GroenLinks

Verruim toezicht op beleggingen van 50.000 naar 100.000

29 december 2008

Het vertrouwen in de financiële sector is door de kredietcrisis ernstig verzwakt. Daar bovenop kwam nog de gigantische fraude van Bernard Madoff. Met zijn enorme piramide spel - of Ponzi-fraude - is 50 miljard dollar aan belegd vermogen in rook opgegaan. Ondanks waarschuwingen blijkt het toezicht te hebben gefaald.

De naam Ponzi-fraude is ontleenD aan Charles Ponzi, de man die in de twintiger jaren 15 miljoen dollar wist aan te trekken van 40.000 beleggers. Hij beloofde een rendement van 50% op zijn internationale handel in postcoupons. In de paar maanden dat zijn fraude liep werd het uitgekeerde rendement uitsluitend betaald uit de inleg van beleggers die later instapten.

Deze vorm van fraude - een piramidespel met een hele hoge inleg - hebben we de afgelopen jaren ook in Nederland gezien. Zo verdween er in 2004 ongeveer 80 miljoen via een piramide constructie in de Tulpenbollen handel (Novacap). In 2005 verspeelde tennisbelegger René van den Berg, 85 miljoen met speculaties in de valutahandel.

Dit jaar kende zelfs twee voorvallen. Begin dit jaar werd bekend dat Palm Invest voor ruim 20 miljoen had gefraudeerd met zogenaamd investeringen in vastgoed op een palmeiland in Dubai. Na de zomer kwam de zaak rond Easylife aan het licht. Het bedrijf investeerde zogenaamd in Amerikaanse levensverzekeringen, maar heeft beleggers voor ongeveer 40 miljoen opgelicht.

Vaak was de minimum inleg bij deze fondsen 50.000, zodat ze buiten het toezicht vielen van de Autoriteit Financiële Markten. Nu kan men zeggen dat fraude van alle tijden is, en dat beleggers die in dit soort risicovolle fondsen stappen, maar op hun eigen blaren moeten zitten. Probleem is echter wel dat dit type fraude juist in het huidige tijdsgewricht, waarin het vertrouwen in de financiële wereld minimaal is, veel meer kapot maakt dan het vermogen van (voorheen) kapitaalkrachtige beleggers. Angst voor dit type fraude vormt mogelijk één van de drempels voor het weer op gang krijgen van de kredietverstrekking.

GroenLinks vindt daarom dat het toezicht van de AFM moet worden uitgebreid. Daar waar onder de huidige wetgeving de AFM geen toezicht houdt bij fondsen met een minimum inleg van 50.000 dient deze grens verhoogd te worden tot 100.000.

De AFM houdt op bedragen vanaf 50.000 geen wettelijk toezicht, omdat het op grond van Artikel 1c lid 1 onder de Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer is toegestaan een effect aan te bieden indien de nominale waarde ten minste 50.000,- bedraagt. Allerlei eisen die de AFM gewoonlijk stelt, zoals een duidelijke prospectus en allerlei waarborgen zijn dan niet nodig. De belegger kan er dan niet vanuit gaan dat de aanbieding onder controle staat van de AFM en wordt verondersteld zelf grondig onderzoek te doen. Nu is dat altijd verstandig, want het blijft gek dat mensen 50.000 lenen aan een partij die je alleen van een internetaanbieding en een mooie brochure kent. Maar vanwege het collectieve belang van een betrouwbaar financieel systeem is het verstandig dat beleggers beter tegen zichzelf beschermd worden.

GroenLinks zal minister Bos van Financiën vragen om met een wetswijziging te komen.

Femke Halsema
Kees Vendrik