Nederlandse Politiebond
MINISTER TER HORST NEGEERT CAO-AFSPRAAK OVER AFLEGGING AMBTSEED
De NPB is zeer verbaasd over de melding van minister Ter Horst van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan de Tweede Kamer
dat politieambtenaren de ambtseed niet mogen afleggen op basis van een
godsdienst naar keuze. In de politie-CAO 2001/2003 ondertekend door de
toenmalige minster van BZK en de vier landelijke politiebonden is met
zoveel woorden vastgelegd dat dat juist wel mag!
Op vragen van het SGP-Kamerlid Kees van der Staaij heeft minister Ter
Horst geantwoord dat politieambtenaren uitsluitend de christelijke eed
('Zo waarlijk helpe mij God almachtig') of de neutrale eed ('Dat
beloof ik') mogen afleggen. Dat zijn namelijk de twee mogelijkheden
die zijn vastgelegd in het Besluit algemene rechtspositie politie
(kortweg het Barp), om precies te zijn in artikel 9 lid 1 en lid 2.
Deze melding is niet te rijmen met de in de politie-CAO 2001/2003
vastgelegde afspraak dat politieambtenaren desgewenst ook mogen kiezen
voor andere bewoordingen als ze vinden dat hun geloofs- of
levensovertuiging daarom vraagt. Sterker nog: tijdens de
onderhandelingen over deze CAO bleken zowel de werkgever als de bonden
van mening dat een dergelijke gang van zaken eigenlijk al mogelijk was
op basis van de toenmalige tekst van het Barp.
De letterlijke tekst van de CAO-afspraak luidt als volgt:
'Eedaflegging in tekst eigen geloof
Partijen zijn het erover eens dat op basis van de geldende regelgeving
reeds de ruimte bestaat voor een beëdiging op grond van artikel 9 van
het Barp waarbij de bekrachtiging door middel van het uitspreken van
de woorden 'Zo waarlijk helpe mij God almachtig!' of 'Dat beloof ik!'
plaats kan maken voor een bekrachtiging overeenkomstig de
godsdienstige verplichtingen van de betrokken ambtenaar.
De bekrachtiging dient te geschieden in de Nederlandse taal. Indien de
godsdienstige gezindheid dit voorschrijft, kan daarna tevens een
bevestiging daarvan plaatsvinden in de aan de godsdienstige
gezindsheid specifiek verbonden taal. Het bevoegd gezag vraagt de
ambtenaar of hij gebruik wil maken van de mogelijkheid van een
dergelijke van de standaard afwijkende bekrachtiging.'
Aanpassing regelgeving
Om voor eens en altijd duidelijkheid te scheppen werd afgesproken aan
artikel 9 van het Barp een nieuw, zevende lid toe te voegen. De tekst
daarvan zit als bijlage bij de CAO en luidt:
'Degene ten overstaan van wie de eed of belofte wordt afgelegd
verzoekt de betrokkene aan te geven op welke wijze hij de eed of
belofte wenst te bekrachtigen, onder de mededeling dat bij de
bekrachtiging kan worden afgeweken van de voorgeschreven formulering
indien de geloofsplicht van de betrokkene daartoe noopt.'
Het is waar dat deze nieuwe bepaling uiteindelijk niet is opgenomen in
het Barp, maar dat doet niets af aan de gesloten overeenkomst tussen
de werkgever en de werknemers. Geheel in strijd daarmee meldt de
minister de Tweede Kamer geruststellend dat de eed slechts 'in enkele
gevallen' op de koran is afgelegd, als gevolg van een 'verkeerde
uitleg van de wet'. In maart 2008 heeft de Raad van
Hoofdcommissarissen echter besloten deze mogelijkheid af te schaffen,
aldus de minister.
Alles bij elkaar roept dit een hoop vragen op. Is de minister zich
niet bewust van het bestaan van de gemaakte afspraak in de politie-CAO
2001/2003 of doet ze met opzet alsof haar neus bloedt? Zij weet toch
ook dat de Raad van Hoofdcommissarissen helemaal niet bevoegd is om
een CAO-afspraak 'af te schaffen'? Waarom klampt zij zich ineens zo
vast aan de letterlijke tekst van artikel 9 in het BARP? En hoe is zon
krampachtige opstelling op dit punt te rijmen met haar streven naar
een diverser samengesteld personeelsbstand bij de Nederlandse politie?
Allemaal vragen die de NPB de minister volgende week donderdag zal
voorleggen tijdens het maandelijks arbeidsvoorwaardenoverleg tussen
BZK en de politiebonden.
Gepubliceerd op 06 januari 2009 door Dick Harte.
Overname van dit nieuwsbericht is toegestaan, mits met bronvermelding:
Nederlandse Politiebond - www.politiebond.nl ©2009.