abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
24 december 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGMO-2008/4893 -
Onderwerp
begeleid rijden
Geachte voorzitter,
Zoals ik u heb toegezegd tijdens het Algemeen Overleg Verkeersveiligheid van 25 juni
2008 bericht ik u mede namens de Minister van Justitie graag nader over het onderwerp
begeleid rijden.
Achtergrond
Jonge beginnende bestuurders zijn relatief vaak betrokken bij ernstige
verkeersongelukken. Vooral in de periode kort na het behalen van het rijbewijs blijken zij
verhoudingsgewijs een grote kans te hebben bij een ongeval betrokken te zijn. Deze hoge
ongevalbetrokkenheid heeft onder andere te maken met een aantal leeftijdsspecifieke
zaken zoals een gebrekkige gevaarherkenning, gebrekkige impulscontrole,
zelfoverschatting en groepsgedrag, maar ook met een gebrek aan rijervaring. De
afgelopen jaren zijn verschillende maatregelen genomen om de verkeersveiligheid van
deze groep te vergroten. Het betrof onder andere de verlaging van de alcohollimiet naar
0,2 promille, de invoering van het beginnersrijbewijs, de lichte educatieve maatregel
alcohol en het vernieuwde rijexamen met meer aandacht voor gevaarherkenning en
zelfstandig route rijden. In het Strategisch Plan Verkeersveiligheid is begeleid rijden
opgenomen als één van de maatregelen om rijervaring onder de jonge bestuurders te
vergroten en daarmee de verkeersveiligheid onder deze groep te verbeteren.
Begeleid rijden
De grote meerderheid van landen om ons heen kent een vorm van begeleid rijden.
In de meeste landen is begeleid rijden een onderdeel van de rijopleiding, waarbij de
begeleiding door de ouders/verzorgers meestal als alternatief voor (een deel van de)
rijlessen bij een professionele instructeur mogelijk is. Een nadeel van dit systeem is dat
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGMO-2008/4893
jonge bestuurders nog geen rijbewijs hebben en dat maakt goede handhaving onmogelijk.
Verder wordt een deel van de opleiding gegeven door niet-professionele instructeurs. De
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) heeft aangegeven dat
begeleid rijden, als aanvulling op een professionele rijopleiding, een effectieve maatregel
kan zijn om de ongevalrisico's van beginnende bestuurders te verlagen. Door het opdoen
van ervaring wordt men bekwamer. De effectiviteit hangt af van het aantal uren dat er
begeleid wordt gereden, de variatie in de ritten en de kwaliteit van de begeleiding.
Natuurlijk kan niet worden voorkomen dat bestuurders die onder begeleiding rijden, net
als andere bestuurders, betrokken raken bij een ongeval. Toch blijkt dat onder andere in
Zweden, Engeland en Duitsland het ongevalsrisico van bestuurders die onder begeleiding
rijden veel lager is dan bij bestuurders, die direct zelfstandig rijden na het behalen van het
rijbewijs.
Resultaten van begeleid rijden in Duitsland
In Duitsland is inmiddels ervaring opgedaan met een vrijwillige post-examen variant.
Daarbij volgt de leerling eerst de normale professionele rijopleiding en legt de gebruikelijke
examens af. De jonge bestuurder kan vervolgens onder begeleiding van een ervaren
bestuurder rijervaring opdoen. De triggers voor vrijwillig meedoen zijn leeftijdsverlagingen
voor het volgen van lessen, namelijk vanaf 16,5 jaar en het praktijkexamen vanaf 17 jaar.
De 17-jarige bestuurder mag tot zijn 18e jaar slechts een auto besturen als er ook een
oudere, ervaren begeleider in de auto aanwezig is. Vanaf de 18e verjaardag mag die
bestuurder zonder begeleider een auto besturen. De eerste cijfers uit Duitsland laten zien
dat bestuurders die vanaf 17 jaar hun rijbewijs hebben gehaald en onder begeleiding
hebben gereden, vanaf hun 18e in vergelijking met bestuurders die voor het eerst gaan
rijden, circa 20% minder overtredingen begaan, circa 30% minder ongelukken
veroorzaken en minder vaak (circa 50%) onder invloed van drank of drugs rijden. In de
periode tussen het 17e en 18e jaar doen ze onder begeleiding extra rijervaring op,
waardoor ze uiteindelijk veiligere bestuurders worden. De SWOV heeft uitgerekend dat
begeleid rijden vanaf 17 jaar in Nederland een besparing kan opleveren van circa 16
doden per jaar.
Opzet van begeleid rijden in Nederland
Op grond van deze resultaten zal een met het Duitse model vergelijkbaar systeem van
begeleid rijden ook in Nederland ingevoerd worden voor het B-rijbewijs. Uitgangspunt
daarbij is dat het systeem van begeleid rijden laagdrempelig is, waardoor het aantrekkelijk
is voor jongeren om deel te nemen en waardoor jongeren zoveel mogelijk ervaring op
kunnen doen. Vrijwilligheid en leeftijdsverlaging zijn belangrijke voorwaarden tot
deelname. Op basis van het experimenteerartikel (artikel 186) van de Wegenverkeerswet
1994 zullen bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld voor een
experiment met een looptijd van maximaal 6 jaar. Concreet betekent dit dat jongeren
vanaf 16,5 jaar kunnen beginnen met het volgen van rijopleidingen bij professionele
instructeurs en het gebruikelijke theorie-examen kunnen gaan afleggen om vervolgens
spoedig na hun 17e jaar het normale praktijkexamen af te kunnen leggen. Ze zijn in die zin
dan ook volwaardige bestuurders en ontvangen een rijbewijs. Echter, deze bestuurders
mogen tot hun 18e jaar slechts autorijden onder begeleiding van een ervaren bestuurder.
De 17-jarige bestuurder zal toestemming van zijn ouders of wettelijke vertegenwoordiger
---
VenW/DGMO-2008/4893
moeten krijgen om deel te mogen nemen aan begeleid rijden. Het betreft hier nadrukkelijk
een vrijwillig systeem. Voor leerlingen die vanaf hun 18e jaar het rijbewijs halen blijft het
mogelijk om direct zelfstandig een auto te besturen.
De begeleider fungeert vanaf de bijrijderstoel als een aanspreekpunt voor de beginnende
bestuurder en coacht waar nodig, maar geeft geen les en verricht zelf geen
bestuurdershandelingen. Alleen al de aanwezigheid van een volwassene heeft een
matigende en beschermende invloed op de beginnende bestuurder. De begeleider kan een
familielid of een kennis zijn, en hoeft niet over de kwalificaties van een rij-instructeur te
beschikken. Om de kwaliteit van de begeleiding te borgen moet de begeleider aan een
aantal eisen voldoen. Zo moet de begeleider tenminste 10 jaar een geldig aan hem
afgegeven rijbewijs van tenminste categorie B bezitten en mag deze begeleider geen
(zware) strafrechtelijke verkeersantecedenten hebben en mag de begeleider niet onder
invloed begeleiden.
De jonge bestuurder moet bij de aanvraag van zijn rijbewijs tevens aangeven welke
personen zullen optreden als begeleider (begeleiderspas). De begeleiders zullen hiervoor
schriftelijk toestemming moeten verlenen. Bij de aanvraagprocedure voor het rijbewijs en
de begeleiderspas zal tevens gecontroleerd worden of de begeleider voldoet aan de
gestelde eisen. Ook zal de begeleider worden geïnformeerd over wat er precies van
hem/haar wordt verlangd als begeleider.
Handhaving
Met het experiment zal de politie in de handhaving van de verkeersveiligheid met
begeleid rijden te maken krijgen. Uitgangspunten hierbij zijn dat de handhaving
plaatsvindt binnen de reguliere inzet van handhavingsmiddelen ter bevordering van de
verkeersveiligheid en op basis van een instrumentarium dat daartoe voldoende
mogelijkheden biedt. In het kader van het experiment raakt dit de eisen die aan de
bestuurder en de begeleider moeten worden gesteld. Daarbij gaat het onder meer om het
in bezit zijn van een geldig rijbewijs en het niet onder invloed zijn van een stof die de
rijvaardigheid kan doen verminderen.
De voorschriften die bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 voor de bestuurder
gelden zijn ook op deze jonge bestuurder van toepassing. Daarnaast zullen op basis van
het experimenteerartikel regels worden gesteld. De begeleider is een niet in de
Wegenverkeerswet 1994 opgenomen rechtsfiguur. Uitwerking van de wijze waarop de
begeleider op naleving van de gestelde eisen kan worden gecontroleerd, zal vanwege het
experimentele en vrijwillige karakter, plaatsvinden door het maken van contractuele
afspraken. Begeleiders zullen bij de aanmelding als begeleider schriftelijk verklaren
medewerking te verlenen aan het afnemen van een blaastest en een eventuele
ademanalyse bij aanhouding. De begeleider is niet strafbaar op grond van het bepaalde in
de Wegenverkeerswet 1994.
Verder zal de reguliere inzet van handhavingsmiddelen samen gaan met het nemen van
preventieve maatregelen. Dit zal gebeuren in de vorm van voorlichting teneinde het
normconform verkeersgedrag van de deelnemers aan het experiment te stimuleren. De
---
VenW/DGMO-2008/4893
aandacht dient daarbij in het bijzonder uit te gaan naar de consequenties van niet-
naleving van de aan de deelnemers gestelde eisen.
Aansprakelijkheid
Voor de aansprakelijkheidsvraagstukken wordt bij begeleid rijden in beginsel zo veel
mogelijk aangesloten bij het huidige wettelijke systeem. Dit houdt in dat de bestuurder
aansprakelijk is voor het eigen gedrag en door hem begane verkeersdelicten. De schade
als gevolg van de aansprakelijkheid van de bestuurder wordt gedekt via de wettelijk
verplichte autoverzekering van de eigenaar. De bestuurder dient te voldoen aan de eisen
die begeleid rijden aan hem stelt (bezit van een rijbewijs, begeleider die aan de eisen
voldoet). Als hij niet aan deze eisen voldoet, rijdt de bestuurder zonder geldig rijbewijs.
Het Verbond van Verzekeraars heeft aangegeven sympathiek tegen over begeleid rijden te
staan, er vanuit gaande dat de verkeersveiligheid er mee gediend is. Het Verbond heeft
wel aandacht gevraagd voor een aantal bijzondere aansprakelijkheidsituaties. Ik zal
daarom het Verbond betrekken bij de verdere juridische uitwerking van een aantal
specifieke aansprakelijkheidsituaties.
Vervolgtraject en planning
Ik zal gezamenlijk met de Minister van Justitie en andere betrokken partijen begeleid rijden
langs de bovengenoemde lijnen verder uitwerken in een algemene maatregel van bestuur
ten behoeve van het experiment. Daarnaast zal ik in overleg met het CBR en de RDW
werken aan de noodzakelijke aanpassingen van verschillende systemen om er voor te
zorgen dat kandidaten vanaf 17 jaar examen kunnen doen en vanaf die leeftijd ook het
rijbewijs en de begeleiderpas kunnen aanvragen. Verder zal ik ervoor zorgen dat 17-jarige
bestuurders en hun begeleiders via gerichte voorlichting worden geïnformeerd over de
regels die horen bij het experiment van begeleid rijden. Rekening houdend met de
procedure voor een algemene maatregel van bestuur zal begeleid rijden eind 2010
ingevoerd kunnen worden. Als bij de verdere uitwerking mocht blijken dat ten behoeve
van de handhaving toch een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 noodzakelijk is
voor de controle van de begeleider, dan zal begeleid rijden pas later ingevoerd kunnen
worden.
Zodra begeleid rijden van start gaat, zal ik gaan monitoren om de effecten op de
verkeersveiligheid in kaart te brengen. Als begeleid rijden een positief resultaat heeft op de
verkeersveiligheid zal het systeem een definitieve wettelijke status krijgen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat