NEN
Warmtepompen drukken EPC
maandag 19 januari 2009, 16:02
De EPC-eisen voor de utiliteitsbouw zijn met ingang van dit jaar
aangescherpt. Naast een uitgekiend ontwerp kan aan de strengere
energie-eisen worden voldaan door onder meer toepassing van
warmtepompen met ltv-systemen voor zowel verwarmen als koelen.
Het overheidsagentschap voor innovatie en duurzaamheid SenterNovem
heeft berekend dat toepassing van warmtepompen voor dit doel
kosteneffectief kan zijn. Dat wil zeggen dat de investeringskosten
binnen de levensduur van de installatie kunnen worden terugverdiend.
Ook is berekend wat de invloed van deze techniek is op de
energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van een gebouw.
De EPC die de overheid voorschrijft en die moet worden berekend
volgens de energieprestatienorm (EPN) van NEN, gaat voor:
* bijeenkomstgebouwen naar 2.0;
* kantoren naar 1.1;
* hotels naar 1.8;
* scholen naar 1.3;
* sporthallen naar 1.8;
* winkels naar 2.6.
Warmtepompen
Een warmtepomp is een apparaat waarmee een gebouw kan worden verwarmd
en gekoeld. Bij verwarmen wordt omgevingswarmte op een laag
temperatuurniveau onttrokken en omgezet naar een hoger
temperatuurniveau, waarna de warmte kan worden gebruikt voor
verwarming. Koeling werkt precies andersom.
De warmtepomp wordt meestal elektrisch aangedreven. Het rendement van
de warmtepomp (cop-waarde = coëfficiënt of performance) is afhankelijk
van het temperatuurverschil tussen de warmtebron en het afgiftesysteem
in het gebouw, ofwel de verwarmende en koelende wanden en vloeren of
de ltv-radiatoren (lagetemperatuurverwarming).
Welke gebouwen
Uit onderzoek blijkt dat voor veruit de meeste gebouwen een
warmtepompsysteem een kosteneffectieve techniek is om de EPC te halen.
De vier meest gangbare warmtebronnen voor warmtepompen die standaard
kunnen worden geselecteerd in de programmatuur van NEN om de
energieprestatie te berekenen, zijn een bodemopslagsysteem (w/ko met
aquifer), een bodemcollector (geowarmte/koude), de buitenlucht en
teruggewonnen warmte uit de ventilatielucht. Ook wordt steeds meer
gebruikgemaakt van oppervlaktewater als directe omgevingswarmtebron of
voor herstel van de energiebalans in een aquifer.
NEN 2916
Afhankelijk van de aanvoertemperatuur van warmte (T aanvoer) en het
bronsysteem is de cop-waarde van de verschillende systemen vastgelegd
in NEN 2916. In vergelijking met een gasgestookte hoogrendementsketel
(equivalente cop = circa 2,3) blijkt het energetisch rendement van een
warmtepomp in alle gevallen aanmerkelijk gunstiger te zijn.
Verder wordt de hoogste rendementswaarde behaald met de warmtepomp op
retourlucht. De hoeveelheid warmte in de retourlucht is meestal wel te
klein om te voorzien in de volledige warmtevraag, zodat een tweede
warmtepomp (bijvoorbeeld op buitenlucht) moet worden ingezet. De
gezamenlijke cop van deze twee systemen is in de meeste gevallen zelfs
lager dan van een aquifersysteem.
EPC-reductie
Een studie van DGMR en Techniplan Adviseurs geeft inzicht in de
invloed van de verschillende warmtepompconcepten op de EPC. Met een
aquifer kan gemiddeld een EPC besparing van 15 tot 25 procent worden
gehaald en met luchtgekoppelde systemen 10 tot 20 procent.
Bij bijvoorbeeld de Avans Hogeschool in Tilburg, een schoolgebouw met
warmtepompsysteem, is de EPC in 2005 vastgesteld op 1,17. Dat was
destijds 22% lager dan de wettelijke EPC en is nog altijd lager dan de
nieuwste EPC voor onderwijsfuncties van 1,3.
Meer informatie
Meer informatie over dit onderwerp vindt u op epn.nen.nl. Ook kunt u
contact opnemen met Gert-Jan Majoor, e-mail: GertJan.Majoor@nen.nl .
zie ook de volgende gerelateerde onderwerpen:
NEN 2916:2004 nl (Norm) NPR 2917:2005 nl (Norm) Praktijkgids
Bouwbesluit -
Thermische isolatie en energieprestatie (Publicatie) EPN.nen.nl