Actie OM in dagvaarding Groningse caféhouders ongepast
ZALTBOMMEL, 20090107 -- Het persbericht van het Openbaar Ministerie gisteren, waarin werd aangekondigd dat een eerste rechtzaak tegen twee Groningse overtreders van het rookverbod - deelnemers in onze Stichting - zal worden gestart, kwam voor Stichting Red de Kleine Horeca (KHO) allesbehalve als een verrassing. Bizarre verrassingen waren wél het moment waarop deze dagvaarding werd aangeboden, Oudejaarsdag, en het door het OM geplande tijdstip voor de rechtzaak, 12 januari. Door de in die periode vallende feestdagen en vakanties even 'over het hoofd te zien', lijkt het alsof het OM een verrassingstactiek heeft gevolgd.
Naar de achtergronden van zo'n aanpak kunnen wij slechts gissen, maar gepast lijkt het allesbehalve. Gelukkig is in een overleg tussen politierechter en de advocaat van KHO, die deze zaak gaat behandelen, de zaak verschoven naar het heel wat realistischer en voor de gedaagden eerlijker tijdstip van 6 februari.
Onze Stichting is er van overtuigd dat de aanpak van rookverbodovertreders volgens de Wet Economische Delicten (WED) de verkeerde weg is. In onze visie is juist de Algemene Maatregel van Bestuur, die aan de basis ligt van het rookverbod in de horeca, de veroorzaker van oneerlijke concurrentie en niet de acties van de eigenaren van kleine horecazaken die door deze AMvB met de rug tegen de muur zijn gezet. Ze hebben de keuze gekregen tussen het verliezen van het merendeel van hun klandizie aan de grotere horecazaken met een rookruimte - en daardoor grote omzetverliezen gevolgd door faillissement - of het riskeren van bestuurlijke boetes die, bij toekenning door de rechter, eveneens tot faillissement kunnen leiden. Met name de WED hakt er daarbij flink in, met boetes tot ¤18.500,- Door de vele boetes die de afgelopen maanden door de VWA in het hele land zijn uitgedeeld tikt er inmiddels een tijdbom onder de kleine horeca. De faillissementsgolf - die op dit moment nog uitblijft - zal in alle hevigheid optreden wanneer deze opgelegde boetes in de nabije toekomst materialiseren.
De door de minister tijdens de voorbereiding van de AMvB gemaakte belangenafweging en de nieuwe handhaving via de WED is, in onze visie, in strijd met belangrijke eisen uit de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) en EU-verdragen. Juridische procedures tegen het rookverbod dienen dan ook op basis van bestuursrecht plaats te vinden en niet via het strafrecht.
Stichting Red de Kleine Horecaondernemer