Nederlander weet hoe te handelen bij beroerte -
500.000 euro voor betere toekomst hartpatiëntjes - Jump financiert
nieuw onderzoek naar hartfalen
15-1-2009
Den Haag, 15 januari 2009 - Jump, het nieuwe jeugdfonds van de
Nederlandse Hartstichting, kent 500.000 euro onderzoeksgeld toe aan 2
onderzoeksprojecten die de kans op een gezonde toekomst voor kinderen
met een aangeboren hartafwijking verhogen.
Kinderen en jongeren hielpen bij selectie van onderzoeken
De onderzoeken die worden gefinancierd zijn geselecteerd door de vader
van een hartpatiëntje samen een groep van specialisten. Hiermee kiest
Jump voor een bijzondere manier van werken. Voorafgaand aan de
selectie is eerder al samen met direct betrokkenen bepaald welk
onderzoeksgebied financiële steun moet krijgen. Uniek is dat ook
kinderen en jongeren met een hartaandoening hier een aandeel in
hadden.
Reparatie kinderhart met stamcellen in plaats van een pacemaker
Dr. A. A. B. van Veen, als fysioloog verbonden aan het UMC in Utrecht,
onderzoekt met de financiering van Jump of het mogelijk is om een
kapotte atrio-ventriculaire knoop (AV-knoop) in het hart te repareren
met stamcellen. Als dit lukt, levert dit een totaal nieuwe behandeling
op voor patiënten van wie de AV-knoop niet goed werkt. Deze
behandeling betekent een blijvende reparatie van de knoop en kan het
ontstaan van hartfalen en nieuwe operaties bij het kind voorkómen.
De meeste patiënten waarbij de AV-knoop van het hart niet goed werkt,
krijgen nu een pacemaker. Bij kinderen met pacemakers treden vaak
complicaties op.
Elektrische prikkels zorgen ervoor dat het hart ritmisch samentrekt.
Op die manier kan het hart bloed rondpompen. De elektrische prikkel
begint in de sinusknoop, een klein orgaan bovenin het hart, en komt
vervolgens bij de AV-knoop terecht, in het midden van het hart. Vanaf
de AV-knoop gaat de elektrisch prikkel naar de kamers. Bij bepaalde
aangeboren hartafwijkingen werkt de AV-knoop niet goed. Hierdoor
kunnen er ernstige hartritmestoornissen ontstaan. Een geblokkeerde
AV-knoop kan dodelijke gevolgen hebben.
Betere behandeling voor patiënten die als baby een Fontan-operatie
hebben ondergaan
Prof. dr. W. A. Helbing, als kindercardioloog verbonden aan het
Erasmus MC in Rotterdam, krijgt financiële hulp van Jump. Hij gaat,
samen met onderzoekers uit 5 Nederlandse academische ziekenhuizen,
onderzoek doen naar de risicofactoren die het ontstaan van hartfalen
voorspellen bij patiënten die als baby een Fontan-operatie hebben
ondergaan. Als van een patiënt bekend is dat hij of zij een verhoogde
kans op hartfalen heeft, kan de behandeling eerder van start gaan. Ook
hopen onderzoekers met het project nieuwe aanknopingspunten te vinden
voor betere behandeling. Een zgn. Fontan-operatie wordt uitgevoerd als
een kind geboren wordt met maar één hartkamer. Een normaal hart heeft
twee hartkamers. Veel patiëntjes die zo'n operatie hebben ondergaan,
krijgen op latere leeftijd hartfalen. Dit betekent dat hun hart niet
goed meer pompt. Hun kwaliteit van leven gaat dan achteruit. Op dit
moment kunnen artsen niet voorspellen welke patiënten een slechtere
prognose hebben. Ook weten artsen onvoldoende hoe ze deze patiënten
moeten behandelen.
De resultaten van beide onderzoeken worden over ongeveer 5 jaar
verwacht.
Het onderzoek is mogelijk gemaakt door giften van de Nederlandse
bevolking.
Nederlandse Hartstichting