ChristenUnie
Bijdrage Ed Anker 'Afwikkeling nalatenschap oude
vreemdelingenwet'
Bijdrage Ed Anker 'Afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet'
donderdag 19 november 2009 14:00
De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Wij zijn trots dat er onder
dit kabinet een generaal pardon mogelijk was. Wij zijn ook best wel
een beetje trots op deze staatssecretaris, die dit ontzettend
voortvarend heeft aangepakt. Ik geloof dat wij weinig projecten van de
overheid kennen die zo groot waren, en die zo goed zijn gegaan en
waarbij veel maatschappelijke actoren bij betrokken zijn geweest. Daar
zijn wij blij mee. Mensen hebben een vergunning en zijn bijna allemaal
gehuisvest. Dat is een goede zaak.
De heer Fritsma (PVV): Dit halleluja-verhaal is echt ongelooflijk. Er
zijn verblijfsvergunningen verstrekt aan 28 000 mensen. Die
verblijfsvergunningen zouden ambtshalve verstrekt worden, maar dat
plan is niet doorgegaan. Daarom kregen we onvoorzien duizenden extra
bezwaar- en beroepsprocedures, waardoor het veel langer duurt voordat
deze mensen uitgezet kunnen worden. En u noemt dat een succes? Ik vind
dat getuigen van een kortzichtigheid van jewelste.
De heer Anker (ChristenUnie): Na tweeënhalf jaar met de heer Fritsma
in de Kamer beschouw ik dat als een compliment. Ik vind het prima, de
Raad van State heeft gezegd dat een beroep mogelijk is. De
staatssecretaris wilde iets anders. In korte tijd zijn die beroepen
afgehandeld, en er is nog een handvol toekenningen uit gekomen. Dat
valt allemaal wel mee. De heer Fritsma maakt het allemaal steeds erger
en zwaarder dan het is. Na tweeënhalf jaar is de boel afgerond. Er
zijn geen honderdduizenden mensen hier naartoe gekomen, om maar eens
even een citaat terug te geven. De aanzuigende werking is minimaal,
dus ik denk dat de heer Fritsma maar eens moet gaan nadenken over wat
er allemaal waar is van al die dramatische verhalen. Ik ben er blij
mee, het is hartstikke goed gegaan.
De heer Fritsma (PVV): De werkelijkheid wordt nu nog erger ontkend dan
net. Hebt u wel eens naar de nieuwe asielinstroom gekeken, hebt u wel
eens naar het geld gekeken dat erbij moet omdat het aantal
asielzoekers voor volgend jaar is bijgesteld naar 19 000? Dat is ook
onvoorzien. Dus blijf alstublieft bij de feiten.
De heer Anker (ChristenUnie): Ik heb dankzij u regelmatig naar de
getallen gekeken. Die 19 000 is inderdaad een herstel van een te
beperkte prognose van 10 000 van het ministerie van Financiën, nadat
deze jarenlang stond op 15 000 of 16 000. Zo weten we waar we aan toe
zijn in onze begroting, dat noemen we een langetermijnvisie
ontwikkelen. Dat zou u moeten aanspreken. U hebt het altijd gehad over
honderdduizenden, het land zou tjokvol zitten, en we zouden ongeveer
de zee in worden gedreven. Dat is ook niet gebeurd. U hebt geen gelijk
gekregen.
De heer Fritsma (PVV): Dan moet de heer Anker ook met de Handelingen
aantonen wanneer ik het over honderdduizenden extra mensen heb gehad.
Dat kan hij niet, hij kletst maar wat. Dus laat hij zich bij de feiten
houden.
De heer Anker (ChristenUnie): Ik maak zelf nog wel uit of ik mijn mond
houd.
De heer Fritsma (PVV): Maar valse beschuldigingen ...
De voorzitter: Ik heb u het woord niet gegeven, u hebt een derde kans
gehad en nu is het woord aan de heer Anker. De heer Anker
(ChristenUnie): Mocht het zo zijn dat ik de heer Fritsma het woord
honderdduizenden in dit verband op een verkeerde manier in de mond heb
gelegd, dan wil ik dat best wel gaan controleren, maar ik ben in ieder
geval blij dat dit niet uit zijn mond is gekomen. Maar hij verwachtte
wel een heleboel.
De heer De Krom (VVD): De minister-president zei in 2007 dat de
regeling op termijn zou leiden tot daadwerkelijke besparingen door
onder andere een verminderde bezetting bij het COA. Hoeveel minder
mensen zitten er nu in de opvang dan in 2007? Hoeveel minder geld gaat
er nu naar het COA, in vergelijking met 2007?
De heer Anker (ChristenUnie): Ik weet dat niet precies, ik weet wel
dat er een enorme doorstroom tot stand is gekomen. Een heleboel mensen
die in het COA zaten, zitten daar nu niet meer. We weten dat de
asielinstroom iets hoger is geweest. Dat komt onder andere vanwege een
verhoogde instroom uit Irak en Somalië. Daar zijn dramatische
toestanden geweest, onder andere reden voor het kabinet waar u in
heeft gezeten om daar categoriaal beleid voor op te stellen. Onder dit
kabinet is het categoriale beleid afgeschaft. Dat betekent dat de IND
meer werk heeft aan het toetsen van alle individuele gevallen, maar
dat doet de IND ook omdat er veel misbruik van wordt gemaakt. De
verwachting is dat de instroom weer een beetje gaat dalen. Ik weet
niet precies wat de cijfers zijn, het zou heel goed kunnen dat het op
dit moment redelijk in evenwicht wordt gehouden. Op dit moment is er
dankzij het generaal pardon een grote prop van procedures bij de IND
weggegaan, zodat deze weer door kan werken. Bovendien zijn wij bezig
de asielprocedures te verbeteren, zodat ze sneller gaan, en
uiteindelijk de bezetting van het COA laag zal worden.
De heer De Krom (VVD): Het antwoord van de heer Anker is natuurlijk zo
omslachtig omdat er geen daadwerkelijke besparingen zijn. Ondanks de
uitstroom zitten er meer mensen in de COA, gaan de bedragen omhoog. Ik
heb de bedragen hier. Maar er is natuurlijk helemaal niets
terechtgekomen van de uitspraak van de minister-president.
De heer Anker (ChristenUnie): Ik heb bij de begroting van Justitie
gezegd dat het generaal pardon, dat voor mij in eerste instantie een
principiële kwestie is, een debat van boekhouders is geworden. Het is
niet gek dat de asielstroom in de loop der jaren fluctueert en dat de
plekken die zijn vrijgekomen door het generaal pardon, weer worden
ingenomen. Dat is inderdaad geen directe winst. Misschien zien we over
een jaar, als de gevolgen van het beleid dat nu gevoerd wordt
duidelijk worden, dat de cijfers weer dalen. Het belangrijkste punt
dat we vandaag bespreken is de zorg die we hebben over de
gemeentelijke noodopvang. In het bestuursakkoord is de afspraak
gemaakt dat deze dicht moet per 1 januari. Daar staat het generaal
pardon tegenover en een zo goed mogelijke procedure zodat zo min
mogelijk mensen op straat komen. We hebben hier eerder over gesproken
en toen is de motie-Spekman aangenomen, met betrekking tot het
opzetten van een filter voor mensen die nog een reguliere procedure
hebben lopen op basis van medische gronden. Ik heb in dat debat
aangegeven dat er nog een paar kleine categorieën mensen met
rechtmatig verblijf zijn, de medische groep is veruit de grootste
daarvan, maar ook nog de groepen buiten schuld, verblijf bij kind en
schrijnendheid. Deze mensen hebben nog een beroep lopen en zijn hier
formeel rechtmatig. De staatssecretaris heeft toen ook toegezegd na te
denken of er voor die groepen een filter mogelijk is. Ook bij de ngo's
is daarover nagedacht. Dat is een goede zaak. Hoe staat het nu met die
toezegging? Ik vind het belangrijk dat het wordt gedaan. Deze zorg
leeft ook bij de gemeenten. Het gaat om kleine groepen, maar het zou
goed zijn als wij deze mensen opvang kunnen bieden, zonder dat er
direct een aanzuigende werking van uitgaat.
Mevrouw Van Velzen (SP): Ik ben blij dat de heer Anker daar nog even
op terugkomt, want wij hebben toen die motie ingediend juist om te
markeren dat ook die groepen opvang zouden moeten krijgen, maar daar
heeft hij tegen gestemd. Daarmee gaf hij een raar signaal af naar het
kabinet; het is ook nog steeds niet geregeld. Veel organisaties zijn
ermee bezig geweest, de VNG, ambtenaren, vluchtelingenorganisaties.
Wat vindt hij ervan dat deze al een jaar in gesprek zijn, maar wij nog
niet het begin van een oplossing hebben gezien?
De heer Anker (ChristenUnie): Dat is onder andere de reden dat ik deze
vraag nu stel. Ik heb het idee dat men wel bezig is met het medische
filter, de andere categorieën hebben mijn specifieke zorg. Als je een
deadline afspreekt, moet je allereerst proberen die deadline te halen.
Natuurlijk maken wij ons zorgen, daarom zitten wij hier. Wij moeten
het kabinet controleren. Op het moment dat de deadline dichterbij komt
en nog niet alles op orde is, neemt de zorg toe. Toch vind ik dat het
voor de deadline niet de tijd is om al zaken te gaan
terugonderhandelen. Ik heb liever dat iedereen zijn uiterste best doet
om de deadline te halen. Mochten we daarna in de problemen komen, dan
is het aan ons om creatieve oplossingen te zoeken.
Mevrouw Van Velzen (SP): Dan moeten we maar met een soort
noodoplossing komen. Dat is de noodopvang open houden, dat lijkt mij
nogal wiedes. De staatssecretaris had gepland om de oplossing, het
medische filter, nog voor dit debat naar de Kamer te sturen, dat is
haar niet gelukt. Dan is er dus iets mis met de planning. Ik denk dat
het dan redelijk aanne- melijk is dat ze er in de komende weken die
nog resteren voor het kerstreces, niet uitkomen. Wat gaan we dan doen?
Gaat u mij steunen als er over drie weken geen oplossing is, om alsnog
het debat aan te gaan met deze staatssecretaris, voordat de sleutel
omgedraaid wordt en de noodopvang daadwerkelijk dichtgaat?
De heer Anker (ChristenUnie): Het is een beetje de wereld op zijn kop,
in die zin dat het initiatief voor de gemeentelijke noodopvang is
genomen door de gemeenten. Op het moment dat zij zien dat er nog geen
bevredigende oplossing is, zullen zij ongetwijfeld zelf hun conclusies
trekken. Zij hebben een afspraak met de staatssecretaris, het
bestuursakkoord. De staatssecretaris kan niet zomaar dingen
verordonneren, zij heeft de afspraak gemaakt en zij gaat nu haar best
doen om haar gedeelte van de afspraak zo goed mogelijk na te komen. Ik
heb liever dat we wachten tot januari. Mochten we dan nog grote
problemen hebben, dan moeten we maar eens even kijken. Ik heb liever
dat de noodopvang nog een weekje langer open is en dat we dan een
oplossing bedenken dan dat we de deadline naar voren halen.
Mevrouw Van Velzen (SP): Dat zijn heldere woorden. De ChristenUnie
zegt: laat de noodopvang maar wat langer open blijven totdat er
helderheid is over alle groepen, de medische groep, maar ook de
schrijnende groep en de buitenschuldgroep. Dan zijn wij vrienden. Maar
ik zie dat slechts een gedeelte van het pakket wordt uitgevoerd, dat
de nieuwe asielprocedure ook nog niet rond is en dat toch het signaal
naar de gemeente is: gooi de boel maar dicht. Daar kan de heer Anker
het toch niet mee eens zijn?
De heer Anker (ChristenUnie): Mevrouw van Velzen legt mij woorden in
de mond. Ik zeg niet: laat de noodopvang dan maar open. Volgens mij
moeten we er met zijn allen aan werken dat de noodopvang dichtgaat,
want deze is opgezet uit nood, omdat een aantal lokale bestuurders
niet wilden dat mensen op straat slapen. Dat is te prijzen, maar het
vervelende van de extra noodopvang is dat deze als verlengstuk van de
procedure wordt gezien. Het kabinet moet besluiten om mensen die
rechtmatig in Nederland zijn op te vangen, en het COA moet dat
uitvoeren. Dat moeten we niet bij de gemeenten laten liggen. Het is
absoluut mijn wens dat we deze last bij de gemeenten weghalen. Daarom
moet die noodopvang zo snel mogelijk dicht. Ik ga niet meewerken aan
onnodig uitstel van sluiting van de noodopvang. Ik vind het een goede
zaak dat de taskforce huisvesting is opgezet, deze heeft goed gewerkt.
Het gebeurt wel vaker dat er huisvestingsvraagstukken spelen, daarom
roep ik op tot het langer in leven houden van deze taskforce. Ik steun
de staatssecretaris als zij daartoe besluit. Hoe gaat het met de
scholing en de verdere begeleiding naar werk van deze mensen? Een
aantal mensen heeft jaren stilgezeten, sommige mensen hebben een
opleiding in het buitenland genoten, maar die moet eigenlijk nog
vertaald worden naar Nederlandse standaarden. Toen er werd besloten
tot het generaal pardon en de uitvoering ervan tot stand kwam, was er
een convenant van onder andere de MBO Raad en enkele andere
onderwijsinstellingen, met het doel de pardonners zo snel mogelijk een
opleiding te geven of aan het werk te krijgen. Ik heb daar nooit meer
iets over gehoord. Hoe zit dat? Er is volgens mij ook nog een groot
potentieel van mensen die aan het werk kunnen. We komen nog steeds
verhalen tegen van bijvoorbeeld een grote wetenschapper die nu 's
avonds kantoren schoonmaakt en dat zou zonde zijn.
Tags
Ed Anker