Universiteit van Tilburg 19 januari 2009
Overheid moet meer contact maken met religieuze genootschappen
Boek UvT-hoofddocent en Eerste Kamerlid Sophie van Bijsterveld
De verhouding tussen overheid en godsdienst staat in het brandpunt van
de maatschappelijke en politieke belangstelling. Klassieke principes
zoals scheiding van kerk en staat en vrijheid van godsdienst worden
door iedereen gedeeld, maar lijken geen houvast meer te bieden voor de
toekomst. UvT-hoofddocent en Eerste Kamerlid Sophie van Bijsterveld
biedt in haar boek 'Overheid en godsdienst een nieuwe oriëntatie voor
de omgang van de overheid met godsdiensten. Ze doet daarvoor concrete
aanbevelingen, zoals om meer samen te werken met religieuze
genootschappen en niet te snel te grijpen naar regels.
Van Bijsterveld laat in haar boek 'Overheid en Godsdienst. Herijking
van een onderlinge relatie' zien dat de heersende kijk op de
verhouding van de overheid tot godsdienst de afgelopen decennia veel
te eenzijdig is geweest. Godsdienst werd als louter privézaak gezien
en afzijdigheid van de overheid was het daarbij passende sleutelwoord.
Actuele discussies worden vaak nog vanuit dit beeld gevoerd. Maar
godsdienst heeft naast persoonlijke, ook maatschappelijke en publieke
kanten. Zo is godsdienst een belangrijke zingevende en samenbindende
factor in onze samenleving.
De erkenning daarvan door de overheid is van belang bij het kiezen van
een juiste opstelling. Het kan daarbij gaan om de vraag of de overheid
de bouw van gebedsruimten mag steunen of welke loyaliteit zij van
godsdiensten mag eisen. Maar ook over de vraag welke ruimte er moet
zijn voor controversiële uitingen over het geloof of in welke mate
godsdiensten vandaag de dag gelijk behandeld moeten worden.
Meer betrokkenheid
In plaats van een overheersende nadruk op afzijdigheid, is meer
betrokkenheid nodig. Regelmatig en goed contact met
(kerk)genootschappen en religieuze stromingen in hun diversiteit is
voor de overheid van belang, zowel op nationaal als lokaal niveau.
Daarbij hoort ook een minder krampachtige houding voor financiële
betrekkingen met genootschappen, zoals voor het in stand houden van
gebouwen of voor geestelijke zorg. Een beroep op scheiding van kerk en
staat is vaak een onberedeneerde dooddoener, vindt Van Bijsterveld.
Omdat de stromingen onderling verschillen en de overheid hen meer dan
voorheen op uiteenlopende manieren 'tegenkomt' zal de onderlinge
verhouding in de toekomst ook meer gekenmerkt moeten worden door
differentiatie dan door eenvormigheid. Allerlei incidenten rond
controversiële meningsuitingen over godsdienst trekken snel veel
aandacht in de media. In de discussie over de betekenis die de
strafwet hier heeft, moet bedacht worden dat de strafwet geen
effectief sturingsmiddel is voor de maatschappelijke processen waarom
het hier gaat.
Sophie van Bijsterveld (1960) is hoofddocent aan de universiteit van
Tilburg. Zij studeerde Nederlands Recht te Utrecht (1977-1983) en
promoveerde in 1988 in Tilburg op de verhouding tussen kerk en staat.
Sinds juni 2007 is zij lid van de Eerste Kamer voor het CDA.
Universiteit van Tilburg