vrijdag, januari 16, 2009
Falende bestrijding milieucriminaliteit
Aan: Het college van Burgemeester en Wethouders
Stadhuis Rotterdam
Coolsingel 40
3011 AD Rotterdam
Rotterdam, 16 januari,
Schriftelijke vragen ter schriftelijke beantwoording
Falende bestrijding milieucriminaliteit
Geacht College,
In een rapportage van Nova van 12 januari j.l. bleek dat het met de
bestrijding van milieucriminaliteit in Nederland, maar zeker ook in
Rotterdam, droevig gesteld is. Dit is volledig in tegenspraak met
hetgeen eerder door het college in de gemeenteraad op 24 januari 2008
en in latere commissiebehandelingen door het college is medegedeeld.
Leefbaar raadslid Van den Anker zei tijdens het Tweeminutendebat op 24
januari 2008:
Alle bij het opsporen van milieucriminaliteit betrokkenen geven aan
dat bij het bestrijden van dergelijke criminaliteit sprake is van
grote onvolkomenheden Dit signaal dienen wij op te pakken. Wij kunnen
van onze burgers niet blijven vragen spaarlampen te gebruiken, terwijl
aan de andere kant milieucriminelen vrij spel hebben
Verder stelde zij dat de pakkans te laag is, de straffen gering en de
kwaliteit en kwantiteit van handhaving ontoereikend is om de
georganiseerde milieucriminelen een halt toe te roepen. We weten
bovendien te weinig over de aard en omvang van milieucriminaliteit. En
van dat topje van de ijsberg, wordt maar een beperkt aantal zaken
aangepakt, niet in de laatste plaats de overheid zelf die zich
schuldig maakt aan milieucriminaliteit.
Om het college ertoe te bewegen de milieucriminaliteit serieus te
nemen heeft Leefbaar Rotterdam destijds een motie ingediend waarin het
college werd gemaand te komen met een Plan van Aanpak om de
bestrijding van milieucriminaliteit te intensiveren.
Voormalig burgemeester Opstelten zei van het debat en de bijbehorende
motie niets te begrijpen, immers:
Uit alle gegevens blijkt dat politie en justitie topprioriteit geven
aan de handhaving op het gebied van het milieu. Zij doen dat
overduidelijk met succes () Als het team (milieudelicten) even niet op
volledige sterkte zou zijn, is dat nauwelijks relevant omdat het in
dat geval binnen de kortste keren op sterkte zou worden gebracht.
De motie werd ontraden en, op basis van deze naar nu dus blijkt
onjuiste informatie, door de gemeenteraad verworpen.
De Nova reportage is wederom een duidelijk voorbeeld van de grote
afstand tussen wat de politiek-bestuurlijke en ambtelijke top wil
weten en zien en wat hier uit de praktijk bij diezelfde top over
bekend is. Nog kwalijker is het dat mensen die de feitelijke
werkelijkheid kennen (praktijk en wetenschap), hebben moeten
constateren dat onjuiste beelden en informatie naar buiten zijn
gebracht.
Ik heb hierover aan het college de volgende vragen:
1. Hoe verklaart u de verschillende berichten van het college aan mw
Van den Anker enerzijds en de berichtgeving vanaf de werkvloer in Nova
anderzijds?
2. Hoe wilt u de gemeenteraad overtuigen dat de informatie die u ons
verstrekt heeft op dit punt juist is geweest?
3. Hoe kijkt u op dit moment tegen de situatie van nu aan, welke
informatie van Nova is juist, welke niet?
4. Waarom heeft u de raad hier niet zelf over geïnformeerd?
In de reportage zijn zowel een lid van de raad van
hoofdcommissarissen, Bert Wijbenga, als een lokale milieurechercheur,
van mening dat, vooral door een gebrek aan mankracht, belangrijke
dossiers blijven liggen.
5. Wat is naar uw inschatting de aard en omvang van de georganiseerde
milieucriminaliteit in (de regio) Rotterdam (dark number)?
6. Hoeveel milieudossiers zijn er in 2008 niet of onvolledig opgepakt?
Om wat voor zaken ging het hier: overtredingen en actor (inzamelaar,
verwerker, adviesbureau, laboratorium, recyclingbedrijf, stortplaats,
verbrander en afvalhandelaar)?
7. Deelt u de mening dat een gebrek aan mankracht hier de oorzaak van
was? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze gaat het tekort aan
mankracht opgelost worden?
Uit de reportage komt duidelijk naar voren dat de overheid vaak zelf
verdachte is bij ernstige milieudelicten. Dit is onaanvaardbaar: de
overheid en de gemeente Rotterdam moeten het goede voorbeeld geven.
8. Waren er in 2008 strafzaken waarbij de gemeente, gemeentelijke
diensten of gemeenteambtenaren als verdachte werden aangemerkt? Zo ja,
welke zijn dit en hoe zijn deze dossiers opgepakt?
Ook op het gebied van milieucriminaliteit blijkt er van de strafmaat
nauwelijks een afschrikwekkende werking uit te gaan. Dit lijkt ons een
goede reden om op zoek te gaan naar aanvullende sanctiemogelijkheden.
9. Kunnen opruimkosten of eventuele schade aan het milieu altijd op de
dader(s) verhaald worden?
10. Op welke wijze kan de gemeente Rotterdam personen en bedrijven die
zich aan ernstige milieudelicten schuldig maken, nog meer financieel
bestraffen?
11. Kunnen bedrijven of personen die zich aan ernstige milieudelicten
schuldig maken in het vervolg van elke gemeentelijke opdracht
uitgesloten worden?
12. Kan er een digitale schandpaal op het internet geplaatst worden
waarop bedrijven genoemd worden die zich aan milieudelicten schuldig
maken?
U begrijpt inmiddels dat wij ons niet serieus genomen voelen, nu
blijkt dat u ons en de gemeenteraad begin vorig jaar onjuiste
informatie heeft verstrekt.
13. Waarom heeft u eerder over dit onderwerp een onjuist beeld
geschetst?
14. Waarom zouden wij u op dit onderwerp nog verder vertrouwen?
15. Hoe gaat u ons hiervan overtuigen?
Met vriendelijke groeten.
Marco Pastors
Leefbaar Rotterdam