Deelgemeente IJsselmonde Rotterdam

IJsselmonde pilotgemeente Wmo-project

We zijn één van de acht pilotgemeenten voor het Wmo-project VNG

Niet uitgaan van de tekortkomingen van mensen maar juist uitgaan van hun mogelijkheden en ze stimuleren om actief deel te nemen aan de samenleving. Dat is de manier waarop de Rotterdamse deelgemeente IJsselmonde de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in de praktijk brengt. Bijvoorbeeld door leerlingen die praktijkervaring opdoen oudere volkstuinders te laten helpen bij zware onderhoudsklussen. En door Wmo-consulenten dóór te laten vragen om zo 'de vraag achter de vraag' te achterhalen.

Dagelijks bestuurder Bram van Hemmen onderstreept het belang van de nieuwe manier van werken: In ons welzijnsbeleid willen we uitgaan van alles wat mensen wél kunnen. Niet van wat ze niet kunnen. Ook al kun je minder dan iemand anders, het draagt bij aan het welbevinden als je dan toch iets mag en kunt doen. Maar als je minder kan, dan moet je geholpen worden meer te kunnen. Als dat echt niet lukt of kan, dan moeten we iets doen aan wat we vragen van mensen. We moeten dus anders gaan kijken naar alles wat we doen als overheid en als dienstverleners. Omdat alles wat we doen moet bijdragen aan het welzijn van mensen.

Vanwege deze vooruitstrevende aanpak is IJsselmonde één van de acht gemeenten die in het VNG-project De Kanteling ervaring gaan ontwikkelen en delen van de nieuwe, 'gekantelde' werkwijze waar het Wmo-compensatiebeginsel om vraagt. De acht pilotgemeenten gaan methoden ontwikkelen voor intake-gesprekken en het zoeken naar oplossingen via algemeen toegankelijke voorzieningen. Naast IJsselmonde doen Almere, Arnhem, Doetinchem, Hof van Twente, Kerkrade, Nieuwegein en Tilburg mee.

De kanteling moet mensen met een beperking betere kansen bieden om volwaardig mee te doen aan de samenleving. De Wmo is ontwikkeld in het besef dat de ondersteuning van mensen met een beperking anders benaderd moeten worden. In plaats van kant en klare verzorging moeten randvoorwaarden worden geschapen zodat mensen kunnen blijven meedoen. Beperkingen van burgers worden zo gecompenseerd.

De ervaringen in IJsselmonde sluiten goed aan bij het uitwerken van het compensatiebeginsel. De IJsselmondse deelraad heeft de Welzijnsnota vastgesteld die Wmo-proof is. De nieuwe Welzijnsnota beschrijft de IJsselmondse visie op welzijn en geeft de kaders die de komende jaren gehanteerd worden om het beleid uit te voeren. De uitgangspunten van het nieuwe beleid zijn het bevorderen en ondersteunen van het zelfsturend vermogen en de zelfredzaamheid van mensen. Ook is het de bedoeling dat er praktisch gebruik gemaakt wordt van netwerken waar mensen deel van uitmaken. Met deze nieuwe manier van denken heeft IJsselmonde op zijn manier een kanteling gemaakt. De knop in het denken is omgezet van zorg naar welzijn. Dit betekent dat IJsselmonde niet langer ziekte of een beperking als norm hanteert, maar de mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerken. Als iemand door ziekte of een andere beperking niet mee kan komen, is de eerste zorg om hem of haar vanuit de actieve samenleving zo te ondersteunen, dat hij of zij weer mee kan doen in die samenleving. En als mensen geen sociale netwerken hebben, worden ze geholpen om die weer te krijgen. Om deze accentverandering uit te kunnen voeren gaan professionele hulp- en zorgverleners van twintig organisaties op een nieuwe manier samenwerken.