College van Beroep voor het bedrijfsleven
Korpsbeheerder mag verkeersboete verhalen tenzij de ambtenaar van de
overtreding geen verwijt kan worden gemaakt
Gezien de aard van de in dit geval door de dienst geleden schade, te
weten een boete ter zake van een door de ambtenaar tijdens de dienst
begane verkeersovertreding, dient als uitgangspunt te gelden dat de
korpsbeheerder de opgelegde boetes voor door de politieambtenaar
begane verkeersovertredingen op grond van artikel 68 van het Barp kan
verhalen, tenzij de ambtenaar van die overtreding geen verwijt kan
worden gemaakt. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 13 juni 2008 ten
aanzien van toepassing van artikel 7:661 van het BW, waarin een
soortgelijke norm is neergelegd als in artikel 68 van het Barp, ten
aanzien van verkeersboetes van werknemers werkzaam in
privaatrechtelijke dienstbetrekkingen tot eenzelfde resultaat komt.
Toegespitst op de onderhavige zaak concludeert de Raad dat niet gezegd
kan worden dat appellant geen verwijt kan worden gemaakt van het
overtreden van de maximum snelheid.
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 21 januari 2009 Naar boven