Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Landelijke Vereniging Kleine Kernen

09 januari 2009 - kamerstuk

Directie Platteland

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum


10 december 2008 2008Z08294/ DP. 2008/1649 9 januari 2009 onderwerp 2008D211189 bijlagen

Landelijke Vereniging Kleine Kernen

Geachte Voorzitter,

U heeft mij gevraagd een reactie te geven op het rapport "Kleine Kernen in Beweging' dat onlangs door de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen en de Rabobank is gepresen- teerd. In dit rapport wordt ingegaan op bancaire en overige voorzieningen in kleine kernen en eventuele knelpunten daarbij.

Ik ben blij met de brede aandacht die er momenteel in politiek en maatschappij leeft voor de leefbaarheid op het platteland. In december jl. heb ik bij de begrotingsbehandeling van LNV met uw Kamer hierover ook van gedachten gewisseld. In aanvulling daarop geef ik u graag mijn reactie op deze rapportage.

Aanleiding voor dit onderzoek werd gevormd door een eerdere discussie in uw Kamer over bancaire voorzieningen, in het kader van een initiatief-wetsvoorstel van de heer Crone. Het beeld was toen dat er sprake was van ernstige verschraling van (bancaire) voorzieningen met negatieve impact op de lokale leefbaarheid. Een eerste verkenning van de minister van Financiën leverde het beeld op dat er geen sprake was van een generiek structureel probleem.
Vanuit de behoefte de eerste resultaten van deze verkennende studie meer diepgang te verlenen op basis van brede casuïstiek, waarbij ook de beleving van dorpsbewoners zelf werd meegenomen, is door de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen en de Rabobank gezamenlijk opdracht gegeven voor onderhavige rapportage.

De resultaten van dit onderzoek geven mijns inziens een genuanceerd beeld van de huidige stand van zaken met betrekking tot het voorzieningenniveau in kleine kernen. Het

onderzoek geeft aan dat er in veel dorpen inderdaad sprake is van afname van een aantal voorzieningen. Tegelijkertijd blijkt uit het kwalitatieve deel van het onderzoek dat dorpsbewoners het verdwijnen van bijvoorbeeld bank of winkel in eigen dorp niet als groot knelpunt ervaren. Voorwaarde is wel dat men over geschikt vervoer kan beschikken om voorzieningen in de regio te kunnen benutten. Bij ontbreken van vervoersmogelijkheden kan dit voor bepaalde doelgroepen zoals ouderen of minder mobielen wél knelpunten opleveren.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 januari 2009 DP. 2008/1649 2

Terecht wordt in de aanbevelingen in het rapport daarom aandacht gevraagd voor de specifieke lokale situatie en voor lokaal maatwerk. Veel gemeenten zijn hierin gelukkig al zeer actief, hierin vaak ondersteund vanuit de provincie, bijvoorbeeld via regelingen en subsidies voor leefbaarheid. Maatschappelijke partijen kunnen hier ook een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld de bank of de woningbouwcorporatie die investeert in de lokale gemeenschap door de plaatselijke winkel of sportgelegenheid te kopen zodat deze blijvend geëxploiteerd kan worden. Ook bewoners zelf zetten zich vaak in voor creatieve oplossingen. Dat vind ik hoopvol en inspirerend.

De gelden die collega Van der Hoeven en ik via het ILG gezamenlijk beschikbaar hebben gesteld ten behoeve van de organisatie van diensten en voorzieningen en kleinschalig ondernemerschap kunnen bij dergelijke ontwikkelingen ook ondersteunend werken.

Hoewel de verantwoordelijkheid en het initiatief vooral op lokaal en regionaal niveau liggen, vind ik het van belang dat de vinger aan de pols wordt gehouden voor wat betreft veranderingen in de leefbaarheid op het platteland. Daarom wordt zowel in het kader van de monitoring van de Agenda Vitaal Platteland als het meerjarige traject rondom de Sociale Staat van het Platteland die het SCP op mijn verzoek opstelt, hieraan structureel aandacht besteed.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --