ChristenUnie



Weg met aardgas, leve het bruine goud!

vrijdag 16 januari 2009 16:38 In Nederland voeren we eindeloze discussie over kolencentrales, terwijl duurzame energievoorziening voorhanden is. Dat zegt Ernst Cramer tijdens zijn bezoek aan Grüne Woche. Net als vorig jaar neemt hij als lid van de vaste commissie voor LNV, deel aan de `Internationale Grüne Woche' in Berlijn, de grootste, jaarlijks terugkerende agrarische consumentenbeurs ter wereld. ,,Het wordt tijd dat Nederland zich klaar maakt voor biogassen," bepleiten Kamerleden Ernst Cramer en Esmé Wiegman.

De ChristenUnie onderzoekt al heel lang het gebruik van biogassen. En ze is niet alleen; langzaam druppelen de projecten binnen. Zo werd op de dag dat Rusland de gaskraan naar Oekraïne, en daarmee een groot deel van Europa, dichtdraaide, in Zeewolde een gaskraan opengedraaid: biogas verwarmt nu de nieuwe Polderwijk. Een dag later maakte dagblad De Stentor melding van een biogas-project in Zwolle, waar de Rova biogas uit gft-afval weet te halen. Wat de ChristenUnie betreft zijn dit goede voorbeelden van hoe in de toekomst meer en meer de gas- en warmtevoorzieing in Nederland wordt geregeld. We moeten af van het grootschalige gas-denken en de afhankelijkheid van onbetrouwbare gasproducenten als Rusland. Ook het idee van Nederland als gasrotonde is te eenzijdig. Jammer dat tijdens de extra energieraad die op initiatief van het Tsjechisch voorzitterschap wordt gehouden voor de kansen van decentrale duurzame gasvoorzieningen geen aandacht zal zijn. Het Russisch-Oekraïense conflict toont juist nut en noodzaak aan om een duurzame omslag te maken.

Binnenkort zullen we in de Tweede Kamer het aanvalsplan warmte met de naam `Warmte op stoom' bespreken. Dit plan hangt samen met de overeenkomst van de Nederlandse rijksoverheid met de energiebedrijven: het sectorakkoord energie. In dat akkoord wordt een forse uitbreiding van restwarmte en duurzame warmte in de periode tot 2020 afgesproken. Hoewel met dit aanvalsplan een goede weg wordt ingeslagen, zijn er kritische opmerkingen te maken: regels voor groenfinanciering moeten soepeler en een reële kostenberekening is van groot belang. De maximale looptijd van groenfinanciering is nu tien jaar, terwijl een warmtenetwerk wordt berekend op dertig jaar. Voor restwarmte is in het aanvalsplan relatief weinig ruimte. Dat is een gemiste kans.

Er zijn nog te veel knelpunten waar men bij warmteprojecten tegen aanloopt. Zo ontbreken juridische handvatten om daar waar warmtehergebruik interessant is, meer verplichtend te werk te kunnen gaan. Vanuit de bouwverordening kunnen enkele extra voorwaarden mee genomen worden op het punt van aansluiting op een collectief warmte- of koudenet, maar rond het onderwerp concessieverlening is er nog veel niet goed geregeld. Ook de discussie wie verantwoordelijk is voor de benodigde infrastructuur komt keer op keer terug. Warmtedistributieprojecten lopen vooral tegen grote financiële en organisatorische risico's aan. Het is van groot belang om warmte een financiële marktwaarde mee te geven op basis van de bijdrage aan de CO2-emissiereductiedoelen. En bij duurzame warmte op basis van de bijdrage aan de duurzaamheidsdoelen van Nederland.

Voor provincies en gemeenten is een belangrijke rol weggelegd, door in hun ruimtelijk beleid warmteleverende en -vragende bedrijven dichtbij elkaar te plannen. Visie op gebiedsniveau is een absolute noodzaak voor rendabele warmteprojecten. Ook is meer vrijheid en instrumentarium voor lagere overheden gewenst om meer te kunnen sturen richting warmte(her)gebruik. Daarnaast ligt er ook een uitdaging voor bedrijven en woningcorporaties. Samenwerking op lokaal niveau tussen heel verschillende partijen is nodig om ons land minder afhankelijk te maken van aardgas.

Te denken valt aan het voorbeeld van een aluminiumbedrijf, dat warmte wilde leveren aan haar buurman, het zwembad, en aan een paar daarachter gelegen flatgebouwen. Helaas torpedeerde de woningcorporatie het plan, want ze waren wel tevreden met hun eigen gasketel.

Terug naar Grüne Woche. Minister Gerda Verburg gaf in haar speech aan kansen te zien voor het `bruine goud', zoals ze het biogas treffend omschreef. ,,Als we gebruik maken van alternatieven zoals mestvergisting, kunnen we ons land bijna onafhankelijk maken van fossiele brandstoffen. Waarom de discussie hierover dan toch nog zo moeizaam verloopt is me een groot raadsel," aldus Ernst Cramer vanuit Berlijn.