4. Vragen van de Vaste commissie voor VWS en van het lid Schippers
over de "donorpolis"
Vragen van de Vaste commissie voor VWS en van het lid Schippers over de
"donorpolis"
Kamerstuk, 14 januari 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DZ-CB-U-2901776
14 januari 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Vaste commissie
voor VWS over het voorstel van enkele zorgverzekeraars voor een
zorgpolis voor orgaandonatie.
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
1.
Wat is precies de motivatie van de zorgverzekeraars om dit voorstel te
doen? Welke voordelen worden gezien?
1.
De zorgverzekeraars die deze polis aanbieden zeggen daarmee te willen
bijdragen aan het oplossen van het tekort aan orgaandonoren. Ook
aspecten als imago en marktaandeel zullen hierbij een rol spelen. De
afwegingen die de betreffende zorgverzekeraars in dit geval hebben
gemaakt, verschillen naar mijn indruk niet van die bij andere
collectieve verzekeringen.
2.
Draagt het voorstel bij tot meer geregistreerde donoren?
2.
Ik verwacht niet dat dit voorstel het tekort aan donororganen zal
oplossen. Ik verwijs daartoe naar de antwoorden op de door mevrouw
Schippers gestelde vragen 6 en 9. Overigens laat het aantal
registraties in het donorregister een (tijdelijke) toename zien vanaf
28 november. Het is niet met zekerheid te zeggen in hoeverre deze
toename in het aantal registraties toe te schrijven is aan het
voorstel van de zorgverzekeraars of aan het huis-aan-huis-blad Teuntje
dat op 27 november onder zes miljoen huishoudens is verspreid.
3.
Hoe verhoudt het voorstel zich tot de privacywetgeving?
4.
Iemand die vandaag niet geregistreerd is, kan dat morgen wel zijn. Hoe
wordt de actuele situatie in de gaten gehouden?
3 en 4 .
Voor het verkrijgen van de collectieve korting volstaat de verklaring
van verzekerden zelf dat men geregistreerd is in het donorregister.
Controle daarop (door de verzekeraar) vindt niet plaats en is ook niet
mogelijk, omdat de gegevens van mensen die in het donorregister
geregistreerd staan nooit bekend worden gemaakt aan een ander dan de
geregistreerde zelf en de behandelend arts in geval van een eventuele
donatie.
Van strijd met de privacywetgeving, of het volgen van de actuele
situatie, is dus geen sprake.
5.
Vindt u dit ten principale passen binnen de zorgplicht van
zorgverzekeraars op basis van de Zvw?
5.
Het aanbod van de betreffende verzekeraars is een gewone collectieve
zorgverzekering, die voldoet aan de eisen die hiervoor in de Zvw zijn
gesteld, en doet geen afbreuk aan de zorgplicht van zorgverzekeraars.
Ik moge daartoe verwijzen naar het de antwoorden op de door mevrouw
Schippers gestelde vragen 2, 3, 7 en 8.
6.
Kunt u aangeven wat zorgverzekeraars bereid zijn te doen voor donoren
die bij leven een orgaan afstaan?
7.
Zijn zorgverzekeraars bereid een overlijdensrisicoverzekering aan te
bieden aan donoren bij leven?
6 en 7.
Het aanbod van de verzekeraars heeft betrekking op de registratie in
het donorregister en hier worden enkel wilsbeschikkingen in geval van
donatie na overlijden geregistreerd.
Ik heb op dit moment geen informatie over hoe de zorgverzekeraars
donoren die bij leven een orgaan afstaan tegemoet komen. Ik hoop
echter dat zorgverzekeraars zich binnen de grenzen van artikel 2 van
de Wet op de orgaandonatie bezinnen op hun mogelijkheden om die
donoren tegemoet te komen.
Overigens heb ik uw Kamer reeds toegezegd (Kamerstukken II, 2008/09,
28 140, nr. 65) dat ik ook zelf nader onderzoek zal doen naar
(uitgebreidere) mogelijkheden van een arbeidsongeschiktheids- en
overlijdensrisicoverzekering voor donoren die bij leven een orgaan
afstaan en onverhoopt complicaties van de donatie ondervinden.
8.
Wat is het verschil tussen de `donorpolis' ten opzichte van andere
zorgpolissen die aan een collectief worden aangeboden?
8.
Het aanbod voldoet aan de eisen opgenomen in artikel 18 Zvw, en wijkt
hierin niet af van andere collectieve zorgverzekeringen. Ik verwijs
overigens naar het antwoord op de door mevrouw Schippers gestelde
vraag 2.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport