.
15. Vergroot en verbeter het stelsel van vaarwegen.
Deze ambitie komt overeen met de ambitie van het kabinet. Het kabinet zet zich
samen met de decentrale overheden in om een toekomstvast netwerk van
vaarwegen en havens te realiseren.
Pagina 7 van 10
Datum
Om dat te bereiken wordt langs de volgende drie lijnen gewerkt:
1. Het (versneld) inlopen van achterstallig onderhoud Ons kenmerk
2. Het (selectief) functioneel verbeteren van rijksvaarwegen VenW/DGLM/2009-38
3. Het gebiedsgericht samenwerken met decentrale overheden ter behoud en
verbetering van regionale vaarwegen en binnenhavens.
Ad 1. Maatregel 9 uit de beleidsbrief binnenvaart: Versneld uitvoeren van het
achterstallig onderhoudsprogramma vaarwegen.
Zoals is bevestigd in de begroting 2009 zal het kabinet in de periode tot en met
2016 de onderhoudsachterstand op de rijksvaarwegen wegwerken. Dit is vier jaar
eerder dan aangekondigd in de Nota Mobiliteit. Het is niet realistisch dit reeds in
2012 gereed te hebben, gezien het omvangrijke pakket aan
onderhoudswerkzaamheden.
Ad 2. Maatregel 11 uit de beleidsbrief binnenvaart: Vergroten/verbeteren
vaarwegen: het MIRT
Naast het onderhoudsprogramma geef ik het vergroten en verbeteren van het
stelsel van vaarwegen vorm via het MIRT-aanlegprogramma. Met het
onderzoeken en (zonodig) oplossen van de in de Nota Mobiliteit aangekondigde en
in het MIRT uit te werken knelpunten, pak ik de belangrijke knelpunten in het
rijksvaarwegennet aan. Enkele belangrijke voorbeelden hiervan zijn: de
omlegging van de Zuid-Willemsvaart bij Den Bosch, het vergroten van de
capaciteit bij de Beatrixsluis en het opwaarderen van de Twentekanalen.
Ad 3. Maatregel 6 uit de beleidsbrief binnenvaart: Natte bereikbaarheid is de
sleutel tot succes
De sleutel tot succes voor de binnenvaart is de beschikbaarheid van zogeheten
natte vervoersrelaties. De Landelijke Markt en Capaciteiten Analyse-Vaarwegen
(LMCA-vaarwegen) heeft aangetoond dat de focus niet alleen op een goed
vaarwegennetwerk moet liggen. Het gaat om een ketenbenadering die gericht is
op het opsporen van de zwakke schakels. Gebleken is dat de blijvende
beschikbaarheid van mogelijkheden van op- en overslag aan het water in gevaar
is (zie ook de reactie op punt 18).
Daarom ben ik in het kader van de gebiedsgerichte aanpak van het MIRT dan ook
in overleg met decentrale overheden om afspraken te maken over ontwikkelingen
op het gebied van binnenhavens in relatie tot de rijksinvesteringen in vaarwegen.
Het kabinet heeft 62 mln. beschikbaar gesteld voor Quick wins voor
verbeteringen van de infrastructuur van binnenhavens. In de Bestuurlijke
Overleggen van eind oktober heb ik bekend gemaakt welke binnenhavenprojecten
ik financieel ondersteun in het kader van de eerste tranche Quick-wins
binnenhavens. In 2009 gaat de tweede tranche Quick-wins binnenhavens van
start. Dus ook dit jaar kunnen provincies bij mij projectvoorstellen indienen. Begin
2010 zal ik de Quick-win regeling evalueren en besluiten of een eventueel vervolg
zinvol is.
16. Creëer overslagterminals bij de overgang van grote naar kleine
vaarwegen.
De marktanalyse voor de binnenvaart die Policy Research Cooperation in opdracht
van Verkeer en Waterstaat in 2006 heeft uitgevoerd, heeft aangetoond dat met
name het aantal keren overslag bepaalt of de binnenvaart op een traject kan
concurreren met andere modaliteiten. Indien er sprake is van nat-nat relaties
Pagina 8 van 10
waarbij dus geen extra overslag nodig is, is binnenvaart nagenoeg altijd
Datum
concurrerend. Indien er sprake is van één extra overslag met voor- of na
transport dan bepalen de vervoersafstand en de vervoerde hoeveelheden of Ons kenmerk
binnenvaart prijstechnisch nog de gunstigste modaliteit is. Indien er sprake is van VenW/DGLM/2009-38
twee of meer extra overslag handelingen dan is binnenvaart nog maar zelden
aantrekkelijker dan weg- of spoorvervoer. Dit voorstel creëert een extra
handeling en daarmee een extra schakel in het logistieke proces die sterk
prijsverhogend zal werken op het vervoersprodukt binnenvaart. Hierdoor zal
binnenvaart zich in veel gevallen uit de markt prijzen.
Mede door de Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT) is in ongeveer
15 jaar in Nederland een nagenoeg landsdekkend netwerk van containerterminals
ontstaan. Dit netwerk strekt zich uit tot op de kleine vaarwegen. Denk hierbij aan
de containerterminals in Veghel en Tilburg. Door middel van dit soort terminals
kunnen alle regio's in Nederland containers vervoeren via de binnenvaart.
17. Zorg regionaal voor mobiele kranen die ingezet kunnen worden bij
overslag.
Het slimmer en flexibeler inzetten van de modaliteit binnenvaart, met name op de
kleinere vaarwegen, biedt inderdaad kansen. Voor het stimuleren van de
binnenvaart op de kleine vaarwegen heb ik het SBIR instrument (Small Business
Innovation Research) ingezet. Het idee van de SBIR-regeling is, de kennis van het
bedrijfsleven te benutten en innovaties te stimuleren door middel van financiële
ondersteuning vanuit de rijksoverheid. Ik heb bedrijven gevraagd om innovatieve
voorstellen in te dienen. De ingediende voorstellen worden beoordeeld en
geselecteerd door een onafhankelijke beoordelingscommissie. Ik heb recent twee
voorstellen gehonoreerd en de betreffende bedrijven gevraagd om hun
innovatieve projecten uit te voeren.
- Dutch Logistic Development werkt aan de ontwikkeling van de 'BargeTruck'
Dit zijn kleine eenheden die zelf in staat zijn tot manoeuvreren, waardoor de
duwboot maximaal kan worden ingezet en de beschikbare laadruimte
ontkoppeld is van het varende bedrijf. De BargeTruck wordt aangedreven
door een emissiearme en zuinige voortstuwingsinstallatie.
- Mercurius Scheepvaart ontwikkelt op basis van een innovatief laad- en
lossysteem (kleine schepen met een eigen kraan) en een franchiseformule
een commercieel interessant klein schip en wil de binnenvaart aantrekkelijker
maken voor nieuwe instroom van personeel uit andere sectoren. Het concrete
doel is de bouw en exploitatie van 25 kleine, milieuvriendelijke
binnenvaartschepen.
Indien mobiele kranen een oplossing vormen kan men gebruik maken van
bovenstaand subsidie-instrument mits men aan de subsidievoorwaarden voldoet.
18. Regel via de uitgifte van bedrijventerreinen dat bedrijven met grote
logistieke stromen die zich voor scheepsvervoer lenen, zich aan water
moeten vestigen. Differentieer de grondprijzen, zodat vestiging aan het
water relatief goedkoper is. Neem verder in de vergunningvoorwaarden
bij bedrijven met een wateraansluiting op dat ze verplicht zijn om
minstens vijftig procent van hun aan en afvoer via deze route te regelen.
De Landelijke Markt en Capaciteiten Analyse - Vaarwegen heeft aan het licht
gebracht dat de grootste bedreiging voor het binnenlandse transport over water
het wegvallen van (de bereikbaarheid en de inrichting van) binnenhavens is. Dus
Pagina 9 van 10
de aandacht en de zorg van de SP voor dit specifieke onderdeel in de keten is
Datum
terecht. Echter, binnenhavens zijn in de meeste gevallen in eigendom en/of
beheer van decentrale overheden of van een samenwerkingsverband van Ons kenmerk
overheden en bedrijfsleven. Deze partijen zijn vrij hun eigen binnenhavenbeleid VenW/DGLM/2009-38
te bepalen. De Rijksoverheid beoogt regionale overheden te bewegen meer werk
te maken van hun binnenhavens door middel van het Quick Win Programma
Binnenhavens. Een voorwaarde om hiervoor in aanmerking te komen is dat de
betreffende provincies en regio's een netwerkanalyse voor vaarwegen en
binnenhavens opstellen die de basis vormt voor concrete projectvoorstellen.
Dit programma is een succes. Vrijwel alle regio's hebben inmiddels een
netwerkanalyse ontwikkeld en veel voorstellen gedaan voor Quick Wins
Binnenhavens, waarvoor het kabinet 62 mln beschikbaar heeft gesteld. Na het
doorlopen van de tweede tranche Quick-wins in 2009 zal het programma begin
2010 geëvalueerd worden.
19. Zorg voor mogelijkheden om van de ligplaats van het schip snel thuis
te kunnen komen.
Ik ben mij bewust van het economische en sociale belang van ligplaatsen en de
mogelijkheden om die goed met de auto te kunnen bereiken.
In het MIRT-programma lopen daarom ook diverse verkenningen en planstudies
voor de realisatie van ligplaatsen en overnachtingshavens. Bij de mogelijke
inrichting daarvan wordt ook nadrukkelijk aandacht besteed aan de landzijdige
bereikbaarheid van de overnachtingsplaats en aan de mogelijkheid voor het
afzetten van een auto op de kade. Daarnaast worden incidenteel auto-
afzetplaatsen gerealiseerd, bv. als het kan worden meegenomen bij onderhoud
van ligplaatsen of bij regionale initiatieven zoals recent bij Gorinchem.
Pagina 10 van 10