"Kinderen betalen de tol voor een conflict dat niet het hunne is"
14 januari 2009, Johannesburg (Zuid-Afrika) - Ann M. Veneman,
directeur van Unicef Internationaal, heeft vandaag in Johannesburg een
verklaring afgelegd over de situatie in de Gazastrook. Hieronder volgt
een vertaling.
Een peuter kijkt door het raam van een VN-school in Jabalya, in het
noorden van de Gazastrook (7 januari 2009). Foto: REUTERS/Salem
Een peuter kijkt door het raam van een VN-school in Jabalya, in het
noorden van de Gazastrook (7 januari 2009). Foto: REUTERS/Salem
"Sinds het begin van de crisis in de Gazastrook op 27 december 2008,
zijn - tot gisteren - meer dan 300 kinderen omgekomen en ruim 1.500
kinderen gewond geraakt. Elke dag lijden meer kinderen onder het
geweld. Hun kleine lichamen raken gewond, hun jonge levens worden
verwoest. Het gaat hier niet om droog cijfermateriaal; deze aantallen
staan voor ontwrichte kinderlevens. Geen menselijk wezen kan
emotieloos toekijken. Geen ouder kan dit aanzien zonder aan zijn of
haar eigen kind te denken.
Het is tragisch en onacceptabel.
Ban Ki-Moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, is momenteel
in het Midden-Oosten. Hij vraagt de strijdende partijen dringend om
zich te houden aan resolutie 1860 van de VN Veiligheidsraad, waarin
een oproep wordt gedaan voor een onmiddellijk, duurzaam en door alle
partijen gerespecteerd staakt-het-vuren en voor een ongehinderde
toegang en distributie van humanitaire hulp in de Gazastrook.
Iedereen, vooral de meest kwetsbaren, moeten onbelemmerd toegang
krijgen tot humanitaire hulp.
De resolutie benadrukt ook dat - conform internationale beginselen -
burgers aan beide kanten beschermd moeten worden. Dit geldt ook voor
scholen en gezondheidsposten, die in alle omstandigheden veilige
havens moeten zijn.
De crisis in de Gazastrook is uitzonderlijk, omdat kinderen en hun
families letterlijk geen kant uit kunnen. Hoe het zou zijn om in een
afgesloten gebied nergens heen te kunnen, is voor een volwassene in
vredestijd al een verontrustende gedachte. Dus wat zal er omgaan in
het hoofd van een kind dat daadwerkelijk gevangen zit temidden van
meedogenloos geweld?
Kinderen vormen de meerderheid van de bevolking van de Gazastrook. Zij
betalen de tol voor een conflict dat niet het hunne is. Als mensen in
dichtbevolkte stedelijke gebieden lijfelijk het geweld van een oorlog
voelen, heeft dit geweld nog ernstiger gevolgen voor kinderen. Aan hun
bescherming moet de allerhoogste prioriteit worden gegeven.
Unicef doet - ondanks de huidige moeilijke omstandigheden - samen met
haar partners alles wat in haar vermogen ligt om de kinderen in de
Gazastrook te helpen. Zij heeft onmiddellijk geld vrijgemaakt om
kinderen en hun families van de allernoodzakelijkste hulp te kunnen
voorzien, waaronder schoon water, onderwijsmaterialen en medische
apparatuur.
Naast het feit dat kinderen acuut hulp nodig hebben omdat ze hun
huizen kwijt zijn, geen schoon water, elektriciteit en medicijnen
hebben en behalve de afschuwelijke lichamelijke verwondingen en
littekens, kampen de kinderen in de Gazastrook met nog een groot
probleem: de enorme psychologische schade die bij hen is aangericht.
Voor hen zal de weg naar genezing in geestelijk en sociaal opzicht
lang en moeizaam zijn.
Alleen als alle vijandelijkheden worden gestaakt, kunnen de kinderen
beginnen aan hun lange reis terug naar een bestaan vrij van
lichamelijk en geestelijk geweld, een van de meest fundamentele
rechten van elk kind.
Unicef roept daarom de strijdende partijen op om alle mogelijke
beschermende maatregelen voor kinderen te nemen."