Natuurbeschermingswet met hakken over de sloot door senaat
24 december 2008
De aanpassing van de Natuurbeschermingswet om aan de Habitatrichtlijn
van de EU te voldoen (31.038) is met de hakken over de sloot door de
senaat gekomen. Bij de stemming vlak voor het kerstreces kreeg de
aanpassing steun van de regeringspartijen CDA en ChristenUnie, maar
niet van de PvdA. De regering kreeg wel steun van de oppositiepartijen
VVD en SGP. Alle overige fracties stemden met de PvdA tegen de wet.
Een motie, bedoeld als procesbegeleiding, van SP-senator Smaling (EK
31.038, H) werd met minimale meerderheid door de Eerste Kamer
aanvaard. Tegen stemden de fracties van CDA, VVD en SGP - te samen
goed voor 37 Kamerzetels. De overige fracties, waaronder de
regeringspartijen PvdA en ChristenUnie stemden voor de motie, die door
minister Verburg van LNV was ontraden.
De aangenomen motie is volgens indiener Smaling bedoeld als steun in
de rug van de regering bij het verder vorm geven van het natuurbeleid.
Daarbij zou de provincie een meer beslissende rol moeten spelen dan de
regering nu nog voor ogen heeft. De motie vraagt om een gecombineerd
beheerplan waar het gaat om veel losliggende kleine natuurgebiedjes in
het kader van Natura 2000. Ook vraagt de motie bufferzones rond
Natura-gebieden waar geen intensivering van de landbouw plaatsvindt en
stimulerende maatregelen voor op ecologische leest geschoeide landbouw
en streekeigen productie. Minister Verburg had de motie ontraden omdat
hij bij uitvoering naar haar indruk te weinig ruimte liet voor
natuurbescherming van onderop.
In de eerste termijn van het debat leek de Eerste Kamer weinig moeite
te hebben met de aanpassingen in de Natuurbeschermingswet die nodig
zijn om de Habitat richtlijn van de EU voor bestaand gebruik van
natuurgebieden in te voeren. Het venijn zat in de staart: 'enkele
andere zaken' die ook door de regering werden voorgesteld. Een daarvan
wekte veel verbazing in de senaat. Het gaat om het voorstel provincies
buiten spel te zetten bij het goedkeuren van herstelplannen die door
de gemeenten zijn opgesteld. Deze goedkeuringsprocedures was onlangs
nog wel opgenomen in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (28.916). "Een
wonderlijke zaak", zei CDA-senator Doek . Zijn collega Schuurman , die
sprak namens ChristenUnie en SGP, vond dat de provincie een 'bepalende
stem' moet houden en ook SP-senator Smaling zei dat het beter zou zijn
de beheerplannen van de gemeenten te laten vaststellen als provinciale
inpassingplannen. Fundamentele kritiek uitte senator Eigeman van de
PvdA-fractie. De voorgestelde wetswijziging zou de strijdigheid met
Europese regelgeving niet volledig opheffen. De PvdA stemde daarom
tegen.
Ook senator Schaap uitte namens de VVD-fractie veel kritiek: het gaat
van kwaad tot erger met de natuurbescherming in Nederland. Het zou
allemaal veel praktischer en beter betaalbaar kunnen als de regering
afzag van de intentie om de natuur als 'maakbaar' te behandelen. De
VVD wil de natuur ook zijn gang laten gaan. 'Vroeger was de mens bang
voor de natuur,' betoogde senator Schaap. 'Tegenwoordig moet de natuur
bang zijn voor de mens.'
Senator Doek signaleerde dat het agrarisch en particulier natuurbeheer
stagneert. Hij wees erop dat praktisch alle 162 Natura 2000-gebieden
liggen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De hele EHS beslaat
728.000 hectare, waarvan 453.000 ha. reeds bestond in 1990 die de EHS
werd geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan 1990. Van de nog toe te
voegen 275.000 ha. Moet ongeveer 130.000 ha voor 2018 worden verworven
en ingericht. De overige gronden hoeven te verworven te worden omdat
het hier gaat om natuurbeheer door particulieren in de vorm van
functiewijziging van de grond of om agrarisch natuurbeheer. Senator
Doek zei dat de CDA-fractie zeer hecht aan deze vormen van
natuurbeheer, maar dat deze het stiefkindje dreigen te worden.
Senator Schuurman zei namens CU en SGP dat met instemming van deze
fracties de aanschrijvingsbevoegdheid van de minister zo is ingericht
dat is gekozen overeenkomstig Europese regels voor een evenwicht
tussen natuurbescherming en het bestaand gebruik.
SP-senator Smaling zei dat de regering de materie wat naïef benadert
en de tegenstelling onderschat tussen belangen van gebruikers en
liefhebbers. Hij stelde voor mediators in en uit
communicatiewetenschappen en speltheorie in te zetten.
Senator Koffeman (Partij voor de Dieren) maakte een groot punt van de
meldingsplicht die in het wetsvoorstel ontbreekt voor activiteiten die
een significante verstoring van de natuur teweeg zou kunnen brengen
zoals het jagen in natuurgebieden. Volgens Koffeman wordt de regel dat
er niet in natuurgebieden mag worden gejaagd losgelaten. Minister
Verburg zegde de Kamer wel toe dat zij met een meldingsplicht voor
significante inbreuken op de natuur voor een beperkte tijd in een
beperkt gebied proeven zal nemen. Met de ervaringen kan bij de nieuw
op te stellen Natuurwet in 2011 rekening gehouden worden.
* stenogram 22 december 2008
* stenogram 23 december 2008
Eerste Kamer der Staten Generaal