Gemeente Assen


Dak- en thuislozen in kaart gebracht

Assen, 13 januari 2009

Met de resultaten van de eerste Dak- en thuislozenmonitor hebben de gemeenten Assen, Hoogeveen en Meppel beter zicht gekregen op het aantal dak- en thuislozen in de regio. Ook is nu bekend in welke mate zij gebruik maken van voorzieningen. Vervolgonderzoek moet meer duidelijkheid geven over veranderingen binnen de groep dak- en thuislozen.

Voor de eerste dak- en thuislozenmonitor zijn gegevens verzameld over 2006. Daaruit blijkt dat in 2006 in de drie onderzochte gemeenten107 dak- en thuislozen gebruik hebben gemaakt van een van de voorzieningen. De grootste groep maakte gebruik van de kortdurende opvang in de Kommarin in Assen. De overigen verbleven voor langere tijd in opvanginstellingen van Promens Care en Verslavingszorg Noord Nederland. De voorziening voor zwerfjongeren ving vijf jongeren op.

In de groep dak en thuislozen zijn mannen met 78% veruit in de meerderheid. Ongeveer 40% is tussen de 25 en de 45 jaar. Een derde is boven de 55. Over de etnische achtergrond van hen is weinig bekend.

In de monitor is ook gekeken naar mogelijke oorzaken voor dak- en thuisloosheid. Hiervoor is het aantal huisuitzettingen door woningcorporaties geïnventariseerd. In 2006 zijn in de drie gemeenten 71 mensen uit hun huis gezet. Over het algemeen gebeurde dit vanwege huurachterstanden. Uit ander onderzoek blijkt dat een deel van hen na verloop van tijd dak- of thuisloos wordt.

Als vervolg op deze eerste dak- en thuislozenmonitor laat de gemeente Assen ook onderzoek doen naar de jaren 2007 en 2008. Hierdoor moet meer duidelijkheid ontstaan over veranderingen in de groep en contacten met hulpverleners. Zo kan de hulpverlening beter inspelen op de vragen van dak- en thuislozen. Het onderzoek vindt plaats in alle Drentse gemeenten met uitzondering van Borger-Odoorn, Coevorden en Emmen.