Ingezonden persbericht
Nieuws - Persbericht
Minder mist en nevel in afgelopen dertig jaar
19 januari 2009 - Het aantal dagen met mist en nevel is de afgelopen dertig jaar sterk afgenomen in Europa. Een belangrijke oorzaak is het schoner worden van de lucht sinds de jaren tachtig.
Gezicht op de Erasmusbrug (de Zwaan) in Rotterdam bij mist (foto: Wendelien van Oldenborgh)
Deze afname van mist heeft mogelijk een kleine maar meetbare bijdrage geleverd aan de opwarming in Europa. Dit concluderen Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI en Robert Vautard en Pascal Yiou van het Franse onderzoeksinstituut voor klimaat en milieu in hun artikel 'The decline of fog, mist and haze in Europe during the last 30 years; a warming amplifier?' dat in Nature Geoscience is gepubliceerd.
De wetenschappers analyseerden zichtmetingen van 342 meteorologische stations in Europa. Uit hun analyse bleek dat het aantal mistdagen sinds 1980 gehalveerd is. De afname is het sterkst in gebieden waar luchtvervuiling het meest is teruggedrongen. Omdat mist en nevel zonnestralen tegenhouden, zorgt de schonere lucht indirect voor een verhoging van de temperaturen overdag. Op de nachttemperatuur heeft de verminderde mist en nevel geen effect.
De onderzoekers schatten dat de halvering van het aantal mistdagen zo'n 5 tot 10 procent van de opwarming in Europa kan verklaren. Dit onderzoek verklaart dus slechts een relatief klein deel van de versnelde opwarming. Als de mistafname in de berekeningen wordt meegenomen, dan verloopt de opwarming echter nog steeds sneller dan de klimaatmodellen uitwijzen. Daarnaast neemt het aantal mistdagen in Europa sinds 2000 minder snel af, omdat het moeilijker wordt om de luchtkwaliteit nog verder te verbeteren. De onderzoekers verwachten dan ook dat de invloed van de mistafname op de opwarming langzaam zal wegebben.