Minister van LNV mocht wel vergunning verlenen voor
najaarsmosselvisserij in Waddenzee
Den Haag, 24 december 2008 -
De minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit mocht een vergunning verlenen voor het opvissen van
halfwasmosselen in de Waddenzee in het najaar van 2006. Dit volgt uit
een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State van vandaag (24 december 2008). Onder meer Vogelbescherming
Nederland en de Waddenvereniging hadden beroep aangetekend tegen het
besluit van de minister om op grond van de Natuurbeschermingswet een
vergunning te verlenen voor de najaarsmosselvisserij tot en met
december 2006. Het gaat om een vergunning voor het opvissen van
maximaal 58.200 mosselton halfwasmosselen. De Vogelbescherming en de
Waddenvereniging vreesden dat deze visserij in de weg staat aan de
ontwikkeling van ongestoorde wilde mosselbanken en dat de visserij
ervoor zorgt dat onvoldoende voedsel voor vogels in het gebied
overblijft.
Volgens de Raad van State heeft de minister zich terecht op het
standpunt gesteld dat de natuurlijke kenmerken van de Waddenzee in het
najaar niet worden aangetast door het opvissen van de halfwasmosselen.
Zij moet zich hiervan verzekeren, omdat de Waddenzee volgens Europese
regels in de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn een beschermd
natuurgebied is. Daardoor mocht de minister de vergunning voor de
mosselvisserij pas verlenen na uitgebreid onderzoek (een "passende
beoordeling') waaruit blijkt dat geen schade aan de natuur ontstaat.
De minister heeft hierbij doorslaggevend gewicht mogen toekennen aan
de zogenoemde 'stabiliteitskaart'. Deze kaart is tot stand gekomen op
grond van jaarlijkse waarnemingen vanaf 1993. De locaties die volgens
de vergunning bevist mogen worden, zijn op de kaart aangemerkt als
locaties in de stabiliteitsklassen 1 en/of 2. Dit zijn de meest
instabiele banken. Dit betekent dat 'mosselbestanden' op die locaties
in de winter door stormen en/of zeesterrenvraat bijna altijd geheel of
grotendeels verdwijnen. Er is naar het oordeel van de hoogste
bestuursrechter geen reden voor de conclusie dat mosselbestanden in de
stabiliteitsklassen 1 en 2 op de vergunde locaties een wezenlijke
bijdrage leveren aan het ontstaan van wilde mosselbanken.
Deze uitspraak heeft betrekking op de najaarsvisserij en niet op de
voorjaarsvisserij in de Waddenzee. Over de voorjaarsvisserij oordeelde
de Raad van State in zaaknummer 200607555/1 in februari van dit jaar
dat de effecten op de natuur in het Waddengebied niet geheel duidelijk
waren. In die zaak - waarvoor in de media veel aandacht was - lag de
situatie anders dan in deze zaak over de najaarsvisserij, omdat in het
voorjaar ook op stabiele banken wordt gevist.
Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep
mogelijk.
Vertegenwoordigers van de media kunnen voor meer informatie contact
opnemen met de afdeling persvoorlichting van de Raad van State: 070 -
426 45 20 of 06 - 52 07 70 00.
LJ Nummer
BG8292
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl
Datum actualiteit: 24 december 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie