ChristenUnie



Bijdrage Ed Anker over de Staatscommissie van de Grondwet

woensdag 21 januari 2009 10:10

Voorzitter. Het hoofddoel van de nieuw in te stellen staatscommissie is het verbeteren van de toegankelijkheid van de Grondwet en een herziening daarvan, nadat wij 25 jaar opgetrokken zijn met de huidige editie. Daarbij beogen wij vooral dat onze Grondwet wordt versterkt en dat straks meer Nederlanders weten wat deze inhoudt. Het is de bedoeling dat de Grondwet meer dan nu samenbindend werkt en een prominente plaats heeft. U zult begrijpen dat de fractie van de ChristenUnie blij is dat de instelling van een dergelijke commissie dichterbij komt.

De Nationale conventie heeft op meerdere punten mogelijkheden aangegeven voor de samenbindende werking van de Grondwet in onze samenleving. De fractie van de ChristenUnie heeft dit in het achterhoofd gehouden bij het bekijken van de huidige opdracht die de minister wil geven aan de staatscommissie. Voor mijn fractie begint dat met de advisering omtrent de preambule en het hoofdstuk Algemene bepalingen. In het vorige AO heb ik aangegeven dat mijn fractie de opdrachtverlening hierover aan de staatscommissie steunt.

De huidige opdrachtverlening aan de staatscommissie hanteert eigenlijk de opzet dat eerst wordt bepaald of er een preambule moet komen en dat er vervolgens een voorstel kan worden gedaan voor de inhoud van een dergelijke preambule. Uit de brief van de minister wordt niet helder of een aparte commissie van deskundigen een dergelijk voorstel moet doen of dat de minister spreekt over een staatscommissie. Graag wil ik een toelichting daarop van de minister.

De fractie van de ChristenUnie wil bij deze discussie nog maar eens opgemerkt hebben dat het doel is om de Grondwet te versterken en die in perspectief te zetten. Onze Grondwet is niet een snel gemaakte schets van de Nederlandse rechtstaat. Die is zorgvuldig opgebouwd en heeft stevige wortels in het verleden. Mijn fractie is zeer benieuwd naar het advies van de staatscommissie om dit alles toegankelijker te maken.

De fractie van de ChristenUnie kan instemmen met de onderwerpen die de minister noemt in haar brief van 27 november 2008 voor advisering door de staatscommissie. In deze brief komt de minister met tien aandachtspunten voor de staatscommissie. Één punt mis ik echter, namelijk dat van de constitutionele toetsing. De minister heeft gezegd dat de staatscommissie zich niet zal buigen over lopende initiatieven voor grondwetsherziening. Onlangs is in de Eerste Kamer het initiatiefvoorstel voor constitutionele toetsing behandeld en aangenomen. Er is nog wel een weg te gaan voordat de Grondwet gewijzigd is, maar veel fracties in dit huis zijn daarvan voorstander. Is het niet wijzer om, juist nu volop vraagstukken worden behandeld die hierop betrekking hebben, ook op dit punt om advies te vragen? De fractie van de ChristenUnie voert daarvoor een warm pleidooi. Graag wil ik een reactie van de minister daarop.

Tijdens de eerste termijn hebben wij gesproken over het Nederlands in de Grondwet. Het kabinet heeft er al eerder voor gekozen om het Nederlands in de Grondwet op te nemen, en om onverminderd het Fries te beschermen. Dit voorstel zal een apart traject doorlopen en wordt niet betrokken bij de adviesaanvraag. Ik kies voor een apart traject, maar merk daarbij wel op dat dit onderwerp kan thuishoren in het hoofdstuk Algemene bepalingen. Graag wil ik helderheid over de precieze betekenis daarvan.

De minister heeft aangegeven dat de staatscommissie in de gelegenheid wordt gesteld om burgers erbij te betrekken. De lessen rondom de Europese grondwet zijn volgens de minister in de oren geknoopt en dat moet blijven gebeuren. Zoals zij zelf zegt: "Er moet ruimte zijn voor maatschappelijk debat en er moet goed geluisterd worden naar de burgers." Wij hebben zojuist ook een proeve gezien van jonge burgers die daarbij betrokken willen zijn. Voor de volksvertegenwoordiging en het kabinet lijkt luisteren nogal logisch en een prima uitgangspunt. Het zou raar zijn als dat anders was. Ik wil er echter wel voor waken dat het werk van de Nationale conventie wordt overgedaan. Onderkent de minister het risico daarop en kan zij toezeggen dat wij hiermee een stap verder zetten?

Het genereren van een maatschappelijke discussie is prima, maar daarvoor is ook budget nodig. Is daarvoor geld beschikbaar in de BZK-begroting? Welk budget heeft de minister voor ogen?

Wij spreken over de opdrachtverlening aan de staatscommissie. Dat is een belangrijk moment, maar niet de eindhalte van deze route. Welke planning heeft de minister in gedachten? Wanneer wordt een advies van de staatscommissie verwacht?