PvdA Rotterdam
Uit het college
Installatierede van burgemeester Aboutaleb
Di 6 Jan 2009 - Redactie
Installatierede van burgemeester Aboutaleb
Leden van de gemeenteraad van de stad Rotterdam, enz.
Ik kan u zeggen: naar dit moment heb ik de afgelopen maanden heel erg
uitgekeken. Want dit is niet zomaar een functie in zomaar een stad.
Het Ik kan u zeggen: naar dit moment heb ik de afgelopen maanden heel
erg uitgekeken. Want dit is niet zomaar een functie in zomaar een
stad. Het burgemeesterschap van Rotterdam mogen vervullen, is voor mij
persoonlijk een groot voorrecht. Dat komt in de eerste plaats door het
karakter van de Rotterdammers zelf.
Rotterdammers, dat zijn mensen die durf tonen en alles in het werk
stellen om hun ambities waar te maken. Mensen die durven te bouwen aan
hun toekomst, en terecht trots zijn op wat ze doen. Mensen met een
sterk karakter. Van al die Rotterdammers mag ik de burgemeester zijn.
Dat is echt een voorrecht. Het is ook een geweldige uitdaging. Want
Rotterdam loopt in veel kwesties voorop. Het is niet de hoofdstad,
maar vaak wel de koploper, met een van de grootste havens ter wereld,
en met grootschalige dingen die op stapel staan, zoals de start van de
Tour in 2010 en de bouw van het nieuwe stadion of de aanleg van de
Tweede Maasvlakte.
Rotterdam is een wereldstad die vele werelden herbergt en die zijn
inwoners houvast geeft en perspectief biedt. Waar iedereen telt en
meetelt, en waar iedereen naar vermogen bijdraagt aan een veilige,
stabiele en welvarende samenleving. Die stad heeft een geweldige
kracht in zijn jeugdige bevolking. Daarom presenteert Rotterdam zich
dit jaar terecht als de Jongerenhoofdstad van Europa. Rotterdammers
blijven altijd werken aan de schoonheid van hun stad. Ze weten hoe ze
hun krachten moeten benutten en uitbouwen, maar ze zijn ook nuchter en
onderkennen de zwaktes van hun stad. En bovenal is Rotterdam de stad
van vooruitgang. En ook dat is altijd al zo geweest. Vierhonderd jaar
geleden bezocht de Venetiaanse ambassadeur in Engeland Rotterdam. Deze
Giorgio Giustiniano noemde Rotterdam een plaats van grote handel en
nijverheid. Hij schreef: Wij zagen in deze stad koopvaarders van 100
tot 200 ton. De stad wordt bewoond door kooplieden en menschen, die
niet letten op ijdelheden maar op hun eigen zaken. Einde citaat.
Het waren vaak buitenlanders -handelsreizigers, diplomaten- die de
vooruitgang in Rotterdam opmerkten. Dat deed ook de Keulse nuntius
Pallavicino in 1676. Hij sprak over Rotterdam als een stad van nog
weinige bekendheid, maar die zeer vooruitgegaan is en zich nog steeds
uitbreidt; waar de koophandel bloeit en waar om die reden en naar
verhouding ook het aantal schepen vermeerdert. Ook dit citaat stamt
uit het boek van Johan de Vries over de rivaliteit tussen Amsterdam en
Rotterdam in historisch perspectief.
Welk boek je over de geschiedenis van Rotterdam ook leest: de inwoners
van deze stad worden steevast omschreven als mensen die hun kennis en
kunde combineerden met daadkracht en hard werken. En inderdaad, toen
en nu waren Rotterdammers geen volk van ijdelheid, maar van zakendoen.
Toen en nu was Rotterdam zijn tijd vaak ver vooruit. In de oorlog
verloor de stad zijn hart, maar de Rotterdammers wisten dat gemis in
korte tijd op te vullen. Ze gaven hun stad een nieuw hart terug. De
wederopbouw is het meest zichtbare en tastbare bewijs van de wil van
vooruitgang. Het is een groot voorrecht deze erfenis mee te krijgen.
Dat sterkt mij in de overtuiging dat de inwoners van deze stad de
kracht bezitten om grote uitdagingen aan te kunnen. Dat Rotterdammers
zeer wel in staat zijn om de toekomst met vertrouwen tegemoet te
treden. Ook in de huidige, onzekere wereld; ook in tijden van crisis.
Een grote stad als Rotterdam kan heel veel op eigen kracht. Naast de
wijze waarop het kabinet de financiële en economische crisis
bestrijdt, zullen we heel goed moeten nagaan hoe wij ons zelf wapenen
tegen die crisis, om daar vervolgens zo goed mogelijk ook weer uit te
komen. Daar wil ik zo snel mogelijk na vandaag mee aan de slag, met u
- college en raad.
Als overtuigd democraat hecht ik sterk aan de rol van de
volksvertegenwoordiging. Ik zal mij als uw voorzitter met alle kracht
inzetten om ruimte te maken voor het debat. Ik hoop en verwacht dat
dat debat inhoudelijk en scherp zal zijn, en bovenal waardig en
waardevol. Want uw raad is in mijn ogen bij uitstek het forum waar de
maatschappelijke turbulenties worden geagendeerd en waar leiding wordt
gegeven aan het maatschappelijk debat. Als de stad pijn voelt, voelen
wij dat ook hier. Als Rotterdammers in verwarring zijn, moeten we híér
de koers uitzetten. Dat is mijn adagium. Op de schouders van politieke
partijen in de raad rust de taak te bevorderen dat maatschappelijke
kwesties die ertoe doen, klein en groot, op de agenda worden gezet en
niet worden genegeerd. Het debat in deze zaal moet recht doen aan de
meningsverschillen die in de stad leven. En die zijn er.
Tegelijkertijd is het debat ondersteunend aan de meningsvorming in de
samenleving. Dan moet dat debat wel kwaliteit hebben, respectvol
gevoerd worden en begrepen worden door de Rotterdammers. Uw raad zal
zich daarom binnen en buiten deze zaal moeten laten horen. Daar wil
ik, als uw voorzitter, graag mijn bijdrage aan leveren.
De burgemeester van Rotterdam is ook voorzitter van het college: het
stadsbestuur dat tot taak heeft het collegeprogramma uit te voeren en
daarover verantwoording af te leggen. Ik kijk uit naar een vruchtbare
samenwerking met de leden van het college, die ik in de voorbije weken
al wat beter heb leren kennen. Ik reken het tot mijn taak de
collegialiteit en gezamenlijkheid binnen het college te bewaken en te
bevorderen. We zijn een team, dat vraagt om teamwork en een gezonde
bemoeienis met elkaars onderwerpen.
Als voorzitter van de driehoek ga ik, samen met de korpschef en de
hoofdofficier, de uitdaging aan om Rotterdam nog veiliger te maken.
Onder mijn voorganger heeft Rotterdam grote stappen voorwaarts
gemaakt. Een richting die mij aanspreekt. Rotterdam is veiliger
geworden, en de Rotterdammers zien en merken dat. Ik hecht aan een
goede balans tussen preventie en repressie en zal met alle wethouders
samenwerken om veiligheid breder te bezien dan alleen de inzet van de
politie. Het gaat mij om een aanpak die gebaseerd is op kansen bieden
én grenzen stellen. Een goede samenwerking tussen alle partners in de
veiligheidsketen is daarbij absoluut noodzakelijk. Evenals voldoende
bevoegdheden voor de lokale overheid om op te kunnen treden: of dat nu
is tegen geweld achter de voordeur of tegen asociaal gedrag op straat.
Rotterdam is niets zonder de haven; werkgever voor 70.000 mensen. In
deze tijden van globalisering is de haven een geweldige magneet om
bedrijven aan te trekken en zo de werkgelegenheid te vergroten. Ik zie
mij, samen met de verantwoordelijk wethouder en met alle hardwerkende
ondernemers, als ambassadeur van de stad én de haven in het
buitenland. World Port, World City. Onze geografische ligging is onze
grote kracht. Laat ik nog een keer Pallavicino citeren, toen hij eind
zeventiende eeuw de ligging van Rotterdam vergeleek met die van
Amsterdam. Job, luister goed...Hij zei: Amsterdam toch, ligt in een
hoek op anderhalven dag afstands van Tessel ... Rotterdam daarentegen
is gelegen aan de Lek, bereikbaar voor elk groot schip met ruimte voor
een onbeperkt aantal. Pallavicino wist natuurlijk dat die gunstige
ligging natuurlijke oorzaken had, die er altijd al geweest waren,
maar, zei hij: Tegenwoordig zijn zij van meer uitwerking door het
betere bestuur van deze stad en door den grooten ijver, dien men aan
den dag legt om den handel hierheen te trekken. En hij voegde eraan
toe: Een zaak die men in Amsterdam begint te verwaarlozen...
Dames en heren, Het is mijn ambitie om zo veel mogelijk bereikbaar te
zijn voor iedereen: burgers, ondernemers. Dat kan ik niet alleen, en
dat hoeft ook niet, want er is een geweldig ingespeeld netwerk, van
raad, college, ambtelijke organisatie, de driehoek. En ik kan veel
leren van de wijze waarop mijn voorganger zijn werk heeft gedaan: met
volle inzet, en met een intense betrokkenheid bij de bewoners van de
stad en de regio. We kunnen het samen doen, we moeten het samen
doen.Ik zal mij onverwachts mengen met werkers, cafébezoekers,
ondernemers, tijdens wandelingen in een wijk of als ik zomaar bij
iemand aanbel of een school binnenloop.
Luisteren, inspireren, verbinden en waar nodig optreden, dat is wat
Rotterdammers van hun burgemeester verwachten. Ik zal met grote
toewijding invulling geven aan deze begrippen. Immers, veel mensen
voelen zich op dit moment onzeker in een wereld waarin van alles
verandert. Banen voor het leven bestaan niet meer. Geld kan verdampen,
is gebleken. Kerken verdwijnen en moskeeën verschijnen. Het geeft
mensen een ongemakkelijk gevoel. Deze gevoelens van angst en
onzekerheid mogen we niet bagatelliseren. We moeten aandacht hebben
voor de worsteling van veel Rotterdammers (oud en nieuw) met de
problemen die zich op hun stoep afspelen. De overheid is zeer wel in
staat geweldige bruggen te bouwen -deze stad weet er alles van- maar
diezelfde overheid moet ook goed zijn in het bouwen van bruggen tussen
mensen. Het recept hiervoor is in mijn ogen het werken aan vertrouwen.
Dat is geen softe aanpak en is zeker niet vrijblijvend. Werken aan
vertrouwen vereist ook in Rotterdam een stevig debat over de
fundamenten van onze democratische rechtsstaat: vrijheid van
meningsuiting, vrijheid van godsdienst, gelijkheid van mannen en
vrouwen, homos en heteros en bestrijding van discriminatie en
achterstelling.
Vertrouwen is de specie van sociale cohesie, maar het is ook de
smeerolie voor onze economie. Werken aan vertrouwen is investeren in
economische groei en in welvaart. Een samenleving waarin mensen elkaar
vertrouwen, staat er sterker voor. Eén ding weet ik zeker: als in een
stad de mensen elkaar vertrouwen, werpt dat vanzelf een dam op tegen
mensen die de samenleving willen ontwrichten. Wantrouwen remt de
vooruitgang. En dat past niet bij Rotterdam en bij de Rotterdammers.
Zoals gezegd: Rotterdammers willen vooruit - en dat is altijd al zo
geweest.
De komende maanden staan voor mij in het teken van mijn inwerken. Ik
verheug mij op de gesprekken met burgers en hun organisaties en met
ondernemers en hun verbanden. Ik verheug mij ook op de samenwerking
met collega-bestuurders binnen en buiten de stad. In die gesprekken
zal ik luisteren naar wat er leeft en met welke ambities mensen en
organisaties aan de slag zijn. Ik zal vooral letten op de
mogelijkheden die er zijn om ambities en initiatieven te verbinden en
naar samenhang te zoeken. Speciale aandacht zal uitgaan naar de
uitvoering van het beleid. Voornemens zijn goed, realiseren is wel
waar burgers naar uitkijken.
Dames en heren, Rotterdam heeft in het verleden veel bereikt met veel
inzet en creativiteit. Het lijkt een beetje op mijn eigen verleden.
Van ver komen en met hard werken je ambities realiseren. Met de steun
van lieve ouders, mijn gezin, mijn vrienden Houcine en Jan -mensen die
mij altijd beschikbaar waren als dat nodig is- mensen die mij moreel
hebben gesteund. Zij droegen en dragen nog steeds bij aan het
vergroten van mijn betrokkenheid voor de publieke zaak. Voor mijn
familieleden zal er veel veranderen. Ik weet dat ik veel van hen vraag
om mij ook bij deze eervolle stap te blijven steunen. Dank u wel.
Dossier
* Ahmed Aboutaleb
Ahmed Aboutleb
Foto album
* Ahmed Aboutaleb op markt Afrikaanderplein en bij Kocatepe moskee