ChristenUnie
Bijdrage Bas Belder aan het debat over de herdenking van
Srebrenica
Bijdrage Bas Belder aan het debat over de herdenking van Srebrenica
vrijdag 16 januari 2009 12:38
Een stem uit Srebrenica: "Grote tranen biggelden over zijn wangen. Hij
omarmde mij, kuste me en sprak: "Alsjeblieft, mama, ga." Zij grepen
hem beet. Ik wilde niet gaan, knielde neer en vertelde hen: "Dood mij
maar, dood me. Jullie hebben mijn enige kind genomen. Ik wil nergens
heen. Dood me en dat zal het einde voor ons zijn."
Het ontroerende relaas van een Bosnische vrouw die bij de massamoord
van Srebrenica van juli 1995 zowel haar man als twaalf jarige zoon
verloor. Haar stem en die van haar lotgenoten komen vandaag tot ons
mede door het onwaardeerbare onderzoek van gewetensvolle
wetenschappers als de Amsterdamse hoogleraar Selma Leydesdorff.
Zeker nu de Europese Unie aan de Westelijke Balkan een Europees
toetredingsperspectief biedt, blijven de verschrikkingen van
Srebrenica een teken én opdracht. Allereerst in woord en daad, kortom
werkelijke aandacht, richting alle nabestaanden van deze genocide.
Srebrenica, juli 1995. Ik was toentertijd buitenlandredacteur van een
Nederlandse krant, volgde het Bosnische strijdtoneel op de voet. Wat
voelde ik mij beschaamd en verslagen over het lege internationale
concept van de "safe haven". Zeker als Nederlands burger! "Kom
vanavond met verhalen hoe de oorlog is verdwenen, en herhaal ze
honderd malen: alle malen zal ik wenen." Die bekende dichtregels uit
de herinneringscultuur van mijn land (de Tweede Wereldoorlog)
begeleiden voortaan ook de 11 juli, de Europese gedenkdag van de
dierbare doden van Srebrenica-Potocari.